ECLI:NL:RBNHO:2021:5946

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 juni 2021
Publicatiedatum
16 juli 2021
Zaaknummer
C/15/307174 / HA ZA 20-579
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over belastingteruggaven tussen Efficy Nederland B.V. en Cyberlan B.V.

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 23 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Efficy Nederland B.V. en Cyberlan B.V. over belastingteruggaven die door de Belastingdienst zijn gestort op de rekening van Cyberlan. Efficy Nederland vordert dat Cyberlan de belastingteruggaven voor de jaren 2016, 2018 en 2019 aan haar terugbetaalt. Cyberlan stelt echter dat er een afspraak is gemaakt dat zij deze bedragen mocht houden en beroept zich op verrekening met openstaande vorderingen van Efficy Nederland. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen redelijke grond is voor de verrijking van Cyberlan en dat de vordering van Efficy Nederland niet is verjaard. De rechtbank oordeelt dat Cyberlan de belastingteruggaven moet terugbetalen, wat neerkomt op een bedrag van € 47.392,-, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 18 maart 2020. Daarnaast is Cyberlan veroordeeld in de proceskosten van Efficy Nederland, die zijn begroot op € 4.357,99. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer / rolnummer: C/15/307174 / HA ZA 20-579
Vonnis van 23 juni 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
EFFICY NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Heemstede,
eiseres,
advocaat mr. B. Jakic te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CYBERLAN B.V.,
gevestigd te Heemstede,
gedaagde,
advocaat mr. T.I. Rademaker te Haarlem.
Partijen zullen hierna Efficy Nederland en Cyberlan genoemd worden.
De zaak in het kort
De belastingteruggaven voor 2016, 2018 en 2019 voor Efficy Nederland zijn door de belastingdienst op de bankrekening van Cyberlan gestort. Efficy Nederland wil dat Cyberlan deze bedragen aan haar terug betaald. Cyberlan geeft echter aan dat partijen hebben afgesproken dat zij deze bedragen mocht houden. Daarnaast zegt Cyberlan dat zij de belastingteruggaven kan verrekenen met bedragen die Efficy Nederland nog aan haar moet betalen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van Efficy Nederland van 5 augustus 2020;
- de conclusie van antwoord van Cyberlan van 2 december 2020;
  • het tussenvonnis van 16 juni 2021;
  • de akte van Cyberlan van 30 april 2021 met nagekomen producties;
  • de akte van Efficy Nederland van 11 mei 2021 met een nagekomen productie;
  • de akte van Cyberlan van 12 mei 2021 met nagekomen producties;
  • de mondelinge behandeling op 12 mei 2021 en de daarvan door de griffier bijgehouden aantekeningen;
  • de spreekaantekeningen van de advocaat van Efficy Nederland en de advocaat van Cyberlan van 12 mei 2021.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Efficy Nederland houdt zich bezig met CRM-oplossingen voor klanten. [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]) is bestuurder van Efficy Nederland.
2.2.
Cyberlan houdt zich bezig met het ontwikkelen, produceren en uitgeven van software. De (indirecte) bestuurder van Cyberlan is de heer [betrokkene 2] (hierna: [betrokkene 2]). [betrokkene 2] is ook de bestuurder van [betrokkene 2] Beheer B.V. (hierna: [betrokkene 2] Beheer).
2.3.
[betrokkene 2] was voorheen eigenaar van Efficy Nederland. Voor de overname van Efficy Nederland sluiten onder andere (de rechtsvoorganger van) [betrokkene 2] Beheer en Efficy SA (de moederonderneming van Efficy Nederland) op 20 augustus 2015 een ‘
transaction and settlement agreement’ (hierna: de overeenkomst). Op basis van de overeenkomst moet Efficy SA een eeuwigdurende, niet-exclusieve licentie voor tien gebruikers op de Efficy software verlenen aan (de rechtsvoorganger van) [betrokkene 2] Beheer (hierna: de softwarelicentie).
