Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
hij op of omstreeks 30 oktober 2020 te Haarlem
- één geldbedrag van 1.000 (zegge; één duizend) euro middels opname bij een geldautomaat aan de Kruisweg, en/of
- één geldbedrag van 121 (zegge; éénhonderd en éénentwintig) euro middels betaling via een betaalautomaat bij Toebackshuis Jean Licot aan de Kruisweg, in elk geval (telkens) enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door gebruik te maken van de pinpas en bijbehorende code welke toebehoorde aan voornoemde [slachtoffer 1] , terwijl hij - verdachte - daartoe niet gerechtigd was, althans niet ten aanzien van voormelde opname en/of betaling;
hij op of omstreeks 28 oktober 2020 te Heemstede
- één geldbedrag van 300 (zegge; drie honderd) euro middels opname bij een geldautomaat aan de Blekersvaartweg, en/of
- één geldbedrag van 100 (zegge; één honderd) euro middels opname bij een geldautomaat aan de Blekersvaartweg, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door gebruik te maken van de pinpas en bijbehorende code welke toebehoorde aan voornoemde [slachtoffer 2] , terwijl hij - verdachte - daartoe niet gerechtigd was, althans niet ten aanzien van voormelde opname(s);
hij op of omstreeks 26 augustus 2020 te Overveen, gemeente Bloemendaal, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten één geldbedrag van 20 (zegge; twintig) euro, door
- aan deze [slachtoffer 3] te verzoeken het voormeld bedrag voor te schieten ten behoeve van een treinreis, en/of
- daarbij [slachtoffer 3] voor te houden dat hij - verdachte - diezelfde dag voor 00.00 uur dan wel de volgende ochtend voor 08.00 uur dit bedrag terug zou betalen, en/of
- dit terwijl verdachte tevoren reeds niet van zinnen was het aldus verkregen geldbedrag terug te betalen;
hij op of omstreeks 23 augustus 2020 te Haarlem één geldbedrag van 50 (zegge; vijftig) euro, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
hij op of omstreeks 16 augustus 2020 te Haarlem, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten één geldbedrag van 30 (zegge; dertig) euro, door
- aan deze [slachtoffer 5] te verzoeken voormeld bedrag voor te schieten omdat hij, verdachte, in problemen zat en het geld nodig had om naar Hoorn te gaan, en/of
- daarbij [slachtoffer 5] voor te houden dat hij - verdachte - diezelfde dag 's avonds dit geldbedrag terug zou betalen, en/of
- waarbij hij, verdachte, enige dagen eerder bij [slachtoffer 5] langs was geweest, zeggend dat hij als elektricien werk te verrichten had, aldus vertrouwen bij [slachtoffer 5] op wekkend, en/of
- dit terwijl verdachte tevoren reeds niet van zinnen was het aldus verkregen geldbedrag terug te betalen;
hij op of omstreeks 16 augustus 2020 te Haarlem, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 6] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten één geldbedrag van 40 (zegge; veertig) euro, door
- deze [slachtoffer 6] voor te houden dat hij, verdachte, in dezelfde straat op kamers woonde, en/of dat hij, verdachte, zijn huissleutel niet (bij zich) had en/of deze [slachtoffer 6] te vragen of hij van haar telefoon gebruik kon maken, en/of
- na dit telefoongesprek tegen [slachtoffer 6] te zeggen naar Amsterdam te moeten, en/of
- [slachtoffer 6] (vervolgens) te verzoeken voormeld geldbedrag voor te schieten zodat hij, verdachte, met dat geld zijn reis naar Amsterdam zou kunnen bekostigen, en/of
- daarbij [slachtoffer 6] voor te houden dat hij - verdachte - binnen twee uur terug zou komen en dit geldbedrag terug zou betalen, en/of
- dit terwijl verdachte tevoren reeds niet van zinnen was het aldus verkregen geldbedrag terug te betalen;
hij op of omstreeks 17 augustus 2020 te Haarlem, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten één geldbedrag van 40 (zegge; veertig) euro, door
