ECLI:NL:RBNHO:2021:5229

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
15 juni 2021
Publicatiedatum
29 juni 2021
Zaaknummer
14-010154-00
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege

Op 15 juni 2021 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, een mondelinge uitspraak gedaan over de verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling van een betrokkene. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar toegewezen. De betrokkene, die sinds 19 mei 2001 onder de maatregel van terbeschikkingstelling valt, heeft een geschiedenis van ernstige delicten, waaronder poging tot doodslag en diefstal met geweld. De termijn van terbeschikkingstelling was voor het laatst verlengd op 12 mei 2020.

Tijdens de zitting is de betrokkene gehoord, evenals deskundigen van de kliniek en de officier van justitie. De kliniek heeft geadviseerd de terbeschikkingstelling te verlengen, omdat de betrokkene kampt met een antisociale- en borderline persoonlijkheidsstoornis en verslavingsproblematiek. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene behoefte heeft aan stabiliteit en begeleiding, en dat een geleidelijke afbouw van structuur en begeleiding noodzakelijk is voor zijn resocialisatie.

De rechtbank heeft de conclusies van de kliniek overgenomen en geoordeeld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen een verlenging van de terbeschikkingstelling vereist. De rechtbank heeft besloten de termijn van terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, in het belang van de betrokkene en de veiligheid van de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, zittingsplaats Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 14-010154-00
Uitspraakdatum: 15 juni 2021
Beslissing ex artikel 6:6:10, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv)op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van de betrokkene:
[de betrokkene],
geboren op [geboortedatum en -plaats] ,
ingeschreven op het adres van [de kliniek] ,
verblijvende in [de FPA] ,
met één jaar.

1.Procedure

Bij vonnis van deze rechtbank van 23 januari 2001 is aan de betrokkene de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opgelegd, wegens, zakelijk weergegeven, onder andere de voortgezette handeling van poging tot doodslag en diefstal met geweld.
De termijn van de terbeschikkingstelling nam een aanvang op 19 mei 2001.
De termijn is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 12 mei 2020 met één jaar.
De onderhavige vordering is op 24 maart 2021 bij de rechtbank ingediend.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken, waaronder:
  • een advies, als bedoeld in artikel 6:6:12, eerste lid, aanhef en onder a Sv, van 22 maart 2021 van [de kliniek] , ondertekend door [..] , GZ-psycholoog en behandelcoördinator, en [..] , psychiater, tevens plaatsvervangend hoofd van de kliniek;
  • een afschrift van de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van de betrokkene als bedoeld in artikel 6:6:12, eerste lid, aanhef en onder b Sv.
Op 15 juni 2021 is de vordering tijdens een openbare terechtzitting behandeld. De betrokkene is gehoord, alsmede de deskundige van de kliniek, [..] . Ook waren aanwezig de officier van justitie, mr. M.E. Grijsen, en de raadsvrouw van de betrokkene, mr. A.L. Louwerse, advocaat te Haarlem.

