ECLI:NL:RBNHO:2021:5654
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- J.J. Maarleveld
- P.C. van der Vlugt
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid tot sluiting van woning in verband met aangetroffen softdrugs
Op 14 januari 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak waarbij verzoeker, eigenaar en bewoner van een woning, een voorlopige voorziening heeft gevraagd tegen een besluit van de burgemeester van Beverwijk. Dit besluit, genomen op 5 januari 2021, hield in dat de woning met ingang van 13 januari 2021 voor de duur van twee maanden gesloten zou worden vanwege de aangetroffen softdrugs in de garage van de woning. Tijdens de zitting op 14 januari 2021 heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat verzoeker een spoedeisend belang had bij de gevraagde voorziening, aangezien hij gedurende twee maanden niet in zijn woning kon verblijven.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de burgemeester op grond van artikel 13b, eerste lid, van de Opiumwet bevoegd was om handhavend op te treden. De aangetroffen hoeveelheid softdrugs, waaronder 31,55 kilo henneptoppen en 2,5 kilo hasjiesj, was aanzienlijk groter dan de hoeveelheid die voor eigen gebruik is toegestaan. Verzoeker, die ook (mede-)eigenaar is van een coffeeshop, betwistte de vondst niet, maar voerde aan dat de regels voor de voorraad in de coffeeshop hem in de problemen brachten. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat deze omstandigheden niet afdoen aan de bevoegdheid van de burgemeester om de woning te sluiten.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen feiten of omstandigheden waren die de burgemeester hadden moeten nopen om van handhavend optreden af te zien. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.