- deze [slachtoffer 7] voor te houden dat hij, verdachte, zijn sleutels en portemonnee in huis had laten liggen en/of zichtzelf had buitengesloten en/of daarom naar Amsterdam te moeten reizen om een (reserve)sleutel op te halen bij een vriendin, en/of
- [slachtoffer 7] (vervolgens) te verzoeken (in totaal) voormeld bedrag voor te schieten zodat hij, verdachte, met dat geld zijn reis naar Amsterdam zou kunnen bekostigen, en/of
- daarbij [slachtoffer 7] voor te houden dat hij - verdachte - diezelfde middag dit bedrag terug zou betalen, en/of
- dit terwijl verdachte tevoren reeds niet van zinnen was het aldus verkregen geldbedrag terug te betalen;
hij op of omstreeks 17 augustus 2020 te Haarlem één geldbedrag van 100 (zegge; éénhonderd) euro, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 7] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
- deze [slachtoffer 7] voor te houden dat hij, verdachte, een schuld aan [slachtoffer 7] van 40 (zegge; veertig) euro wilde voldoen, en/of
- [slachtoffer 7] voor te houden dat hij, verdachte, daartoe slechts beschikte over een biljet van 200 (zegge; tweehonderd) euro, en/of
- [slachtoffer 7] te vragen of zij, [slachtoffer 7] , wisselgeld had, waarop [slachtoffer 7] zei over een biljet van 100 (zegge; éénhonderd) euro te beschikken, en/of
- (vervolgens) dit biljet van 100 (zegge; éénhonderd) euro van [slachtoffer 7] aan te nemen, zeggende dat een vriendin die buiten stond te wachten aan [slachtoffer 7] het biljet van 200 (zegge; tweehonderd) euro zou geven, en/of dat hij, verdachte, het restbedrag van 60 (zegge; zestig) euro later zou ophalen, en/of
- waarna hij, verdachte, onder mee neming van het biljet van 100 (zegge; éénhonderd) euro is vertrokken, en/of
- terwijl verdachte tevoren reeds niet van zinnen was aan [slachtoffer 7] een biljet van 200 (zegge; tweehonderd) euro en/of enig ander geldbedrag af te (laten) geven;
hij op of omstreeks 17 augustus 2020 te Haarlem opzettelijk één geldbedrag van 100 (zegge; éénhonderd) euro, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als wisselgeld, onder de voorwaarde dan wel afspraak dat hij - verdachte - een biljet van 200 (zegge; tweehonderd) euro zou (laten) af geven aan [slachtoffer 7] , wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
hij op of omstreeks 18 augustus 2020 te Haarlem, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 8] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten één geldbedrag van 50 (zegge; vijftig) euro, door
- deze [slachtoffer 8] voor te houden dat hij, verdachte, verblijvend bij zijn broer Peter
welke zou wonen in dezelfde straat als [slachtoffer 8] op huisnummer 484, aldaar zijn autosleutel had laten liggen, en/of
- (vervolgens) [slachtoffer 8] te vragen of hij, verdachte, gebruik kon maken van haar telefoon, en/of
- (vervolgens) [slachtoffer 8] om een treinkaartje te vragen welke [slachtoffer 8] niet had in een voor hem, verdachte, geschikte vorm, en/of
- (vervolgens) [slachtoffer 8] om geld te vragen, waarna [slachtoffer 8] hem, verdachte, voormeld geldbedrag gaf, en/of
- daarbij [slachtoffer 8] voor te houden dat hij - verdachte - rond 19.00 uur diezelfde avond dit geldbedrag terug zou betalen, en/of
- dit terwijl verdachte tevoren reeds niet van zinnen was het aldus verkregen geldbedrag terug te betalen;
hij op of omstreeks 27 augustus 2020 te Haarlem, althans in Nederland met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 9] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten één geldbedrag van 30 (zegge; veertig) euro, door
- deze [slachtoffer 9] voor te houden dat hij, verdachte, zichzelf had buitengesloten terwijl hij als stukadoor aan het werk was bij iemand genaamd [naam] die in de buurt zou wonen, en/of
