ECLI:NL:RBNHO:2021:5796

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 juni 2021
Publicatiedatum
13 juli 2021
Zaaknummer
8368395
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betaling van facturen en opschorting van betalingsverplichtingen in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft Platinum International B.V. (hierna: Platinum) een vordering ingesteld tegen Gamesa Rotterdam B.V. (hierna: Gamesa) wegens onbetaalde facturen. De kantonrechter heeft op 16 juni 2021 uitspraak gedaan in de zaak, waarin Platinum vorderde dat Gamesa werd veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 4.752,39, subsidiair € 4.673,57, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Platinum heeft in de maanden oktober, november en december 2019 autoaccu's en aanverwante artikelen aan Gamesa geleverd en hiervoor facturen gestuurd ter hoogte van € 4.076,37, die Gamesa onbetaald heeft gelaten. Ondanks herhaalde aanmaningen heeft Gamesa de betaling opgeschort, onder andere met de stelling dat de gefactureerde prijzen niet overeenkwamen met eerder gemaakte afspraken.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Gamesa goederen bij Platinum heeft besteld en dat deze zijn geleverd. De rechter oordeelde dat Gamesa zich ten onrechte op opschorting van de betalingsverplichting heeft beroepen, omdat zij haar stelling over afwijkende prijsafspraken niet met bewijs heeft onderbouwd. Platinum heeft voldoende aangetoond dat zij herhaaldelijk heeft geprobeerd om met Gamesa in contact te komen over de uitblijvende betalingen. De kantonrechter heeft de vordering van Platinum grotendeels toegewezen, inclusief de buitengerechtelijke incassokosten, en heeft Gamesa veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De proceskosten zijn voor rekening van Gamesa, omdat zij grotendeels ongelijk heeft gekregen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8368395 / CV EXPL 20-2257
Uitspraakdatum: 16 juni 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap
Platinum International B.V.,
gevestigd te Leerdam
eiseres
verder te noemen: Platinum
gemachtigde: Van Lith gerechtsdeurwaarders en Incasso
tegen
de besloten vennootschap
Gamesa Rotterdam B.V.,
gevestigd te Hoofddorp
gedaagde
verder te noemen: Gamesa
gemachtigde: mr. N. Adrichem (AIG Juristen)

1.Het verdere procesverloop

1.1.
Bij tussenvonnis van 24 maart 2021 is de zaak naar de rolzitting verwezen van 21 april 2021 voor akte uitlating productie aan de zijde van Platinum. Platinum heeft op die rolzitting een akte genomen.
1.2.
Vervolgens is vonnis bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Gamesa heeft bij Platinum autoaccu’s en aanverwante artikelen besteld. Deze goederen heeft Platinum geleverd in de maanden oktober, november en december 2019.
2.2.
Platinum heeft in diezelfde maanden voor deze goederen een vijftal facturen gestuurd aan Gamesa van totaal € 4.076,37 inclusief btw.
2.3.
Platinum heeft in de maanden januari en februari 2020 aanmaningen aan Gamesa gestuurd, zowel per brief als per e-mail.
2.4.
Gamesa heeft de facturen onbetaald gelaten.

3.De vordering

3.1.
Platinum vordert – samengevat – dat de kantonrechter Gamesa veroordeelt tot betaling van primair € 4.752.39, subsidiair € 4.673,57, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente, subsidiair de wettelijke rente over € 4.076,37 vanaf 26 februari 2020 tot de dag van de voldoening en vermeerderd met de proceskosten te vermeerderen met de wettelijke rente. De vordering bestaat uit € 4.076,37 aan hoofdsom, € 64,56 aan rente berekend tot en met 21 februari 2020 en primair € 611,46, subsidiair € 532,64 aan buitengerechtelijke incassokosten, nog te vermeerderen met verdere rente en proceskosten.
3.2.
Platinum legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Platinum de door Gamesa bestelde goederen heeft geleverd en daarvoor facturen heeft gestuurd, maar dat Gamesa die facturen, ondanks aanmaning, onbetaald heeft gelaten. Platinum heeft daarnaast schade geleden als gevolg van de niet (tijdige) betaling en maakt om die reden ook aanspraak op schadevergoeding in de vorm van de buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente.