2.Advies van de kliniek

Het advies van de kliniek houdt, voor zover relevant, zakelijk weergegeven, het volgende in.
De betrokkene kampt met een antisociale- en borderline persoonlijkheidsstoornis en daarnaast verslavingsproblematiek. Vanuit de transmurale voorziening van de kliniek (TMV), waar de betrokkene sinds november 2019 verbleef, was het de bedoeling om te toetsen wat een geschikte vervolgsetting voor de betrokkene zou zijn. Nadat was geconstateerd dat de betrokkene op de TMV overvraagd was, is hij op een pre-resocialisatieafdeling van de kliniek geplaatst. De betrokkene behoeft meer structuur, begeleiding en laagdrempelige dagbesteding dan via het vervolgtraject op de TMV werd geboden. De kliniek heeft daarom, in overleg met de reclassering en Verslavingszorg Noord Nederland, het vervolgtraject gewijzigd en besloten dit uit te zetten naar [de FPA] om de verdere resocialisatie van de betrokkene vorm te geven.
De betrokkene is in oktober 2020 overgeplaatst naar de FPA om daar zijn verdere resocialisatie vorm te geven. Daar had de betrokkene meermaals een positieve urinecontrole, waardoor zijn vrijheden werden ingetrokken. Het cannabisgebruik van de betrokkene nam in de FPA echter toe. De betrokkene is daarop aangesproken en ook op het feit dat geen sprake was van openheid en transparantie naar het behandelteam, wat de betrokkene heeft erkend. Omdat dat niet resulteerde in gedragsverandering, is de betrokkene op 22 januari 2021 voor een time-out in de kliniek geplaatst. De betrokkene is hierna, na aanscherping van de afspraken, op 25 februari 2021 teruggekeerd naar de FPA met een geheel abstinent beleid.
De kliniek acht een beëindiging van de zorg op dit moment nog niet verantwoord. Er blijkt nog altijd een hoog risico op recidive voor de situatie uit zorg. De betrokkene is in het verleden in de uitstroomfase gerecidiveerd, omdat het hem te snel ging en zijn draagkracht hierdoor sterk werd overschreden. Vanuit de FPA wordt gekoerst op een geleidelijke afbouw van structuur en begeleiding, waarbij wordt toegewerkt naar begeleid wonen op het terrein van de FPA. Het behandelteam acht het in deze uitstroomfase van groot belang om de weg van geleidelijkheid te kiezen. De vrijheden van de betrokkene moeten stapsgewijs worden uitgebreid, waarbij de balans tussen zijn draagkracht en draaglast nauwgezet zal worden gemonitord. Een periode van toetsing middels transmuraal verlof en proefverlof sluit daarbij het beste aan op de wensen en zorgbehoefte van de betrokkene.
Het traject van de betrokkene zal de komende tijd, naast het onderzoeken van de mogelijkheden van proefverlof en uitbreiden van vrijheden, in het teken staan van zijn verblijf in de FPA, de inbedding in de zorg die hij langdurig nodig zal blijven houden en nieuwe toetsing van stabiliteit op langere termijn. Het is van belang dat de kliniek in deze periode een op afstand sturende rol blijft spelen en de betrokkene kan opvangen voor een time-out als dat nodig blijkt. Gelet hierop en gezien de grote kwetsbaarheid van de betrokkene en de delictrisico’s die daarmee gepaard gaan, is de betrokkenheid van en behandeling vanuit de kliniek aangewezen. De kliniek verwacht een periode van een jaar nodig te hebben om toe te kunnen werken naar proefverlof en een geschikte woonplek binnen de psychiatrie waarnaar de betrokkene kan doorstromen en langdurig kan verblijven. Om die reden wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met dwangverpleging te verlengen met één jaar.
De deskundige heeft dit advies op de zitting gehandhaafd. Zij heeft toegelicht dat het drugsbeleid van de betrokkene recentelijk is aangepast naar de gereguleerde afspraak om maximaal drie keer per week softdrugs te gebruiken. De haalbaarheid van dit beleid wordt groter geacht, waardoor de behandeling van de betrokkene meer in het teken kan staan van zijn resocialisatie. Daarbij zal in het bijzonder aandacht uitgaan naar de inbedding en stabiliteit van de betrokkene in de FPA en in de zorg op langere termijn en het daarbij onderzoeken van de haalbaarheid van een woonplek op het terrein van de FPA, alsmede het toetsen van de mogelijkheden van proefverlof van de betrokkene, uitbreiding van zijn vrijheden en de daarmee samenhangende toename van zijn zelfstandigheid en verantwoordelijkheden. De kliniek verwacht, bij een positief verloop, daarvoor een periode van een jaar nodig te hebben.

3.Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft, gelet op het verlengingsadvies en de toelichting van de deskundige daarop, gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege met één jaar.

4.Standpunt van de betrokkene

De betrokkene is het eens met de vordering van de officier van justitie. De raadsvrouw heeft namens de betrokkene naar voren gebracht dat de betrokkene het komende jaar verwacht toe te werken naar stabiliteit en proefverlof, zodat bij een volgende verlenging van de maatregel van de verpleging van overheidswege voorwaardelijk kan worden beëindigd.

5.Beoordeling

De rechtbank kan zich verenigen met de hiervoor vermelde conclusies en het advies van de kliniek. Zij zal deze overnemen. Uit het advies van de kliniek en de toelichting van de deskundige daarop blijkt dat de betrokkene behoefte heeft aan en is gebaat bij stabiliteit, begeleiding en een structurerende omgeving. Het is de bedoeling van de kliniek om vanuit de FPA de structuur en begeleiding geleidelijk af te bouwen en toe te werken naar begeleid wonen op het terrein van de FPA of een soortgelijke woonsetting binnen de psychiatrie. De rechtbank acht het in het belang van de betrokkene en een succesvol verloop van zijn resocialisatie, dat deze uitstroomfase geleidelijk en stapsgewijs plaatsvindt, waarbij de balans tussen zijn draagkracht en draaglast nauwgezet in het oog wordt gehouden.
De rechtbank is, gelet op de stukken en het verhandelde op de zitting, alsmede de inschatting van het recidiverisico en de tijd die de kliniek voor de volgende fase nodig acht te hebben, van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling van de betrokkene vereist en wel met één jaar. De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.

6.Beslissing

De rechtbank:
Wijst de vordering van de officier van justitie toe.
Verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege van de betrokkene met
één jaar.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Deze beslissing is gegeven door
mr. J. van Beek, voorzitter,
mr. L. Boonstra en mr. M.S. Lamboo, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. P.H. Boersma, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 15 juni 2021.