ECLI:NL:RBNHO:2021:5248

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 juni 2021
Publicatiedatum
29 juni 2021
Zaaknummer
15/323697-20 (P)
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Heling van gestolen goederen en wapenbezit met taakstraf als sanctie

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 14 juni 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan heling van gereedschapskisten en het voorhanden hebben van gestolen goederen en wapens. De verdachte heeft de kisten in zijn woning laten plaatsen door een medeverdachte, terwijl hij wist dat deze kisten gestolen waren. Daarnaast heeft hij gereden in een auto waarvan hij wist dat deze ook gestolen was. Tevens had hij een alarmpistool en een taser in zijn bezit. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 160 uren, waarvan 80 uren voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in zijn vervolging. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele ten laste gelegde feiten, maar heeft de overige feiten bewezen verklaard. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het advies van de reclassering. De verdachte heeft eerder veroordelingen voor vermogensdelicten op zijn naam staan, maar de rechtbank heeft deze niet meegewogen bij de strafmaat. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden verbonden aan de voorwaardelijke straf, waaronder meldplicht bij de reclassering en behandeling voor verslavingsproblematiek. De in beslag genomen voorwerpen zijn onttrokken aan het verkeer, terwijl andere voorwerpen aan de verdachte zijn teruggegeven.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, locatie Haarlemmermeer
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/323697-20 (P)
Uitspraakdatum: 14 juni 2021
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 31 mei 2021 in de zaak tegen:
[de verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1987 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het [adres]
,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in [penitentiaire inrichting] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. S.P. Visser, en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman, mr. M. Baadoudi, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij, op of omstreeks 20 mei 2020 te Haarlemtezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, gereedschapskisten met inhoud, in elk geval enig
goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde, te weten aan [het slachtoffer] , heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 20 mei 2020 te Haarlem tezamen en in vereniging met een of
meer anderen, althans alleen, gereedschapskisten met inhoud, in elk geval enig
goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [het slachtoffer] heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks
20 mei 2020 te Haarlem opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk
gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door op de uitkijk te staan
en/of voornoemd(e) goed(eren) te vervoeren en/of voornoemd(e) goed(eren) in zijn
woning op te slaan;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 20 mei 2020 te Haarlem, gereedschapskisten met inhoud,
althans (een) goed(eren) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft
overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van
dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door
misdrijf verkregen goed betrof;
2.
hij, op of omstreeks 20 mei 2020 te Haarlem een wapen van categorie III, onder 4
van de Wet wapens en munitie, te weten een, alarmpistool (van het merk en type
Olympic 38) voorhanden heeft gehad;
3.
hij, op of omstreeks 20 mei 2020 te Haarlem een wapen van categorie II, onder 5 van
de Wet wapens en munitie, te weten een taser, zijnde een voorwerp waarmee door
een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon
worden toegebracht voorhanden heeft gehad;
4.
hij, op of omstreeks 15 mei 2020 te Haarlem, een auto van het merk en type Renault
Captur ( [kenteken] ), althans een goed heeft verworven, voorhanden
heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het
voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden
dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde feit en tot bewezenverklaring van de onder 1 meer subsidiair, 2, 3 en onder 4 impliciet primair ten laste gelegde feiten.
3.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde feit.
Voor het overige heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Oordeel van de rechtbank
3.3.1
Vrijspraak feit 1 primair en subsidiairDe rechtbank is – zoals gerekwireerd door de officier van justitie en bepleit door de raadsman – van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair en subsidiair ten laste is gelegd, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
3.3.2
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 meer subsidiair, 2, 3 en 4 impliciet primair ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.
