Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift met in totaal 16 producties
- het verweerschrift met 7 producties
- de mondelinge behandeling van 8 juni 2021.
- [verzoeker]
- mr. Haarsma voornoemd
- [naam]
- mr. Bakhuis voornoemd
- [kerkrechtelijk advocaat] , toehoorder.
2.De feiten
[boektitel]gepresenteerd, waarin hij zijn levensverhaal vertelt, waaronder zijn beleving van het celibaat. De dag na de presentatie is [verzoeker] op non-actief gesteld.
nu op andere wijze wordt voorzien in een traject van bezinning en begeleiding”.
3.Het verzoek
mondeling(maar niet schriftelijk) heeft gecommuniceerd, nu die brief – waarin [de Bisschop] de melding door [meldster] parafraseert – doorwerkt in de Romeinse decreten. Ook wil [verzoeker] weten wat [de Bisschop] heeft ondernomen in het kader van onderzoek naar de aantijgingen die hij ‘klakkeloos heeft overgenomen’ van [meldster] en heeft geventileerd in zijn brief van 14 februari 2019. Zo wil hij weten hoe de interactie tussen meldster [meldster] , het Meldpunt en [de Bisschop] precies is geweest en of [de Bisschop] met de ouders en/of betrokkenen gesproken heeft en zelf onderzoek heeft gedaan. Ook wil hij weten hoe het Meldpunt zelf de melding heeft behandeld en beoordeeld.
– kort weergegeven – aan dat (1) het verzoek niet aan de wettelijke vereisten voldoet, (2) [verzoeker] geen belang bij zijn verzoek heeft, (3) [verzoeker] misbruik maakt van de bevoegdheid tot het inzetten van een voorlopig getuigenverhoor, (4) het verzoek in strijd is met de goede procesorde en (5) het verzoek afstuit op andere bezwaren van zwaarwegende aard.
4.De beoordeling
NJ2005, 442).
Het verzoek tot het horen van getuigen over de melding voldoet dus niet aan artikel 166 Rv.
inhoudvan zijn brief van 14 februari 2019 niet heeft ingetrokken, maar alleen het daarin aangeboden coachingstraject (de afhandeling). [verzoeker] heeft – gelet op hetgeen [de Bisschop] op dit punt betoogd heeft – onvoldoende geconcretiseerd dat het horen van getuige(n) over de vraag of [de Bisschop] de brief wel mondeling heeft ingetrokken relevantie heeft voor de in te stellen vordering wegens smaad c.q. laster door [de Bisschop] .
fishing expedition”. Dat leidt ertoe dat het verzoek moet worden afgewezen. Aan de vraag of sprake is van afwijzingsgronden komt de rechtbank daarom niet toe.
1.126,00(2 punten × tarief € 563,00)