Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 10 maart 2021,
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties 29 tot en met 43,
- de akte overlegging producties [gedaagde] van 10 mei 2021, met producties 15 tot en met 21,
- de brief van de zijde van [eiser] van 7 mei 2021, waarmee de producties 44 tot en met 46 in het geding zijn gebracht,
- de brief van de zijde van [eiser] van 14 mei 2021,
- de brief van de zijde van [eiser] van 17 mei 2021, waarmee (de juiste) productie 34 in het geding is gebracht,
- de brief van de zijde van [gedaagde] van 18 mei 2021, waarmee productie 23 in het geding is gebracht,
- de mondelinge behandeling op 20 mei 2021,
- de pleitnota van [eiser],
- de ter zitting door [eiser] overgelegde kleurenkopie van de tekening, eerder overgelegd bij productie 2 bij de dagvaarding.
- [eiser], bijgestaan door mr. Groen voornoemd,
- [gedaagde], bijgestaan door mr. Heerebout voornoemd,
- [Tolk], tolk.
2.De zaak in het kort
- de vraag waar de erfgrenzen tussen hun percelen lopen,
- de vraag of [gedaagde] de schutting van [eiser] mocht weghalen,
- de schade die [eiser] door het weghalen van de schutting heeft geleden,
- de vraag of een erfdienstbaarheid van weg bestaat over een pad op het perceel van [eiser], die is gevestigd in een akte of door verjaring is ontstaan,
- de vraag of [eiser] het pad mocht blokkeren met betonblokken en kettingen,
- de vraag of [gedaagde] onrechtmatige overlast veroorzaakt, en
- de vraag of [gedaagde] de privacy van [eiser] schendt door camera’s op zijn perceel te richten.
Daarnaast komt de rechtbank tot de conclusie dat door verjaring een erfdienstbaarheid van weg is ontstaan over het pad op het perceel van [eiser]. [eiser] mocht dat pad dus niet blokkeren. Hij moet de betonblokken en kettingen verwijderen.
Van onrechtmatige overlast of privacyschending door camera’s is de rechtbank niet gebleken.
3.De feiten
In de akte van levering van [eiser] van 27 april 2005 is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:
C. LEVERING REGISTERGOED
LEVERING, REGISTERGOED, GEBRUIKVerkoper heeft blijkens een met kopers aangegane overeenkomst van koop en verkoop, aan kopers verkocht en levert op grond daarvan aan kopers, die blijkens voormelde overeenkomst van verkoper hebben gekocht en bij deze aanvaarden, ieder voor de onverdeelde helft:
een perceel grond, gelegen nabij [adres 2] te [plaats 1], uitmakende een ter plaatse kennelijk
OMSCHRIJVING VERKOCHTE EN EIGENDOMSVERKRIJGING.
hierna te noemen: het verkochte.
Erfdienstbaarheid van weg, ten behoeve van het bij deze verkochte en ten laste van het aan verkoper in eigendom verblijvende gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente [plaats 2] sectie E nummer 3022 om te komen van- en te gaan naar de openbare weg, genaamd [adres 4].
LEVERING, REGISTERGOED, GEBRUIK
een perceel grond met de daarop gestichte kantoorruimte en alle verdere aan- en toebehoren, gelegen achter het woonhuis aan [adres 3] te [plaats 1], plaatselijk bekend als
[adres 2]alsmede als
[adres 4] [plaats 1], uitmakende een behoorlijk ter plaatse afgebakend gedeelte ter grootte van ongeveer tweehonderd zevenenvijftig (257) vierkante meter van het perceel kadastraal bekend gemeente [plaats 2], sectie E, nummer 3895, zoals bij benadering met streeparcering staat aangegeven en aangeduid op de aan deze akte te hechten situatieschets; […]”
LEVERING, REGISTERGOED, GEBRUIK
- een perceel grond met daarop staande opstallen, gelegen aan de [adres 4] (nabij nummer 21) te [plaats 1], uitmakende van het perceel kadastraal bekend gemeente [plaats 2], sectie E, nummer 4038, een ter plaatse aangeduid en afgebakend gedeelte van ongeveer éénentwintig are vijfenzestig centiare (21.65 are), en zoals voormeld perceelsgedeelte bij benadering is aangegeven met rode omlijning op de aan deze akte gehechte en door partijen gewaarmerkte tekening,
hierna ook te noemen:
het verkochte, door koper te gebruiken ten behoeve van woningbouw.”
In de akte van levering van [gedaagde] is, voor zover van belang, het volgende opgenomen:
OMSCHRIJVING ERFDIENSTBAARHEDEN, KWALITATIEVE BEDINGEN EN/OF BIJZONDERE VERPLICHTINGEN
vermeld: een akte van levering op elf maart negentienhonderd achtentachtig […], waarin ondermeer woordelijk staat vermeld:
Vervolgens hebben de comparanten verklaard:
Erfdienstbaarheid van de weg, ten behoeve van het bij deze verkochte en ten laste van het aan verkoper in eigendom verblijvende gedeelte van het perceel kadastraal bekend gemeente [plaats 2] sectie E nummer 3022 om te komen van- en te gaan naar de openbare weg, genaamd [adres 4];”[…]”
4.Het geschil
in conventie
5.De beoordeling in conventie en in reconventie
- arbeid verwijderen bestaande bestrating: € 400,00
- afvoeren en stortkosten oude bestrating/puin: € 175,00
- grind € 70,00
- betontegel […] € 2.087,25
- voegmortel […] € 115,00
- arbeid leggen bestrating inclusief voegwerk
Zoals de rechtbank eerder heeft overwogen [15] , zijn partijen het erover eens dat de rode lijnen op de kadastrale tekening van de grensaanwijzing de nieuw aangewezen grenzen zijn. Dat betekent dat de zwarte lijnen op de tekening de grenzen zijn zoals die al bestonden. Daarom moet ervan worden uitgegaan dat partijen bij de levering van het perceel 4100 door Duet aan [eiser] geen nieuwe grens hebben aangewezen tussen het perceel 4100 en het perceel 4053 (van buurman [betrokkene 4]). Er is immers geen rode lijn ingetekend langs de garage van [eiser] aan zijn kant van het pad. Daarvoor bestond ook geen aanleiding, want de grens met perceel 4053 bestond al. Er is niet gebleken dat Duet een gedeelte van het over te dragen perceel (dat wil zeggen het pad) zelf wilde behouden.
Partijen zijn het erover eens dat Duet sinds 13 november 2003 eigenaar was van het perceel inclusief het pad. Zij heeft het perceel 4100 dan ook inclusief het pad aan [eiser] kunnen leveren. Nergens is uit gebleken dat Duet eigenaar is gebleven van een gedeelte van het perceel, bestaande uit het pad, zoals [gedaagde] heeft gesuggereerd. Van een fout van het kadaster bij het intekenen van de nieuwe percelen na de herverkaveling van het (oorspronkelijke) perceel van Duet is daarom ook geen sprake.
De vordering onder (III), voor zover [eiser] daarbij ook vergoeding van immateriële schade vanwege gederfd woongenot heeft gevorderd, zal de rechtbank om die reden ook afwijzen.
In reconventie zal de vordering van [gedaagde] onder (IV) worden toegewezen. Dat betekent dat [eiser] zal worden veroordeeld de betonblokken en kettingen op het pad te verwijderen en dat zal worden bepaald dat [eiser] de weg vrij houdt voor [gedaagde] om te gaan en komen naar de [adres 4], eventueel met voertuigen. Voor het overige zullen de vorderingen van [gedaagde] worden afgewezen.