3.4
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 meer subsidiair, 2, 3 en 4 impliciet primair ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
1 meer subsidiair.
hij op 20 mei 2020 te Haarlem gereedschapskisten met inhoud voorhanden heeft gehad terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van deze goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betroffen;
2.
hij op 20 mei 2020 te Haarlem een wapen van categorie III, onder 4
van de Wet wapens en munitie, te weten een, alarmpistool (van het merk en type
Olympic 38) voorhanden heeft gehad;
3.
hij op 20 mei 2020 te Haarlem een wapen van categorie II, onder 5 van
de Wet wapens en munitie, te weten een taser, zijnde een voorwerp waarmee door
een elektrische stroomstoot personen weerloos konden worden gemaakt of pijn kon
worden toegebracht voorhanden heeft gehad;
4.
hij op15 mei 2020 te Haarlem, een auto van het merk en type Renault
Captur ( [kenteken] ), voorhanden heeft gehad terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
1. en 4, telkens:
opzetheling
2.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
3.
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden. De officier van justitie acht het, gelet op de nieuwe strafbare feiten waarvan de verdachte wordt verdacht, waarvoor hij thans in voorlopige hechtenis verblijft (de zaak met parketnummer 15/116631-21), niet opportuun aan de verdachte een deels voorwaardelijke straf op te leggen en daaraan bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering te verbinden.
6.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht aan de verdachte op te leggen een werkstraf in combinatie met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf, waarbij de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden worden verbonden aan de voorwaardelijke gevangenisstraf.
6.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sanctie die aan de verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan heling van gereedschapskisten door [de medeverdachte] de kisten in zijn woning neer te laten zetten, terwijl hij wist dat [de medeverdachte] deze kisten had gestolen. Ook heeft de verdachte gereden in een auto waarvan hij wist dat deze gestolen was. Heling maakt het plegen van diefstallen en inbraken lucratief en houdt een afzetmarkt voor gestolen voorwerpen in stand.
Daarnaast heeft de verdachte een alarmpistool en een taser voorhanden gehad. Gezien de gevaarzettende aspecten van onbevoegd (vuur)wapenbezit dient hiertegen streng te worden opgetreden.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 3 mei 2021, waaruit blijkt dat de verdachte eerder, in 2008 en 2009, ter zake van vermogensdelicten onherroepelijk tot straffen is veroordeeld. Gelet op de tijd die is verstreken tussen die veroordelingen en het plegen van de onderhavige feiten, zal de rechtbank met die eerdere veroordelingen geen rekening houden bij het bepalen van de strafsoort en -maat.
Ook heeft de rechtbank gelet op het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport van [de reclasseringswerkster] verbonden aan Fivoor, gedateerd 8 maart 2021. Door [de reclasseringswerkster] wordt geadviseerd aan de verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen en daaraan bijzondere voorwaarden te verbinden in de zin van meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling (met de mogelijkheid tot een kortdurende klinische opname), meewerken aan schuldhulpverlening en meewerken aan middelencontrole. Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard graag hulp te krijgen bij zijn verslavingsproblematiek en hij heeft zich bereid verklaard de geadviseerde voorwaarden na te komen.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een taakstraf bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid van het na te noemen aantal uren moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van 2 jaren, opdat de verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit.
Anders dan de officier van justitie ziet de rechtbank aanleiding om aan het voorwaardelijke gedeelte van de straf bijzondere voorwaarden te verbinden overeenkomstig het advies van de reclassering. De zaak met parketnummer 15/116631-21, waarvoor de verdachte op dit moment in voorlopige hechtenis zit, staat blijkens genoemd Uittreksel Justitiële Documentatie open. De verdachte is in die zaak thans niet gedagvaard, zo leidt de rechtbank af uit het uittreksel. Ten overvloede merkt de rechtbank op dat een mogelijke vervolging van de verdachte in die zaak zou kunnen leiden tot vrijspraak, waardoor bijzondere voorwaarden in die zaak niet aan de orde zullen komen.
Uit genoemd reclasseringsrapport en de verklaring van de verdachte ter terechtzitting leidt de rechtbank af dat sprake is van persoonlijke problematiek bij de verdachte, waar hij graag hulp bij krijgt en waarbij vanwege de verslavingsproblematiek van de verdachte een stok achter de deur gewenst is. Hulpverlening aan de verdachte kan via de veroordeling in de onderhavige zaak worden opgestart. De rechtbank ziet geen aanleiding om de verdenking in de zaak met parketnummer 15/116631-21, gelet op de stand van zaken in die zaak, hierop van invloed te laten zijn.