- [slachtoffer 9] voor te houden dat hij, verdachte, (daarom) naar Amsterdam moest gaan,
en/of
- (vervolgens) [slachtoffer 9] om geld voor een treinkaartje te vragen, hetgeen [slachtoffer 9] hem gaf in de vorm van voormeld geldbedrag, en/of
- daarbij [slachtoffer 9] voor te houden dat hij - verdachte - over twee uur dit geldbedrag terug zou betalen, en/of
- dit terwijl verdachte tevoren reeds niet van zinnen was het aldus verkregen geldbedrag terug te betalen;
hij op of omstreeks 27 augustus 2020 te Haarlem één geldbedrag van 50 (zegge; vijftig) euro, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 9] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
- deze [slachtoffer 9] voor te houden dat hij, verdachte, een schuld aan [slachtoffer 9] van 30 (zegge; dertig) euro wilde voldoen, en/of
- [slachtoffer 9] voor te houden dat hij, verdachte, daartoe slechts beschikte over een biljet van 100 (zegge; éénhonderd) euro, en/of
- [slachtoffer 9] te vragen of hij, [slachtoffer 9] , wisselgeld had, waarop [slachtoffer 9] zei over een biljet van 50 (zegge; vijftig) euro te beschikken, en/of
- (vervolgens) dit biljet van 50 (zegge; vijftig) euro van [slachtoffer 9] aan te nemen, zeggende dat een vriendin die buiten stond te wachten wisselgeld zou hebben, en/of
- waarna hij, verdachte, onder mee neming van het biljet van 50 (zegge; vijftig) euro is vertrokken, en/of
- terwijl verdachte tevoren reeds niet van zinnen was aan [slachtoffer 7] een biljet van 100 (zegge; éénhonderd) euro en/of enig ander geldbedrag af te (laten) geven;
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
hij op 30 oktober 2020 te Haarlem
- één geldbedrag van 1.000 (zegge; één duizend) euro middels opname bij een geldautomaat aan de Kruisweg, en
- één geldbedrag van 121 (zegge; éénhonderd en éénentwintig) euro middels betaling via een betaalautomaat bij Toebackshuis Jean Licot aan de Kruisweg, dat toebehoorde aan [slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door gebruik te maken van de pinpas en bijbehorende code welke toebehoorde aan voornoemde [slachtoffer 1] , terwijl hij - verdachte - daartoe niet gerechtigd was;
2
- één geldbedrag van 300 (zegge; drie honderd) euro middels opname bij een geldautomaat aan de Blekersvaartweg, en
- één geldbedrag van 100 (zegge; één honderd) euro middels opname bij een geldautomaat aan de Blekersvaartweg, die toebehoorden aan [slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door gebruik te maken van de pinpas en bijbehorende code welke toebehoorden aan voornoemde [slachtoffer 2] , terwijl hij - verdachte - daartoe niet gerechtigd was;
hij op 26 augustus 2020 te Overveen, gemeente Bloemendaal, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 3] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten één geldbedrag van 20 (zegge; twintig) euro, door
- aan deze [slachtoffer 3] te verzoeken het voormeld bedrag voor te schieten ten behoeve van een treinreis, en
- daarbij [slachtoffer 3] voor te houden dat hij - verdachte - diezelfde dag voor 00.00 uur dan wel de volgende ochtend voor 08.00 uur dit bedrag terug zou betalen, en
- dit terwijl verdachte tevoren reeds niet van zinnen was het aldus verkregen geldbedrag terug te betalen;
hij op 23 augustus 2020 te Haarlem één geldbedrag van 50 (zegge; vijftig) euro dat toebehoorde aan [slachtoffer 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
5
door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 5] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten één geldbedrag van 30 (zegge; dertig) euro, door
- aan deze [slachtoffer 5] te verzoeken voormeld bedrag voor te schieten omdat hij, verdachte, in problemen zat en het geld nodig had om naar Hoorn te gaan, en
- daarbij [slachtoffer 5] voor te houden dat hij - verdachte - diezelfde dag 's avonds dit geldbedrag terug zou betalen, en
