ECLI:NL:RBNHO:2021:5367

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 juni 2021
Publicatiedatum
30 juni 2021
Zaaknummer
C/15/283505 / HA ZA 19-33
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanvulling van het voorschot op de kosten van het deskundigenonderzoek in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft de rechtbank Noord-Holland op 30 juni 2021 een rolbeslissing genomen met betrekking tot de aanvulling van het voorschot voor een deskundigenonderzoek. De deskundige, Ing. [betrokkene], was eerder benoemd en had een voorschotnota van € 4.900,50 ingediend, welke door beide partijen was voldaan. Later verzocht de deskundige om een aanvulling van het voorschot met € 2.359,50, wat ook door beide partijen werd betaald. Op 5 mei 2021 meldde de deskundige dat het begrote bedrag niet voldoende was om zijn kosten te dekken, en vroeg hij om een verdere aanvulling van € 4.356,00, omdat hij extra werk had door de opmerkingen van de advocaten van beide partijen.

De rechtbank stelde op 7 juni 2021 een termijn vast voor partijen om hun standpunt over de gevraagde aanvulling te delen. [Eiser] stemde in met de aanvulling, terwijl [gedaagde 1] c.s. bezwaar maakten en vroegen om een gedetailleerde urenopgave van de deskundige. De rechtbank besloot echter om het verzoek van [gedaagde 1] c.s. om specificatie van uren te negeren, en gaf aan dat de deskundige bij de eindnota zijn uurtarief en gewerkte uren zou specificeren.

De rechtbank oordeelde dat gezien het aantal opmerkingen van de advocaten en het omvangrijke document van [gedaagde 1] c.s., de verwachting van de deskundige dat hij meer tijd nodig had voor het eindrapport reëel was. Daarom werd het verzoek om aanvulling van het voorschot toegewezen, en werd bepaald dat het voorschot met € 4.356,00 moest worden aangevuld, waarbij iedere partij de helft van dit bedrag diende te voldoen. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. A.K. Korteweg.

Uitspraak

rolbeslissing

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
Zittingsplaats [plaats 1]
zaaknummer / rolnummer: C/15/283505 / HA ZA 19-33
Rolbeslissing van 23 juni 2021
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats 1],
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat mr. M. Heijsteeg te [plaats 1],
tegen

1.[gedaagde 1],

wonende te [plaats 2],
2.
[gedaagde 2],
wonende te [plaats 2],
gedaagden in conventie,
eisers in reconvenie,
advocaat mr. B. Parmentier te [plaats 1].
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde 1] c.s. genoemd worden.

1.De procedure en de beoordeling

1.1.
Bij tussenvonnis van 22 januari 2020 is Ing. [betrokkene] te [plaats 3] benoemd tot deskundige, met het verzoek een begroting van de kosten van het deskundigenonderzoek op te geven. De deskundige heeft een voorschotnota gestuurd van € 4.900,50 (inclusief btw), uitgaande van 24 uur werk. Partijen hebben ieder de helft van het begrote bedrag voldaan. De deskundige heeft op 27 augustus 2020 om aanvulling van het voorschot gevraagd met € 2.359,50 (inclusief btw). Partijen hebben ook ieder de helft van dit bedrag betaald.
1.2.
De deskundige heeft de rechtbank bij e-mail van 5 mei 2021 laten weten dat het begrote bedrag nog steeds onvoldoende is om zijn kosten te dekken. Volgens de deskundige heeft hij onvoorzien extra werk doordat de advocaat van [eiser] 14 opmerkingen bij het conceptrapport heeft gemaakt, en de advocaat [gedaagde 1] c.s. 23 opmerkingen. Daarnaast hebben [gedaagde 1] c.s. zelf in een 55 pagina’s tellend document gedetailleerd commentaar geleverd op het conceptrapport. Omdat de deskundige verwacht 24 uur aan extra werk nodig te hebben om de reacties te verwerken, verzoekt hij het voorschotbedrag aan te vullen met € 4.356,00 (inclusief btw).
1.3.
De rechtbank heeft partijen op 7 juni 2021 een termijn gesteld om hun standpunt over de gevraagde aanvulling van het voorschot kenbaar te maken. [eiser] heeft de rechtbank laten weten in te stemmen met de gevraagde aanvulling van het voorschot. [gedaagde 1] c.s. hebben bezwaar gemaakt tegen de gevraagde aanvulling. [gedaagde 1] c.s. begrijpt niet waarom de deskundige drie extra werkdagen nodig heeft om het rapport te af te maken en te reageren op de op- en aanmerkingen van partijen. [gedaagde 1] c.s. verzoekt de rechtbank om de deskundige een gedetailleerde urenopgave te vragen, het verzoek om verhoging van het voorschot af te wijzen, of de aanvulling van het voorschot te bepalen op basis van drie uur werk.
1.4.
De rechtbank gaat voorbij aan het verzoek van [gedaagde 1] c.s. om de deskundige te verzoeken zijn uren te specificeren. Bij inlevering van het eindrapport voegt de deskundige zijn eindnota. Bij het in de eindnota opgenomen salaris specificeert de deskundige zijn uurtarief en het aantal uren dat hij aan het onderzoek en de verslaglegging heeft besteed. Nadat partijen de gelegenheid is geboden om daarop te reageren, begroot de rechter de totale kosten van het deskundigenonderzoek met inachtneming van de eindnota en de eventuele reacties van partijen. Het verzoek [gedaagde 1] c.s. geeft de rechtbank geen aanleiding deze procedure niet te volgen.
1.5.
Gezien het aantal van 37 opmerkingen van de advocaten, en het 55 pagina’s tellende document met opmerkingen van [gedaagde 1] c.s. zelf, acht de rechtbank de verwachting van de deskundige reëel dat hij veel meer tijd dan begroot zal kwijt zijn aan het opstellen van het eindrapport. De rechtbank zal daarom het verzoek om aanvulling van het voorschot toewijzen. De rechtbank gaat voorbij aan het verzoek van [gedaagde 1] c.s. om het voorschot te baseren op drie extra uur extra werk. Te voorzien is dat de deskundige veel meer dan drie uur nodig heeft om het uitgebreid aantal opmerkingen en het document van [gedaagde 1] c.s. te verwerken in het eindrapport. Omdat het aantal van 24 extra uren de rechtbank niet onrealistisch voorkomt, zal de rechtbank het voorschot aanvullen met € 4.356,00 (inclusief btw). Zoals in het tussenvonnis van 22 januari 2020 is bepaald, dient iedere partij de helft van dit bedrag te voldoen.

2.De beslissing

De rechtbank
2.1.
bepaalt dat het voorschot op de kosten van de deskundige moet worden aangevuld met € 4.356,00 (inclusief btw),
2.2.
bepaalt dat partijen ieder de helft van dit bedrag binnen twee weken na ontvangst van een nota met betaalinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak dienen over te maken op het daarop vermelde rekeningnummer, onder vermelding van “aanvulling voorschot deskundigenrapport” en het zaak- en rolnummer,
2.3.
draagt de griffier op om de deskundige onmiddellijk in kennis te stellen van de betaling van het voorschot.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.K. Korteweg en in het openbaar uitgesproken op 30 juni 2021. [1]

Voetnoten

1.Conc.: 830