ECLI:NL:RBNHO:2021:4681

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
26 mei 2021
Publicatiedatum
8 juni 2021
Zaaknummer
8707629 \ CV FORM 20-6881
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van een vlucht en buitengewone omstandigheden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 26 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een passagier en de luchtvaartmaatschappij Deutsche Lufthansa Aktiengesellschaft. De passagier had een vervoersovereenkomst gesloten voor een vlucht van Mumbai naar Amsterdam via Frankfurt op 14 mei 2019. Door een vertraging van de vlucht van Mumbai naar Frankfurt miste de passagier zijn aansluitende vlucht naar Amsterdam, waardoor hij met meer dan drie uur vertraging op zijn eindbestemming aankwam. De passagier verzocht compensatie van €600,00 op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, maar de vervoerder weigerde dit en stelde dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk wijzigingen in de slottijden door de luchtverkeersleiding.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagier recht had op compensatie, maar dat de vervoerder kon aantonen dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden. De rechter oordeelde dat de luchtverkeersleiding de slottijden had gewijzigd en dat de vervoerder alle redelijke maatregelen had genomen om de vertraging te beperken. De kantonrechter wees de vordering van de passagier af en veroordeelde hem tot betaling van de proceskosten. De beslissing is definitief, aangezien er geen hoger beroep openstaat.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8707629 \ CV FORM 20-6881
Uitspraakdatum: 26 mei 2021
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:
[de passagier]
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: de passagier
gemachtigde: ARAG Legal Services B.V. (Flight Claim)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Deutsche Lufthansa Aktiengesellschaft
gevestigd te Keulen (Duitsland) en mede kantoorhoudende te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. E.C. Douma

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 6 augustus 2020;
  • het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 18 september 2020.

2.De feiten

2.1.
De passagier heeft met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagier diende te vervoeren van Mumbai (India) naar Amsterdam via Frankfurt (Duitsland) op 14 mei 2019, hierna: de vlucht.
2.2.
De vlucht van Mumbai naar Frankfurt is vertraagd uitgevoerd. De passagier heeft zijn aansluitende vlucht naar Amsterdam gemist en is met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming aangekomen.
2.3.
De passagier heeft compensatie van de vervoerder verzocht in verband met voornoemde vertraging.
2.4.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3.Het verzoek en het verweer

