Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1]
2. [passagier sub 2]
3. [passagier sub 3]
4. [passagier sub 4]
5. [passagier sub 5]
6. [passagier sub 6]
7. [passagier sub 7]
8. [passagier sub 8]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 3.200,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 10 maart 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 544,50, dan wel € 538,45 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente
4.Het verweer
5.De beoordeling
Omdat het primair gevorderde bedrag hoger is dan het volgens het Besluit berekende tarief, zullen de subsidiair gevorderde buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen. De wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten zal worden afgewezen, omdat gesteld noch gebleken is dat de passagiers die kosten hebben betaald.
6.De beslissing
griffierecht € 231,00;
salaris gemachtigde € 654,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag van de algehele voldoening;