Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde 1],
[gedaagde 2],
Rechtbank Noord-Holland
In deze civiele procedure heeft de rechtbank Noord-Holland op 30 juni 2021 een rolbeslissing genomen met betrekking tot de aanvulling van het voorschot voor een deskundigenonderzoek. De deskundige, Ing. [betrokkene], was eerder benoemd en had een voorschotnota van € 4.900,50 ingediend, welke door beide partijen was voldaan. Later verzocht de deskundige om een aanvulling van het voorschot met € 2.359,50, wat ook door beide partijen werd betaald. Op 5 mei 2021 meldde de deskundige dat het begrote bedrag niet voldoende was om zijn kosten te dekken, en vroeg hij om een verdere aanvulling van € 4.356,00, omdat hij extra werk had door de opmerkingen van de advocaten van beide partijen.
De rechtbank stelde op 7 juni 2021 een termijn vast voor partijen om hun standpunt over de gevraagde aanvulling te delen. [Eiser] stemde in met de aanvulling, terwijl [gedaagde 1] c.s. bezwaar maakten en vroegen om een gedetailleerde urenopgave van de deskundige. De rechtbank besloot echter om het verzoek van [gedaagde 1] c.s. om specificatie van uren te negeren, en gaf aan dat de deskundige bij de eindnota zijn uurtarief en gewerkte uren zou specificeren.
De rechtbank oordeelde dat gezien het aantal opmerkingen van de advocaten en het omvangrijke document van [gedaagde 1] c.s., de verwachting van de deskundige dat hij meer tijd nodig had voor het eindrapport reëel was. Daarom werd het verzoek om aanvulling van het voorschot toegewezen, en werd bepaald dat het voorschot met € 4.356,00 moest worden aangevuld, waarbij iedere partij de helft van dit bedrag diende te voldoen. De beslissing werd openbaar uitgesproken door mr. A.K. Korteweg.