3.1.
De passagier verzoekt de vervoerder te veroordelen tot betaling van:
- €600,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 mei 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 90,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 mei 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2.
De passagier baseert zijn verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof).
3.3.
De passagier stelt dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is compensatie te betalen conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 600,00. Daarnaast maakt de passagier aanspraak op betaling door de vervoerder van de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.
3.4.
De vervoerder betwist de verschuldigdheid van het verzocht en doet een beroep op (doorwerking van) buitengewone omstandigheden. Daartoe heeft hij, onder meer, het volgende aangevoerd.
3.5.
De vlucht maakt onderdeel uit van de rotatievlucht Frankfurt-Mumbai-Frankfurt. De luchtverkeersleiding heeft twee uur vóór het vertrek van de voorgaande vlucht de oorspronkelijke “slot” van 11:20 UTC ingetrokken en een latere slot aan het toestel toegekend. Na diverse slotwijzigingen werd om 11:34 UTC de “slot” van 12:20 UTC toegekend. De bemanning van de vlucht moest gevolg geven aan de instructies van de luchtverkeersleiding. De luchtverkeersleiding trok de oorspronkelijke “slot” in en kende een latere “slot” toe. De vlucht in kwestie werd daardoor automatisch vertraagd uitgevoerd en deze vlucht werd ook nog opgehouden door de instructies van de (plaatselijke) luchtverkeersleiding in Mumbai. De vlucht kwam met een vertraging in Frankfurt aan en de passagier miste hierdoor zijn aansluitende vlucht. De vervoerder heeft de passagier omgeboekt naar de eerstvolgende vlucht met plaats.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat de Nederlandse rechter in deze zaak bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat de passagier met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming is aangekomen, zodat de vervoerder op grond van de Verordening in beginsel gehouden is de compensatie als bedoeld in de Verordening te voldoen. Dit is anders indien de vervoerder kan aantonen dat de vertraging het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 5 lid 3 van de Verordening. In punt 15 van de considerans van de Verordening staat dat er geacht wordt sprake te zijn van buitengewone omstandigheden wanneer een besluit van het luchtverkeersbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag een langdurige vertraging, een vertraging van een nacht of de annulering van één of meer vluchten van dat vliegtuig veroorzaakt, ook al heeft de betrokken luchtvaartmaatschappij alle redelijke inspanningen geleverd om de vertragingen of annuleringen te voorkomen.
4.3.
De vraag die thans voorligt is of de vervoerder met de door hem overgelegde stukken en zijn toelichting daarop aannemelijk heeft gemaakt dat de langdurige vertraging van de passagier op de eindbestemming het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden.
4.4.
Uit het door de vervoerder overgelegde ‘slot history’ overzicht van de vlucht Frankfurt-Mumbai volgt dat de luchtverkeersleiding de ‘slottijden’ voor deze vlucht vanaf 09:20 UTC meer dan eens heeft aangepast met als reden vertragingscode 81 (“ATFM due to ATC EN-ROUTE DEMAND CAPACITY). De gewijzigde ‘slottijden’ hebben in dit geval te gelden als een besluit van het luchtverkeersbeheer voor een specifiek toestel op een specifieke dag zoals bedoel in overweging 15 van de Verordening. Het toestel kon hierdoor niet eerder vertrekken dan de laatste opgelegde ‘slottijd’ voor het toestel, omdat de instructie van de luchtverkeersleiding altijd moet worden opgevolgd. De vertraging ontstaan op de vlucht Frankfurt-Mumbai is dan ook het gevolg geweest van een buitengewone omstandigheid.
4.5.
Uit het vluchtrapport van de vlucht in kwestie volgt dat de vlucht met een vertraging van 56 minuten is uitgevoerd wegens vertragingscode 93 (voor de duur van 25 minuten) en vertragingscode 89 (voor de duur van 31 minuten). Anders dan de passagier is de kantonrechter van oordeel dat de buitengewone omstandigheid die zich heeft voorgedaan op de voorgaande vlucht doorwerkt op de onderhavige vlucht, omdat de vertragingscode 93 staat voor “
AIRCRAFT ROTATION, late arrival of aircraft from another flight or previous sector”en hierboven is geoordeeld dat de voorgaande vlucht wegens buitengewone omstandigheden vertraagd is uitgevoerd
.Voorts heeft de vervoerder toegelicht dat de plaatselijke luchtverkeersleiding beperkingen heeft opgelegd aan de onderhavige vlucht, hetgeen volgt uit vertragingscode 89;
RESTRICTIONS AT AIRPORT OF DEPARTURE WITH OR WITHOUT ATFM RESTRICTIONS.De vervoerder heeft gemotiveerd gesteld dat hij geen invloed heeft kunnen uitoefenen op deze beslissingen van de luchtverkeersleiding en dat om die reden de besluiten van het luchtverkeersbeheer zijn aan te merken als buitengewone omstandigheden in de zin van artikel 5, lid 3 van de Verordening. Het toestel is uiteindelijk met een vertraging van 46 minuten om 06:46 UTC in Frankfurt aangekomen en de passagier heeft zijn aansluitende vlucht, welke om 07:10 UTC gepland stond voor vertrek, gemist. De uiteindelijke vertraging van de passagier op de eindbestemming is dan ook het directe gevolg van de vertraging van de vlucht Mumbai-Frankfurt.
4.6.
De volgende vraag die voorligt is of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de passagier te beperken. Tussen de twee aansluitende vluchten was oorspronkelijk een overstaptijd van 70 minuten gepland. De minimum overstaptijd in Frankfurt is 45 minuten. Dit betekent dat er een reservetijd van 25 minuten bovenop de overstaptijd was ingepland om eventuele incidenten te kunnen opvangen. Dit wordt als voldoende beschouwd. De vervoerder heeft de passagier omgeboekt naar een andere vlucht welke uiteindelijk dezelfde dag om 12:33 UTC in Amsterdam is aangekomen. In de gegeven omstandigheden kon niet meer van de vervoerder worden verwacht.
4.7.
Gelet op het voorgaande zal de vordering van de passagier worden afgewezen. De proceskosten komen voor rekening van de passagier, omdat hij ongelijk krijgt.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de vervoerder tot en met vandaag worden begroot op € 124,00 aan salaris gemachtigde;
Deze beschikking is gegeven door mr. M.M. Kruithof, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open