- waarbij hij, verdachte, enige dagen eerder bij [slachtoffer 5] langs was geweest, zeggend dat hij als elektricien werk te verrichten had, aldus vertrouwen bij [slachtoffer 5] op wekkend, en
- dit terwijl verdachte tevoren reeds niet van zinnen was het aldus verkregen geldbedrag terug te betalen;
- deze [slachtoffer 6] voor te houden dat hij, verdachte, in dezelfde straat op kamers woonde, en dat hij, verdachte, zijn huissleutel niet had en deze [slachtoffer 6] te vragen of hij van haar telefoon gebruik kon maken, en
- na dit telefoongesprek tegen [slachtoffer 6] te zeggen naar Amsterdam te moeten, en
- [slachtoffer 6] vervolgens te verzoeken voormeld geldbedrag voor te schieten zodat hij, verdachte, met dat geld zijn reis naar Amsterdam zou kunnen bekostigen, en
- daarbij [slachtoffer 6] voor te houden dat hij - verdachte - binnen twee uur terug zou komen en dit geldbedrag terug zou betalen, en
- dit terwijl verdachte tevoren reeds niet van zinnen was het aldus verkregen geldbedrag terug te betalen;
hij op 17 augustus 2020 te Haarlem met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen
door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten één geldbedrag van 40 (zegge; veertig) euro, door
- deze [slachtoffer 7] voor te houden dat hij, verdachte, zijn sleutels en portemonnee in huis had laten liggen en zichtzelf had buitengesloten en daarom naar Amsterdam te moeten reizen om een sleutel op te halen bij een vriendin, en
- [slachtoffer 7] vervolgens te verzoeken voormeld bedrag voor te schieten zodat hij, verdachte, met dat geld zijn reis naar Amsterdam zou kunnen bekostigen, en
- daarbij [slachtoffer 7] voor te houden dat hij - verdachte - diezelfde middag dit bedrag terug zou betalen, en
- dit terwijl verdachte tevoren reeds niet van zinnen was het aldus verkregen geldbedrag terug te betalen;
hij op 17 augustus 2020 te Haarlem met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 7] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten één geldbedrag van 100 (zegge; éénhonderd) euro, door
- deze [slachtoffer 7] voor te houden dat hij, verdachte, een schuld aan [slachtoffer 7] van 40 (zegge; veertig) euro wilde voldoen, en
- [slachtoffer 7] voor te houden dat hij, verdachte, daartoe slechts beschikte over een biljet van 200 (zegge; tweehonderd) euro, en
- [slachtoffer 7] te vragen of zij, [slachtoffer 7] , wisselgeld had, waarop [slachtoffer 7] zei over een biljet van 100 (zegge; éénhonderd) euro te beschikken, en
- (vervolgens) dit biljet van 100 (zegge; éénhonderd) euro van [slachtoffer 7] aan te nemen, zeggende dat een vriendin die buiten stond te wachten aan [slachtoffer 7] het biljet van 200 (zegge; tweehonderd) euro zou geven, en dat hij, verdachte, het restbedrag van 60 (zegge; zestig) euro later zou ophalen, en
- waarna hij, verdachte, onder mee neming van het biljet van 100 (zegge; éénhonderd) euro is vertrokken, en
- terwijl verdachte tevoren reeds niet van zinnen was aan [slachtoffer 7] een biljet van 200 (zegge; tweehonderd) euro en/of enig ander geldbedrag af te (laten) geven;
door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 8] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten één geldbedrag van 50 (zegge; vijftig) euro, door
- deze [slachtoffer 8] voor te houden dat hij, verdachte, bij zijn broer Peter, welke zou wonen in dezelfde straat als [slachtoffer 8] op huisnummer 484, zijn autosleutel had laten liggen, en
- vervolgens [slachtoffer 8] te vragen of hij, verdachte, gebruik kon maken van haar telefoon, en
- vervolgens [slachtoffer 8] om een treinkaartje te vragen welke [slachtoffer 8] niet had in een voor hem, verdachte, geschikte vorm, en
- vervolgens [slachtoffer 8] om geld te vragen, waarna [slachtoffer 8] hem, verdachte, voormeld geldbedrag gaf, en
