Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Procesverloop
Overwegingen
om voorlopige voorziening] wordt gedaan indien beroep bij de bestuursrechter is ingesteld en de voorzieningenrechter van oordeel is dat na de zitting [
waarop het verzoek is behandeld], bedoeld in artikel 8:83, eerste lid, nader onderzoek redelijkerwijs niet kan bijdragen aan de beoordeling van de zaak, kan hij onmiddellijk uitspraak doen in de hoofdzaak.
besluitin de zin van artikel 1:3, eerste lid, Awb beroep instellen bij de bestuursrechter. Gelet op artikel 7:1 Awb dient voordat beroep wordt ingesteld, eerst bezwaar te worden gemaakt. Eiseres heeft bij de raad bezwaar gemaakt. Alvorens de raad tot een inhoudelijke behandeling van het bezwaar kan overgaan, dient hij te bezien of de belanghebbende in zijn bezwaren kan worden ontvangen. Daartoe is in dit geval van belang of de beslissing tot verwerping van het initiatiefvoorstel van 11 mei 2020 een besluit is in de zin van artikel 1:3 Awb zodat daartegen beroep op grond van artikel 8:1 Awb open staat [2] . Een handeling - beslissing of anderszins - is alleen een besluit in de zin van artikel 1:3 Awb als er sprake is van een (schriftelijke) beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Beoordeeld moet derhalve worden of de verwerping van het initiatiefvoorstel op 11 mei 2020 een zodanige rechtshandeling inhoudt. [3]
rechtshandeling is, als die gericht is op rechtsgevolg. Een handeling heeft rechtsgevolg indien daarmee een bevoegdheid, recht of verplichting voor een of meer anderen ontstaat of teniet wordt gedaan, dan wel de juridische status van een persoon of een zaak wordt vastgesteld.
nietover te gaan tot herziening van het bestemmingsplan, althans de beslissing om het college van burgemeester en wethouders daartoe
geenopdracht te geven, brengt geen wijziging teweeg in de rechtspositie van enig persoon. Anders gezegd: als gevolg van deze beslissing ontstaat geen bevoegdheid, recht of verplichting voor een of meer anderen en wordt ook geen bevoegdheid, recht of verplichting teniet gedaan. Er wordt immers door de verwerping van het voorstel juist geen verplichting aangegaan of opgelegd. Ook wordt daarmee niet de juridische status van een persoon of een zaak vastgesteld. Hetzelfde geldt voor de verwerping van het voorstel om het college van burgemeester en wethouders op te dragen om te stoppen met inventariserende voorbereidingshandelingen ten behoeve van de bouw van het stadskantoor.
aanvraagtot bijvoorbeeld het nemen van een voorbereidingsbesluit in de zin van artikel 3.7, eerste lid, Wro. Het initiatiefvoorstel is geen aanvraag in de zin van artikel 1:3, derde lid, Awb, omdat een door een aantal fracties in de raad binnen dit politiek orgaan ingediend voorstel niet kan worden aangemerkt als een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen. Een
aanvraagkan enkel worden gedaan door een belanghebbende die geen onderdeel is van dat bestuursorgaan. Fracties in de gemeenteraad maken onderdeel uit van dat bestuursorgaan en zijn daarom geen belanghebbende in de zin van dat artikelonderdeel. De verwerping van het initiatiefvoorstel kan derhalve ook niet als
afwijzingmet een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht worden gelijkgesteld [5] .
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.