Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[minderjarige]
1.Het procesverloop
- het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 21 april 2020;
- het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 10 juli 2020.
2.De feiten
€ 430,63 voor de aanschaf van noodzakelijke toiletartikelen en kledingstukken.
3.Het verzoek en het verweer
- € 430,63, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- primair €90,75, subsidiair € 78,16 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 25 oktober 2018;
- de proceskosten en de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
4.De beoordeling
Omdat het subsidiair verzochte bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief, zullen de verzochte buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen. De wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten zal worden afgewezen, omdat gesteld noch gebleken is dat de passagiers die kosten hebben betaald.