Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
- het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 17 maart 2021, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder voor geweldsdelicten is veroordeeld;
- het over de verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 8 juli 2020 van [reclasseringswerker] als reclasseringswerker verbonden aan RN Advies & Toezichtunit 3 Noord-West, waarin wordt geadviseerd om bij een veroordeling een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.
7.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
€ 1.295,98, vermeerderd met de wettelijke rente over de verschillende bedragen tot aan de dag der algehele voldoening.
€ 6.000,00billijk, gelet op de onderbouwing van de vordering en het verhandelde ter terechtzitting. De rechtbank zal de gevorderde immateriële schade daarom tot dit bedrag toewijzen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 november 2018 tot aan de dag der algehele voldoening.
€ 2.518,37inclusief BTW.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
7 (zegge: zeven) maanden.
[slachtoffer]geleden schade tot een bedrag van
€ 7.295,98, bestaande uit € 1.295,98 als vergoeding voor de materiële en € 6.000,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
- over de bedragen van € 385,00 en € 111,34 vanaf 1 januari 2020;
- over de bedragen van € 770,00 en € 29,64 vanaf 19 maart 2021.
€ 2.518,37inclusief BTW, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
71 dagenindien volledig verhaal overeenkomstig de artikel 6:4:4, 6:4:5 en 6:4:6 Sv niet mogelijk blijkt.