7.7
Vermogensmaatregel
De volgende voorwerpen zijn aangetroffen in de woning waar de verdachte verblijft bij gelegenheid van het onderzoek naar het door de verdachte begane feit:
7. 1 STK Wapen
117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: G1147843, IBG onder [naam] , een revolver voor knalpatronen, Olympic 38)
8. 1 STK Wapen
117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: G1147847 IBG onder [naam] , Luchtdrukwapen 177 cal pellet, Crosman 1077)
9. 1 STK Wapen
117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: G1147849 IBG onder [naam] , luchtdrukwapen, Sheridan)
10. 1 STK Wapen
117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: G1147851 IBG onder [naam] , luchtdrukwapen 22cal pellet, Crosman 2240)
11. 1 STK Wapen
117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: G1147852 IBG onder [naam] , Machete uit Taiwan)
12. 1 STK Wapen
117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: G1147855 IBG onder [naam] , stroomstootwapen)
Aangezien de woning op naam staat van zijn vriendin [naam] zijn de voorwerpen in beslag genomen onder [naam] . Zij heeft blijkens het proces-verbaal van verhoor van 21 mei 2020 met proces-verbaalnummer PL1100-2020101769-53 afstand gedaan van de in beslag genomen voorwerpen. De zaak jegens [naam] is geseponeerd. Op de in beslag genomen voorwerpen ligt nog steeds beslag. De verdachte heeft verklaard dat de in de woning aangetroffen voorwerpen aan hem toebehoren. De officier van justitie heeft deze voorwerpen op de beslaglijst geplaatst in de onderhavige zaak. Gelet op het voorgaande moet de rechtbank derhalve een beslissing nemen over de inbeslaggenomen voorwerpen.
De rechtbank is van oordeel dat voornoemde in beslag genomen voorwerpen dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Deze voorwerpen kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke feiten en tevens is het ongecontroleerde bezit van voormelde in beslag genomen voorwerpen in strijd met de wet.
7.8
Ad informandum feit
Bij de beslissing over de op te leggen straf heeft de rechtbank tevens rekening gehouden met de op de tenlastelegging onder 5 ad informandum gevoegde zaak. De verdachte heeft erkend zich aan dat feit te hebben schuldig gemaakt en de officier van justitie heeft medegedeeld dat hij de verdachte daarvoor niet (meer) zal vervolgen.
8. Overige beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen
De volgende voorwerpen zijn aangetroffen in de woning waar de verdachte verblijft bij gelegenheid van het onderzoek naar het door de verdachte begane feit:
1. STK Telefoontoestel
Deponeren
(Omschrijving: G1148048 ibg onder [naam] , Iphone A2221)
2. 1 STK Telefoontoestel
Deponeren
(Omschrijving: G1148054 IBG onder [naam] , Iphone A1332)
3. 1 STK Telefoontoestel
Deponeren
(Omschrijving: G1148060 IBG onder [naam] , zilverkleurig, merk: Iphone A1688)
4. 1 STK Telefoontoestel
Deponeren
(Omschrijving: G.1148066 IBG onder [naam] , rondom stuk, gaten en krassen, Iphone A2105)
5. 1 STK Telefoontoestel
Deponeren
(Omschrijving: G1148121 IBG onder [naam] , lichte gebruikerssporen en krassen op het scherm, goudkleurig, merk: Apple)
6. 1 STK Harddisk
Deponeren
(Omschrijving: G1169448, IBG onder [naam] , serienr.2L04234PAZB6YC8 met camerabeelden van beveiligingscamera, wit, merk: Alhua)
Aangezien de woning op naam staat van zijn vriendin [naam] zijn de voorwerpen in beslag genomen onder [naam] . Zij heeft blijkens het proces-verbaal van verhoor van 21 mei 2020 met proces-verbaalnummer PL1100-2020101769-53 afstand gedaan van de in beslag genomen voorwerpen. De zaak jegens [naam] is geseponeerd. Op de in beslag genomen voorwerpen ligt nog steeds beslag. De verdachte heeft verklaard dat de in de woning aangetroffen voorwerpen aan hem toebehoren. De officier van justitie heeft deze voorwerpen op de beslaglijst geplaatst in de onderhavige zaak. Gelet op het voorgaande moet de rechtbank derhalve een beslissing nemen over de inbeslaggenomen voorwerpen.
