Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1]
1.Het procesverloop
- het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 4 augustus 2020;
- het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 29 september 2020.
2.De feiten
3.Het verzoek en het verweer
- primair € 181,50 subsidiair € 217,80 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 18 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten en de nakosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
4.De beoordeling
Omdat het primair verzochte bedrag niet hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief, zullen de verzochte buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen. De wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten zal worden afgewezen, omdat gesteld noch gebleken is dat de passagiers deze kosten hebben betaald.