2.4.
In 2016, 2018 en 2019 stort de belastingdienst belastingteruggaven voor Efficy Nederland op de bankrekening van Cyberlan.
2.5.
Bij brief van 18 maart 2020 sommeert de advocaat van Efficy Nederland Cyberlan om voor 23 maart 2020 € 39.770,- te betalen vanwege de door Cyberlan ontvangen belastingteruggave 2019 voor Efficy Nederland.
2.6.
Op 12 april 2020 reageert [betrokkene 2] Beheer, namens Cyberlan, op de sommatie. [betrokkene 2] Beheer haalt verschillende bedragen aan die Efficy SA aan [betrokkene 2] Beheer verschuldigd is. Daarbij schrijft [betrokkene 2] Beheer onder andere:
‘1. In spite of my many requests I have never received an update of the license of the Efficy software that has been granted to [betrokkene 2] Beheer BV. Efficy SA is officially in defaultagain.
(…)
[betrokkene 2] Beheer BV claims € 1.000 for each day that the software arrives too late.’
[betrokkene 2] Beheer sluit haar brief af met het volgende:
‘[betrokkene 2] Beheer BV hereby deducts the tax refund of € 39.770,- from the payments due by Efficy SA.’

3.Het geschil

3.1.
Efficy Nederland vordert, na eisvermeerdering, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad veroordeling van Cyberlan tot betaling van:
I. a. € 39.770,-
b. € 1.971,-
c. € 4.353,-
d. € 1.298,-
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf 18 maart 2020;
II. de proceskosten met inbegrip van de nakosten van € 131,- en in geval van betekening van het vonnis van € 199,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf acht dagen na datum van het vonnis.
3.2.
Efficy Nederland legt – kort gezegd – ongerechtvaardigde verrijking aan haar hoofdvordering ten grondslag. Cyberlan heeft van de belastingdienst de belastingteruggaven voor Efficy Nederland ontvangen en moet deze bedragen terug betalen aan Efficy Nederland. Op het moment van de dagvaarding was Efficy Nederland alleen bekend met de belastingteruggave voor 2019 van € 39.770,-. Door de akte op de dag van de zitting met nagezonden producties van Cyberlan, wordt Efficy Nederland bekend met andere belasting-teruggaven en vermeerderd zij haar eis op zitting met die bedragen.
3.3.
Cyberlan voert verweer, met als conclusie dat de vordering moet worden afgewezen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Partijen zijn het niet eens over de vraag of Cyberlan de belastingteruggaven voor 2016 (€ 4.535,-), 2018 (€ 1.298,-) en 2019 (€ 39.770,- + € 1.971,-) (hierna: de belastingteruggaven) aan Efficy Nederland terug moet betalen. Efficy Nederland stelt dat Cyberlan daartoe verplicht is op grond van ongerechtvaardigde verrijking. Volgens Cyberlan is geen sprake van ongerechtvaardigde verrijking, omdat partijen hebben afgesproken dat Cyberlan de belastingteruggaven mag houden. Ook is de vordering ten aanzien van de belastingteruggave voor 2016 verjaard, aldus Cyberlan. Daarnaast beroept Cyberlan zich op verrekening. Hierna zal worden besproken dat wel sprake is van ongerechtvaardigde verrijking en dat de vordering voor de belastingteruggave 2016 niet is verjaard. Ook zal worden toegelicht dat aan het verrekeningsverweer van Cyberlan voorbij zal worden gegaan, omdat de gegrondheid van dit verweer niet op eenvoudige wijze is vast te stellen.
Ongerechtvaardigde verrijking?
4.2.
In artikel 6:212 BW staat dat de partij die ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van een ander, verplicht is diens schade te vergoeden tot het bedrag van zijn verrijking. Als Cyberlan zich ongerechtvaardigd heeft verrijkt met de belastingteruggaven van Efficy Nederland, dan is het uitgangspunt dat zij deze terug moet betalen aan Efficy Nederland. De vraag is hier niet of Cyberlan zich heeft verrijkt ten koste van Efficy Nederland, want daar zijn partijen het over eens. De discussie van partijen spitst zich toe op de vraag of deze verrijking ook
ongerechtvaardigdis. Dat is het geval als voor de verrijking geen redelijke grond aanwezig is.
4.3.
Cyberlan stelt dat voor de verrijking wel een redelijke grond is. Volgens Cyberlan hebben partijen op 6 april 2017 bij restaurant Vermeer mondeling afgesproken dat Cyberlan de belastingteruggaven mocht houden, omdat Efficy Nederland vijf domeinnamen van Cyberlan (cyberlan.nl, eurosoft.nl, isicad.nl, isflow.nl en isihelp.nl., hierna: de domeinnamen) onrechtmatig heeft toegeëigend. Ook heeft Cyberlan toen duidelijk gemaakt dat zij € 125,- per maand per domeinnaam in rekening zal brengen voor de tijd dat ze deze niet terug geeft, aldus Cyberlan. Cyberlan ziet in het feit dat Efficy Nederland de belastingteruggaven nog niet eerder terug heeft gevorderd een bevestiging van die afspraak. Efficy Nederland betwist de afspraak. Volgens haar is geen afspraak over de domeinnamen en het houden van de belastingteruggaven gemaakt. [betrokkene 2] was voorheen ook eigenaar van Efficy Nederland en heeft daarom voor het gemak destijds bij de belastingdienst voor zowel Efficy Nederland, als voor Cyberlan het rekeningnummer van Cyberlan doorgegeven bij de Belastingdienst. Door een fout in de administratie heeft Efficy Nederland niet eerder gesignaleerd dat zij de belastingteruggaven niet ontving en het rekeningnummer nog niet laten aanpassen, aldus Efficy Nederland.
4.4.
Volgens Cyberlan hebben partijen vervolgens op 21 november 2020 in het kader van een schikking mondeling afgesproken dat zij de belastingteruggave voor 2019 van
€ 39.770,- 50/50 zullen verdelen tegen finale kwijting van het geschil. De rechtbank stelt echter vast dat uit de door partijen overgelegde e-mailwisseling blijkt dat partijen hierover geen overeenstemming hebben bereikt. [betrokkene 2] vraagt in zijn e-mail van 4 november 2020 namelijk akkoord op de afspraak en [betrokkene 1] schrijft op 25 november 2020 dat alleen gesproken is over een
eventueleovereenkomst. Van een schikkingsafspraak is dus geen sprake.
4.5.
Later in de procedure heeft Cyberlan de stelling ingenomen die inhoudt dat moet worden teruggevallen op de afspraak van 6 april 2017 als de afspraak uit 2020 niet door de rechtbank wordt aangenomen. Deze stelling wordt niet gevolgd, omdat het niet geloofwaardig is dat in 2017 de gestelde afspraak met Efficy Nederland is gemaakt. Die afspraak uit 2017 houdt volgens Cyberlan in dat zij de belastingteruggaven voor Efficy Nederland, die door de belastingdienst op haar bankrekening werden gestort, mocht houden. En daarnaast dat zij de domeinnamen terug krijgt of € 125,- per domeinnaam per maand in rekening mag brengen voor de tijd dat Efficy Nederland de domeinnamen (nog) niet terug geeft. Cyberlan heeft niet uitgelegd hoe deze afspraak zich verhoudt tot de door haar gestelde afspraak uit 2020, die inhoudt dat zij juist geen bedragen ontvangt maar daarentegen € 20.000,- moet betalen aan Efficy Nederland en zonder dat de teruggave van de domeinnamen onderdeel van die afspraak is. Die uitleg was wel nodig, omdat sprake is van aan elkaar tegengestelde afspraken. De afspraak uit 2020 is immers, in tegenstelling tot de afspraak in 2017, een nadelige(re) afspraak voor Cyberlan.
