Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
- met dat door hem bestuurde motorrijtuig, tijdens het rijden in slaap is gevallen, althans niet voordurend de aandacht aan de weg en/of aan het verkeer heeft besteed en/of zijn motorrijtuig niet voortdurend onder controle heeft gehad en/of (vervolgens)
- niet de rijbaan heeft gebruikt, immers is hij, verdachte, met het door hem bestuurde motorrijtuig in de rechterberm terechtgekomen en (vervolgens) is hij, verdachte, tegen een of meerdere bomen gebotst en/of aangereden en/of aangegleden (waardoor tevens de achterzijde van de personenauto is afgescheurd en/of vervolgens tegen de linker geleiderail is aangekomen),
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 19 mei 2019 te Uitgeest, in elk geval in Nederland, als bestuurder van een motorrijtuig, personenauto, merk Volkswagen, [kenteken] , dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn bloed bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder b van de Wegenverkeerswet 1994, 0,52 milligram, in elk geval hoger dan 0,2 milligram, alcohol per milliliter bloed bleek te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en nog geen vijf jaren waren verstreken sedert de datum waarop aan hem voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven, zijnde een datum waarop hij de leeftijd van 18 jaar had bereikt, dan wel zijnde een datum waarop hij de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en waarop hem voor het eerst een rijbewijs van categorie B is afgegeven;
en/of
hij op of omstreeks 19 mei 2019 te Uitgeest, in elk geval in Nederland, als bestuurder van een voertuig (personenauto, merk Volkswagen, [kenteken] ), daarmee rijdende op de weg, Rijksweg A9, -na gebruik van alcoholhoudende drank en/of een of meer verdovende middel(en)-
- met dat door hem bestuurde motorrijtuig, tijdens het rijden in slaap is gevallen, althans niet voortdurend de aandacht aan de weg en/of aan het verkeer heeft besteed en/of zijn motorrijtuig niet voortdurend onder controle heeft gehad en/of (vervolgens)
- niet de rijbaan heeft gebruikt, immers is hij, verdachte, met het door hem bestuurde motorrijtuig in de rechterberm terechtgekomen en (vervolgens) is hij, verdachte, tegen een of meerdere bomen gebotst en/of aangereden en/of aangegleden (waardoor tevens de achterzijde van de personenauto is afgescheurd en/of vervolgens tegen de linker geleiderail is aangekomen),
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
Feit 2hij op of omstreeks 19 mei 2019 te Uitgeest als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto, merk Volkswagen, type Polo), [kenteken] , daarmede heeft gereden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, Rijksweg A9, zonder dat er voor dit motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen was gesloten en in stand gehouden.
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
- met dat door hem bestuurde motorrijtuig, tijdens het rijden in slaap is gevallen, althans niet voortdurend de aandacht aan de weg en/of aan het verkeer heeft besteed en zijn motorrijtuig niet voortdurend onder controle heeft gehad en vervolgens
- niet de rijbaan heeft gebruikt, immers is hij, verdachte, met het door hem bestuurde motorrijtuig in de rechterberm terechtgekomen en vervolgens is hij, verdachte, tegen meerdere bomen gebotst en/of aangereden en/of aangegleden (waardoor tevens de achterzijde van de personenauto is afgescheurd en vervolgens tegen de linker geleiderail is aangekomen),
Feit 2hij op 19 mei 2019 te Uitgeest als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto, merk Volkswagen, type Polo), [kenteken] , daarmede heeft gereden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, Rijksweg A9, zonder dat er voor dit motorrijtuig een verzekering overeenkomstig de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen was gesloten en in stand gehouden.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Bijkomende straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
240 (zegge: twee honderd en veertig) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 120 dagen hechtenis.
nietzal worden ten uitvoer gelegd tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op één jaar bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.