4.Het verweer

4.1.
Gamesa betwist de vordering gedeeltelijk. Zij voert aan – samengevat – dat Platinum niet de juiste netto prijs heeft gefactureerd zoals die was afgesproken met de (toenmalige) vertegenwoordiger van Platinum [vertegenwoordiger] (hierna: [vertegenwoordiger]). De afspraak was dat de prijs onder die van de vorige leveranciers zou zijn. De facturen zijn echter 10% hoger. Gamesa heeft tijdig geprotesteerd tegen de (hoogte van de) facturen. Gamesa heeft gesprekken gevoerd met medewerkers van het hoofdkantoor in Engeland. Die zouden creditnota’s sturen, maar Gamesa heeft die niet ontvangen, zodat Gamesa de betalingen heeft opgeschort. Verder voert Gamesa aan dat het formulier dat Platinum bij de dagvaarding als productie 1 heeft overgelegd, niet door Gamesa is getekend. Gamesa heeft van Platinum geen algemene leveringsvoorwaarden ontvangen. Gamesa heeft haar voorwaarden wel aan Platinum afgegeven. Tot slot betwist Gamesa de rente en kosten verschuldigd te zijn omdat zij tijdig de facturen heeft betwist. Een procedure was niet nodig geweest indien Platinum tijdig en overeenkomstig haar toezeggingen creditnota’s had gestuurd.

5.De beoordeling

5.1.
Vaststaat dat Gamesa goederen bij Platinum heeft besteld en dat die goederen ook zijn geleverd. Ook staat vast dat Platinum facturen aan Gamesa heeft gestuurd met een totaalbedrag van € 4.076,37 die Gamesa niet heeft betaald. De vraag die voorligt is of Gamesa met recht een beroep kan doen op opschorting van zijn betalingsverplichting. De kantonrechter is van oordeel dat Gamesa zich daar niet op kan beroepen en het totale factuurbedrag aan Platinum dient te betalen. Het volgende is daartoe redengevend.
5.2.
Gamesa baseert haar beroep op opschorting op de stelling dat Gamesa afspraken zou hebben gemaakt met Platinum over een lagere prijs van de goederen. Gamesa heeft dat verweer bij haar conclusie van antwoord niet met stukken onderbouwd. In haar laatste schriftelijke reactie heeft Gamesa hierover aangevoerd dat zij vier keer op 24 oktober 2019 telefonisch heeft gesproken met medewerkers van Platinum over prijswijziging. Ook heeft Gamesa een productie overgelegd, te weten een e-mail van 24 oktober 2019 van [vertegenwoordiger] aan een medewerker van Gamesa.
5.3.
Platinum heeft dat verweer in haar conclusie van repliek uitdrukkelijk betwist. Platinum heeft met stukken onderbouwd dat zij herhaaldelijk heeft geprobeerd om met Gamesa in contact te komen om de uitblijvende betalingen te bespreken. Ook heeft Platinum de telefoonlog van een medewerker van haar gemachtigde overgelegd waarin niet staat dat Gamesa het oneens is met de gefactureerde prijzen, terwijl daar wel uit blijkt dat Gamesa betalingstoezeggingen heeft gedaan. Deze stukken dateren vanaf eind 2019; van na 24 oktober 2019. Tegenover deze gemotiveerde en onderbouwde betwisting van Platinum acht de kantonrechter de stelling van Gamesa dat zij met Platinum afwijkende prijsafspraken heeft gemaakt en de factuurbedragen daarom niet kloppend zouden zijn, onvoldoende. Daarbij komt dat ook uit niets blijkt dat Gamesa na ontvangst van de vele aanmaningen van Platinum (allen van na 24 oktober 2019) heeft gereageerd met de stelling dat de hoogte van de factuurbedragen niet klopt in verband met eerder gemaakte afspraken daarover. Indien Gamesa wel afwijkende prijsafspraken met Platinum zou hebben gemaakt, had het op de weg van Gamesa gelegen om op de aanmaningen te reageren door Platinum op die afspraken te wijzen. Van een dergelijke reactie is echter niet gebleken. Gamesa heeft haar betalingsverplichting dan ook ten onrechte opgeschort, zodat zij veroordeeld zal worden tot betaling van de gevorderde hoofdsom.
5.4.
Platinum maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Primair heeft zij het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten gebaseerd op haar algemene voorwaarden. Deze staan op de achterzijde van het door Platinum als productie 1 bij dagvaarding overgelegde aanvraagformulier. Gelet op de gemotiveerde betwisting, die Gamesa in haar laatste schriftelijke reactie specifieker heeft gemaakt, zal de kantonrechter het subsidiair gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten van € 532,64 toewijzen. Platinum heeft immers voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het subsidiair gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten komt overeen met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief. Omdat Gamesa in gebreke is gebleven met het tijdig voldoen van de facturen is zij ook de (primair) gevorderde wettelijke handelsrente verschuldigd.
5.5.
De proceskosten komen voor rekening van Gamesa, omdat zij grotendeels ongelijk krijgt. De gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Gamesa tot betaling aan Platinum van € 4.673,57 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 4.076,37 vanaf 26 februari 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt Gamesa tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Platinum tot en met vandaag vaststelt op € 1.209,49, te weten:
dagvaarding € 87,99
griffierecht € 499,00
salaris gemachtigde € 622,50;
vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en op 16 juni 2021 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter