ECLI:NL:RBNHO:2021:4375
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit studiefinanciering en reisrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 12 mei 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over een vastgesteld bedrag van € 600,- aan schuld wegens het ten onrechte gebruiken van een studentenreisproduct. Eiseres, die een MBO-opleiding volgde aan het ROC van Amsterdam, had haar reisproduct niet tijdig stopgezet na haar uitschrijving per 1 mei 2019. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres in de maanden mei en juni 2019 en de tweede helft van juli 2019 het reisproduct heeft gebruikt, terwijl zij daar geen recht op had. Eiseres heeft aangevoerd dat zij door gezondheidsproblemen niet in staat was om het reisproduct tijdig stop te zetten en slechts enkele keren gebruik heeft gemaakt van het reisrecht. De rechtbank oordeelt dat de Minister niet voldoende bewijs heeft geleverd dat eiseres in de relevante maanden ten onrechte gebruik heeft gemaakt van het reisproduct. Hierdoor is het bestreden besluit niet deugdelijk gemotiveerd en heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, herroept het primaire besluit en stelt de schuld vast op € 75,-, dat eiseres verschuldigd is. Tevens wordt het betaalde griffierecht van € 47,- aan eiseres vergoed.