Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer en de tegenvordering
5.De beoordeling
“Wel zouden we daarbij gelijk een afspraak willen maken over de situatie die nu speelt”. Dit wordt zo uitgelegd dat BAZ akkoord ging onder voorwaarde. Aan deze voorwaarde is niet voldaan, omdat partijen over de periode na 1 november 2020 geen afspraken hebben gemaakt. Ook betwist BAZ dat de aangeboden huurkorting een eerlijke verdeling van de pijn oplevert. In het navolgende zal worden beoordeeld wat het financiële nadeel van partijen inhoudt en hoe die pijn moet worden verdeeld. De kantonrechter volgt BAZ niet in haar standpunt dat de (te verminderen huurprijs) moet worden verdeeld over drie partijen. De hoofdverhuurder is immers niet betrokken bij de tussen partijen gesloten huurovereenkomst.
72 %. Dit leidt tot een vermindering van de huurprijs met 36 %.
50 % van de huurprijs betaald. Dit is 14 % te weinig. BAZ zal worden veroordeeld tot betaling van de resterende 14 %. De gevorderde wettelijke handelsrente zal worden toegewezen met ingang van veertien dagen na betekening van het vonnis en de boete zal worden afgewezen. Door de maatregelen in verband met de coronacrisis is immers een onvoorziene en uitzonderlijke situatie ontstaan, waardoor BAZ niet geheel aan haar betalingsverplichtingen heeft kunnen voldoen.