4.6.
Het enkele feit dat de belastingteruggaven zijn binnengekomen op de bankrekening van Cyberlan en Efficy Nederland nog niet eerder de belastingteruggaven heeft teruggevorderd is onvoldoende om de afspraak uit 2017 op te baseren. Efficy Nederland geeft immers aan dat dit het gevolg is van een administratieve fout, waardoor het rekeningnummer na de overname niet eerder is aangepast. Daarbij verliest Cyberlan uit het oog dat de afspraak uit 2017 volgens haar inhoudt dat zij een bedrag van
€ 125,- per maand per domeinnaam in rekening mocht brengen en zij dit nooit heeft gedaan. Er zijn dus geen (bewuste) uitvoeringshandelingen verricht, die maken dat daaruit de gestelde afspraak uit 2017 blijkt.
4.7.
De conclusie is dan ook dat de door Cyberlan gestelde afspraak uit 2017 onvoldoende is onderbouwd en er dus geen redelijke grond voor de verrijking aanwezig. Daardoor is sprake van ongerechtvaardigde verrijking door Cyberlan. Het uitgangspunt is daarom dat Cyberlan de belastingteruggaven terug moet betalen aan Efficy Nederland.
Verjaring belastingteruggave 2016?
4.8.
Cyberlan voert ter zitting aan dat de vordering tot betaling van de belastingteruggave 2016 (€ 4.535,-) is verjaard. Als dat het geval is, kan Efficy Nederland deze teruggave niet meer vorderen van Cyberlan. Deze vordering verjaart vijf jaar na de dag, volgend op de dag waarop de benadeelde zowel met de schade als met de daarvoor aansprakelijke persoon bekend is geworden.
4.9.
Het is dus de vraag wanneer de termijn van vijf jaar is begonnen, om te kunnen bepalen of deze al is afgelopen. Volgens Cyberlan is Efficy Nederland meer dan vijf jaar geleden bekend geworden met de schade, omdat Efficy Nederland voor de belastingteruggave zelf de benodigde formulieren heeft moeten invullen en de correspondentie over de teruggave door de belastingdienst aan haar is gestuurd. Al zou dat het geval zijn, dan blijkt daar nog niet automatisch uit dat deze vordering verjaard is. Vanaf het beroep op verjaring (de dag van de zitting) terug gerekend, zou dat namelijk betekenen dat de belastingteruggave voor 2016 (met medeweten van Efficy Nederland) in mei 2016 al door de belastingdienst aan Cyberlan moet zijn betaald. Aangezien dit op het eerste gezicht onlogisch is, had Cyberlan haar stelling nader moeten onderbouwen met in ieder geval de datum waarop deze belastingteruggave door haar is ontvangen. Aangezien Cyberlan dit niet heeft gedaan, is niet vast te stellen dat de termijn van vijf jaar is afgelopen en slaagt haar beroep op verjaring niet.
Verrekening?
4.10.
Volgens Cyberlan kan de vordering van Efficy Nederland, door haar worden verrekend met nog openstaande vorderingen. Het gaat daarbij volgens Cyberlan om de volgende twee vorderingen:
a. een schadevordering van € 51.250,- voor het onrechtmatig toe-eigenen van de domeinnamen. In het gesprek van 6 april 2017 (zie punt 4.3 van dit vonnis) hebben partijen afgesproken dat Efficy Nederland, naast de belastingteruggaven € 125,- per maand per domeinnaam verschuldigd is voor de tijd dat ze de domeinnaam niet terug geeft (inmiddels totaal € 31.250,-). Daarnaast bedragen de advocaatkosten intussen € 20.000,-, aldus Cyberlan.
b. een schadevordering van € 395.000,-. voor het niet verlenen van de softwarelicentie aan [betrokkene 2] Beheer, terwijl deze verplichting wel voortvloeit uit de overeenkomst. [betrokkene 2] Beheer heeft per brief van 12 april 2020 aan de advocaat van Efficy Nederland aangegeven dat voor het nalaten € 1.000,- per dag verschuldigd is (inmiddels totaal € 395.000,-). [betrokkene 2] Beheer heeft een vordering van € 250.000,- op Efficy Nederland per akte van 8 april 2021 gecedeerd aan Cyberlan.
