1.3Het dictum van het bestreden besluit luidt als volgt:
“1. De vergunning van 15 september 2015 (625102/674741) voor het gebruik van de aargasgestookte centrale van DM33 aan de Overdiemerweg 35 te Diemen wordt gecorrigeerd op een tweetal punten:
a. de maximale NOₓ-emissie van de DM33 wordt gecorrigeerd van 1.024,92 ton NOₓ per jaar naar 788,40 ton per jaar; en
b. de maximale NOₓ-emissie per ketel (HWC 4 en HWC 5) bedraagt 24.53 ton per jaar.
2. Wij verlenen Vattenfall Power Generation Netherlands B.V. hierbij een vergunning conform artikel 2.7, tweede lid Wnb voor de bouw en exploitatie van een biomassacentrale en voor de exploitatie en wijziging van de aargasgestookte centrales DM33 en DM34 en voor de HWC van de inrichting van Vattenfall aan de Overdiemerweg 35 te Diemen. De beschrijving van het project in de aanvraag, inclusief de aangeleverde AERIUS Calculator berekeningen, maakt onderdeel uit van deze vergunning.
De eerder op 25 mei 2010 afgegeven vergunning Nb-wet met kenmerk PNH 2010-31324 voor de eenheid DM34 en de op 15 september 2015 op grond van de Nb-wet afgegeven vergunning met kenmerk PNH 525102/674741 voor de eenheid DM33, inclusief de HWC, komen te vervallen op het moment dat de onder punt 2 van dit besluit genoemde biomassacentrale in gebruik wordt genomen en onderhavig besluit onherroepelijk is.
Wanneer binnen drie jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning de biomassaketel niet in bedrijf is genomen, kan de vergunning door de ODNHN worden ingetrokken.
Dit besluit treedt op de dag na de datum van verzending in werking.”
2. Op grond van artikel 1.1, eerste lid, aanhef en onder a, gelezen in samenhang met categorie 1, onder 1.1, van bijlage I, van de Crisis- en herstelwet is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van deze wet van toepassing op deze procedure.
Maximaal aantal draaiuren
3. Het beroep van eiseres is gericht tegen het aan de Wnb-vergunning verbonden voorschrift 5, en dan met name tegen de daarin opgenomen term “gezamenlijk”. Met het voorschrift wordt substantieel en ongemotiveerd afgeweken van de aanvraag, aldus eiseres. De aanvraag voorziet in een inzet van 5600 uur per jaar voor elk van de vijf ketels die onderdeel uitmaken van de HWC. De aanvraag is na het indienen daarvan weliswaar verschillende keren aangepast, maar geen van de aanpassingen voorziet in een beperking van het aantal draaiuren per ketel van de HWC.
4. Verweerder heeft ter zitting desgevraagd erkend dat de redactie van voorschrift 5 onjuist is en dat het beroep om die reden gegrond zou moeten worden verklaard. Tot een gegrondverklaring van het beroep komt het volgens verweerder ook omdat uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) van 20 januari 2021moet worden geconcludeerd dat voor Vattenfall in de onderhavige situatie geen vergunningplicht meer geldt. De Wnb-vergunning is derhalve ten onrechte verleend en had moeten worden geweigerd omdat deze niet nodig is. Het bestreden besluit onder 2. (de verleende vergunning) moet dan ook worden vernietigd. Verweerder heeft de rechtbank gevraagd in deze zin zelf in de zaak te voorzien. Het bestreden besluit onder 1. wordt door de beroepen niet geraakt en kan in stand blijven, aldus verweerder.