- daarbij [slachtoffer 8] voor te houden dat hij - verdachte - rond 19.00 uur diezelfde avond dit geldbedrag terug zou betalen, en
- dit terwijl verdachte tevoren reeds niet van zinnen was het aldus verkregen geldbedrag terug te betalen;
door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 9] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten één geldbedrag van 30 (zegge; dertig) euro, door
- deze [slachtoffer 9] voor te houden dat hij, verdachte, zichzelf had buitengesloten terwijl hij als stukadoor aan het werk was bij iemand genaamd [naam] die in de buurt zou wonen, en
- [slachtoffer 9] voor te houden dat hij, verdachte, naar Amsterdam moest,
en
- vervolgens [slachtoffer 9] om geld te vragen, hetgeen [slachtoffer 9] hem gaf in de vorm van voormeld geldbedrag, en
- daarbij [slachtoffer 9] voor te houden dat hij - verdachte - over twee uur dit geldbedrag terug zou betalen, en
- dit terwijl verdachte tevoren reeds niet van zinnen was het aldus verkregen geldbedrag terug te betalen;
hij op 27 augustus 2020 te Haarlem met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen
door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 9] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten één geldbedrag van 50 (zegge; vijftig) euro, door
- deze [slachtoffer 9] voor te houden dat hij, verdachte, een schuld aan [slachtoffer 9] van 30 (zegge; dertig) euro wilde voldoen, en
- [slachtoffer 9] voor te houden dat hij, verdachte, daartoe slechts beschikte over een biljet van 100 (zegge; éénhonderd) euro, en
- [slachtoffer 9] te vragen of hij, [slachtoffer 9] , wisselgeld had, waarop [slachtoffer 9] zei over een biljet van 50 (zegge; vijftig) euro te beschikken, en
- (vervolgens) dit biljet van 50 (zegge; vijftig) euro van [slachtoffer 9] aan te nemen, zeggende dat een vriendin die buiten stond te wachten wisselgeld zou hebben, en
- waarna hij, verdachte, onder mee neming van het biljet van 50 (zegge; vijftig) euro is vertrokken, en
- terwijl verdachte tevoren reeds niet van zinnen was aan [slachtoffer 9] een biljet van 100 (zegge; éénhonderd) euro en/of enig ander geldbedrag af te (laten) geven.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
reclassering Fivoor, waaruit volgt dat het recidiverisico niet kan worden ingeschat en waarin wordt geadviseerd om, in het geval van een veroordeling, – gelet op de ontkennende houding van de verdachte – een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.
7.Vorderingen van de benadeelde partijen
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
24 (vierentwintig) maanden.
[slachtoffer 3]geleden schade, te weten een bedrag van
€ 20,-als vergoeding voor de materiële schade en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 26 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan de benadeelde partij voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer 3]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 20,-en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening.
1 dagindien volledig verhaal overeenkomstig de artikelen 6:4:4, 6:4:5 en 6:4:6 van het Wetboek van Strafvordering niet mogelijk blijkt. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[slachtoffer 6]geleden schade, te weten een bedrag van
€ 40,-als vergoeding voor de materiële schade en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan de benadeelde partij voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[slachtoffer 6]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 40,- en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening.
1 dagindien volledig verhaal overeenkomstig de artikelen 6:4:4, 6:4:5 en 6:4:6 van het Wetboek van Strafvordering niet mogelijk blijkt. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.