Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 1.200,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 september 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 180,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.Het verweer
5.De beoordeling
‘ATFM due to WEATHER AT DESTINATION’.De passagiers stellen dat een deel van deze vertraging niet is veroorzaakt door buitengewone omstandigheden, omdat de deuren van het toestel pas om 11:05 UTC zijn gesloten terwijl de geplande vertrektijd 10:40 UTC was. De vervoerder heeft echter gemotiveerd weerlegd dat de luchtverkeersleiding reeds om 08:40 UTC een “slot” van 11:56 UTC aan het toestel heeft opgelegd. Het toestel heeft de slottijd van 11:56 UTC ook gebruikt, zodat het feit dat de deuren om 11:06 UTC werden gesloten het voorgaande niet anders maakt. De vertraging ontstaan door de opgelegde restrictie kan naar het oordeel van de kantonrechter als een buitengewone omstandigheid worden aangemerkt. De vervoerder had immers niet de mogelijkheid om eerder te vertrekken doordat de luchtverkeersleiding een gewijzigde vertrektijd aan het toestel heeft toegekend. Een luchtvaartmaatschappij is altijd verplicht om een CTOT op te volgen. Niet is gebleken dat de vervoerder zelf om een nieuw CTOT heeft verzocht. Het besluit van de luchtverkeersleiding is in het onderhavige geval dan ook aan te merken als een buitengewone omstandigheid in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening. De passagiers stellen nog dat de vertraging ontstaan door de gewijzigde “slots” niet kan worden aangemerkt als een “langdurige vertraging” in de zin van de Verordening, maar deze stelling kan hun niet baten nu de vertraging op de eindbestemming leidend is, zodat de vertraging van de vlucht als langdurig kan worden aangemerkt.
Aircraft Rotation, late Arrival of Aircraft From Another Flight or Previous Sector’(vertragingscode 93).