In deze zaak vordert de besloten vennootschap DF Alkmaar B.V. (hierna: DF) betaling van abonnementsgeld door gedaagde over de periode van november 2018 tot en met december 2020. De kantonrechter heeft vastgesteld dat DF en gedaagde een overeenkomst hebben gesloten voor het gebruik van sportfaciliteiten, waarbij gedaagde maandelijks een bedrag van € 41,20 verschuldigd was. Gedaagde heeft echter in zijn brief van 20 mei 2019 aan DF aangegeven het abonnement te hebben opgezegd. De kantonrechter oordeelt dat het standpunt van DF, dat het abonnement na deze datum voortduurt, niet redelijk is. Hierdoor is gedaagde alleen verplicht om het abonnementsgeld te betalen voor de periode van november 2018 tot en met mei 2019. De kantonrechter wijst de vordering van DF tot betaling van € 1.109,03 af, maar kent een bedrag van € 328,90 toe aan DF, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De proceskosten worden door de kantonrechter gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.