De rechtbank is van oordeel dat voornoemde in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen dienen te worden teruggegeven aan de verdachte, aangezien die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikel 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36c, 36d, 57, 63 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
artikel 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte onder 1 primair en subsidiair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 meer subsidiair, 2, 3 en 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de onder 1 meer subsidiair, 2, 3 en 4 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4 vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot het verrichten van
160 (zegge: honderdzestig) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren daarvan verrichten te vervangen door 80 dagen hechtenis, met bevel dat een gedeelte groot
80 (zegge: tachtig) uren, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 40 dagen hechtenis,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op 2 jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
 zich binnen vijf werkdagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij GGZ reclassering Fivoor op het adres Zijlweg 148C te Haarlem;
 zich blijft melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt;
 zich laat behandelen door Ambulant Centrum van Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering, waarbij de behandeling de gehele proeftijd duurt of zoveel korter als de reclassering nodig vindt en waarbij de verdachte zich houdt aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
 zich laat opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing, wanneer de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert. Deze kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt;
 meewerkt aan aanmelding bij de Materieel Juridische Dienstverlening en meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen;
 de reclassering inzicht geeft in zijn financiën en schulden;
 meewerkt aan controle van het gebruik van alcohol en drugs, waarbij de reclassering urineonderzoek en ademonderzoek kan gebruiken voor de controle en bepaalt hoe vaak de verdachte wordt gecontroleerd.
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden.
Onttrekt aan het verkeer:
7. 1 STK Wapen
117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: G1147843, IBG onder [naam] , een revolver voor knalpatronen, Olympic 38)
8. 1 STK Wapen
117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: G1147847 IBG onder [naam] , Luchtdrukwapen 177 cal pellet, Crosman 1077)
9. 1 STK Wapen
117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: G1147849 IBG onder [naam] , luchtdrukwapen, Sheridan)
10. 1 STK Wapen
117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: G1147851 IBG onder [naam] , luchtdrukwapen 22cal pellet, Crosman 2240)
11. 1 STK Wapen
117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: G1147852 IBG onder [naam] , Machete uit Taiwan)
12. 1 STK Wapen
117 Sv - Vernietigen
(Omschrijving: G1147855 IBG onder [naam] , stroomstootwapen)
Gelast de teruggave aan de rechthebbende (zijnde de verdachte) van:
1. STK Telefoontoestel
Deponeren
(Omschrijving: G1148048 ibg onder [naam] , Iphone A2221)
2. 1 STK Telefoontoestel
Deponeren
(Omschrijving: G1148054 IBG onder [naam] , Iphone A1332)
3. 1 STK Telefoontoestel
Deponeren
(Omschrijving: G1148060 IBG onder [naam] , zilverkleurig, merk: Iphone A1688)
4. 1 STK Telefoontoestel
Deponeren
(Omschrijving: G.1148066 IBG onder [naam] , rondom stuk, gaten en krassen, Iphone A2105)
5. 1 STK Telefoontoestel
Deponeren
(Omschrijving: G1148121 IBG onder [naam] , lichte gebruikerssporen en krassen op het scherm, goudkleurig, merk: Apple)
6. 1 STK Harddisk
Deponeren
(Omschrijving: G1169448, IBG onder [naam] , serienr.2L04234PAZB6YC8 met camerabeelden van beveiligingscamera, wit, merk: Alhua)
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.M. Koolen-Zwijnenburg, voorzitter,
mr. H.D. Overbeek en mr. B.C. Swier, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. M.T. Sluis,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 14 juni 2021.
Mr. A.M. Koolen-Zwijnenburg en mr. B.C. Swier zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.