Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sancties
7.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
220 (tweehonderd en twintig) dagen.
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
- zich zal melden bij de gecertificeerde instelling De Jeugd- en Gezinsbeschermers, gevestigd te [adres] , en zich gedurende de proeftijd en op de door deze instelling te bepalen tijdstippen zal blijven melden zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- zal meewerken aan zijn hulpverleningstraject bij Turn Over;
- op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met de volgende personen, zolang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht:
- onderwijs zal volgen en/of een zinvolle dagbesteding zal hebben;
- gedurende drie maanden aanwezig zal zijn op de navolgende locatie: [locatie] op tijdstippen zoals door de jeugdreclassering te bepalen, zolang deze instelling dit noodzakelijk acht,
dadelijk uitvoerbaarzijn.
200 (tweehonderd) urentaakstraf in de vorm van een werkstraf, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 100 (honderd) dagen jeugddetentie.
[benadeelde partij 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 4.853,88 (vierduizend achthonderddrieënvijftig euro en achtentachtig eurocent), bestaande uit € 853,88 (achthonderddrieënvijftig euro en achtentachtig eurocent) voor de materiële en € 4.000,- (vierduizend euro) voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 december 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
0 dagenjeugddetentie.
[benadeelde partij 3]geleden schade tot een bedrag van
€ 2.000,- (tweeduizend euro), bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 december 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 3] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
0 dagenjeugddetentie.
[benadeelde partij 4]geleden schade tot een bedrag van
€ 2.000,- (tweeduizend euro), bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 17 december 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [benadeelde partij 4] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
0 dagenjeugddetentie.
1 juli 2021 van de rechtbank Noord-Holland, ten name van verdachte:
- Ik lag in bed een boek te lezen toen ik getrippel op de gang hoorde.
- Opeens zag ik een man met een bivakmuts mijn slaapkamer binnenkomen. Ik zag dat hij een pistool in zijn hand hield en op mij richtte.
- Ik hoorde hem zeggen: “We komen je geld halen,” of iets dergelijks.
- Ik hoorde dat hij sprak in algemeen beschaafd Nederlands, ik heb geen accent gehoord. Naarmate de tijd verstreek werd hij dwingender.
- Ik zag dat de man blank was. Ik schat hem jong, een jaar of 20 oud. Ik zag dat hij donkere, grote ogen had. Ik zag dat hij ongeveer 180-190 centimeter groot was. Ik zat dat hij een smal, tenger postuur had. Ik zag dat de contouren van zijn hoofd smal en lang waren.
- Ik hoorde een andere persoon ondertussen de rest van het huis doorzoeken.
- Ik zag dat mijn dochters mijn kamer binnenkwamen en ik heb ze bij mij op bed genomen. Ondertussen richtte de man onafgeweken het pistool op ons.
- Ik zag dat hij keek naar mijn telefoon, die naast mijn bed lag.
- Ik hoorde de andere persoon op de gang ook spreken. Ik hoorde dat dit een mannenstem was en dat deze ook accentloos Nederlands sprak.
- Ik hoorde de man op de gang zeggen: “d’r portemonnee.”
- Ik zei dat mijn tas hier niet was. De man in de slaapkamer zei: “Is er niet,” waarop de man op de gang zei: “Oké, dan gaan we.”
- Ik zag dat de man zich naar mij toe bewoog en ik voelde en zag dat hij mij een klap gaf met het pistool. De klap kwam op mijn mond. Ik voelde direct dat mijn voortand scheef naar voren stond en dat er bloed mijn mond in liep. De klap deed heel veel pijn. Ik voelde dat een stukje hoektand afbrak.
- Ik zag dat de man mijn telefoon pakte en dat hij mijn kamer uitging.
(de rechtbank begrijpt: [verdachte] ). Hij komt uit [plaats] . [verdachte] doet al jaren af en toe klusjes in de tuin. Vandaag was [verdachte] er om werkzaamheden aan het hek te verrichten. Bovendien wisten de jongens dat [benadeelde partij 2] een paar dagen in het buitenland was. Normaal gesproken lopen onze honden ook altijd rond op het terrein of in de woning, de honden zijn erg waaks. De honden waren nu voor een paar dagen bij de opvang. [verdachte] weet de codes van onze alarminstallatie.”
A: De achterste. De lange jongen. We zijn wezen zoeken. Ik alleen boven en hij onder. Ik alleen de slaapkamer en toen zijn we gegaan. Hij zou weten waar het ligt, het geld.
A: Ieder een gelijk deel.
A: Er was een vrouw in de woning en kinderen. Twee. Die werden wakker en die heb ik ook gezien.