4.11.
In artikel 6:136 BW staat dat de rechter een vordering ondanks een beroep van de gedaagde op verrekening kan toewijzen, indien de gegrondheid van dit verweer niet op eenvoudige wijze is vast te stellen en de vordering voor toewijzing vatbaar is. De rechtbank is van oordeel dat de gegrondheid van het verrekeningsverweer van Cyberlan niet op eenvoudige wijze is vast te stellen en gaat daar dus aan voorbij. Hierna zal worden toegelicht waarom dat het geval is.
4.12.
Voor een geslaagd beroep op verrekening is onder andere vereist dat het gaat om vorderingen van partijen die wederkerig elkaars schuldeiser en schuldenaar zijn. De door Cyberlan gestelde vorderingen moeten dus allebei vorderingen van Cyberlan als schuldeiser op Efficy Nederland als schuldenaar zijn. Daar loopt het op stuk. Voor beide vorderingen geldt dat niet Efficy Nederland, maar Efficy SA de schuldenaar is. Voor de domeinnamen geeft Cyberlan immers op zitting aan dat het beheer van de domeinnamen bij Efficy SA ligt. Wat betreft de softwarelicentie geeft de overeenkomst expliciet aan dat Efficy SA deze moet verstrekken. Door Cyberlan is niet voldoende aannemelijk gemaakt dat deze verplichting is overgenomen door Efficy Nederland. Daarnaast is onduidelijk in hoeverre Cyberlan of [betrokkene 2] Beheer de schuldeiser is. Het gaat dus niet om vorderingen van partijen die wederkerig elkaars schuldeiser of schuldenaar zijn, of dat is in ieder geval niet op eenvoudige wijze vast te stellen.
4.13.
Daarnaast zijn de schadevorderingen niet op eenvoudige wijze vast te stellen. Cyberlan heeft namelijk niet voldoende onderbouwd dat zij daadwerkelijk schade heeft geleden. Ook zijn de schadebedragen (€ 125,- per domeinnaam per maand en € 1.000,- per dag voor de softwarelicentie) door Cyberlan zelf bedacht en volgt nergens uit dat de bedragen overeenkomen met daadwerkelijk door haar geleden schade. Ook de onduidelijkheid over het bestaan en de omvang van de door Cyberlan gestelde schadevorderingen geeft dus aanleiding om het verrekeningsverweer te passeren.
Conclusie
4.14.
De conclusie is dat Cyberlan de belastingteruggaven terug moet betalen. Dat komt neer op een bedrag van € 47.392,-. De niet of niet voldoende betwiste gevorderde wettelijke rente vanaf 18 maart 2020 wordt over dit bedrag toegewezen.
Proceskosten
4.15.
Cyberlan zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Efficy Nederland worden begroot op:
- dagvaarding € 87,99
- griffierecht 2042,00
- salaris advocaat €
2.228,00(2 × € 1.114,-)
Totaal € 4.357,99
4.16.
De gevorderde nakosten en de wettelijke rente over de over de proceskosten en de nakosten zal worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt Cyberlan om aan Efficy Nederland te betalen een bedrag van
€ 47.392,- vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van 18 maart 2020 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Cyberlan in de proceskosten, aan de zijde van Efficy Nederland tot op heden begroot op € 4.357,99, te vermeerderen met de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,- aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Cyberlan niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,- aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten met ingang van veertien dagen na de datum van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H. de Regt en in het openbaar uitgesproken op 23 juni 2021.