Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 28 augustus 2019 (hierna: het tweede tussenvonnis),
- de akte uitlating tevens akte overlegging producties van [gedaagde] met producties 60 t/m 62,
- de antwoordakte van [eiseres] ,
- het deskundigenbericht van 18 januari 2021 met bijlagen,
- de conclusie na deskundigenbericht van [eiseres] met productie 25,
- de antwoordconclusie na deskundigenbericht van [gedaagde] met productie 62 t/m 64.
2.De verdere beoordeling
in conventie en in reconventie
in het kader van de grote optel- en aftreksom van de diverse posten tussen partijen van de diverse verrekenposten” met de negatieve waarde van de vof van € 70.000,- rekening moet worden gehouden. Voor zover hij daarmee bedoelt dat dit in deze procedure moet gebeuren, is dat onjuist. Zoals de rechtbank in 4.20.3. van het eerste tussenvonnis heeft overwogen, is de financiële afwikkeling (vereffening) van de vof in deze procedure niet aan de orde.