Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[handelsnaam]
1.Het procesverloop
2.De feiten
Hey [dochter van eiser] , ging goed hé. Hartstikke leuk om met jou te lessen. Ik kom snel terug op de datum voor de volgende les…!(…)” Hierop heeft [dochter van eiser] geantwoord: “
Ja! Ik ben ook vet blij over hoe het gegaan is! Bedankt. Ik zal de filmpjes doorsturen als ik ze heb (…)” Op 14 mei 2018 stuurt [dochter van eiser] vervolgens: “
Hey [gedaagde] , Zullen we nog een les inplannen? (…)”
[eiser] ik wil je een factuur sturen maar wilde je voor [dochter van eiser] nog een tussentijdse toets en slipcursus er bij?”Hierop heeft [eiser] geantwoord: "
Hoi…ja dat is alle twee goed”. Waarna [gedaagde] stuurt: “
Okee. Maak een mooi prijsje voor jou en daarbij krijg je nog een ochtend een rijvaardigheidstraining”. [eiser] heeft hierop geantwoord: “
Dank je.”
Hoi [gedaagde] . Rest volgd snel. Groe”
Hey [gedaagde] , ik heb even nagedacht en ik denk dat het handiger is als ik even stop met lessen. School blijkt ineens 4x drukker te zijn dan eerst gedacht dus lijkt het mij handiger dat eerst te doen en daarna pas door te gaan met rijden. (…)’ Hierop heeft [gedaagde] geantwoord: “
Hoi [dochter van eiser] , ok. Ja school is belangrijk Maar continuïteit in rijden ook. Wanneer denk je ongeveer weer verder te kunnen gaan? Kleine indicatie voor mijn planning? Fijn weekend!.” Hierop heeft [dochter van eiser] geantwoord: “
Het liefste eigenlijk pas wanneer school klaar is”.
(…) Ik heb op 17 november voor het laatst een berichtje naar [dochter van eiser] gestuurd wat haar planning is. Ik heb geem reactie mogen ontvangen.” Daarop heeft [eiser] geantwoord: “
Hi [gedaagde] , waardeloos dat [dochter van eiser] niet even reageert. Ik zie het er ook even verder niet van komen op korte termijn. Als voorstel: maak een berekening van wat je tot op heden van mij krijgt en stort de rest terug naar mij.(…)”
Hi [gedaagde] , het is simpel! [dochter van eiser] gaat het in tijd niet redden nu. Gaat daarna waarschijnlijk naar [plaats] en is niet gemotiveerd om verder te gaan met lessen. Mijn vraag dus: reken uit wat je van mij krijgt, maak even een overzicht en stort de rest per omgaande terug. Ik snap dat het niet fijn is maar het is even niet anders.”
(…) Op 31 april 2018 ontving ik van u een factuur voor een rijlessenpakket voor mijn dochter [dochter van eiser] . Helaas bent u de afspraken die ik met u heb gemaakt niet (volledig) nagekomen. Ik heb de volgende klachten:
(…)”
(…) Je hebt gekozen voor een rijlespakket voor haar met 40 uur rijles, incl. Online Theorie, Tussentijdse Toets, 1e Praktijkexamen en een (anti-)Slipcursus (na behalen rijbewijs). Deze factuur ( [factuurnummer] ) met een totaalbedrag van € 2.488,95 is op 17-05-2018 verstuurd.
(…) Op al het gestelde in mijn brief dd. 02 oktober heeft u geen enkele inhoudelijke reactie en/of weerwoord gegeven, terwijl u aangeeft de brief te hebben ontvangen.
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
Ik kan mij niet goed meer herinneren wat de precieze wijze was waarop dit is gegaan. Ik herinner de paniek en het proberen mezelf te kalmeren. Hiernaast herinner ik mij nog wel dat de aanval startte toen ik op een rotonde reed en dat ik zo snel mogelijk weg wilde uit de situatie.(…)” [dochter van eiser] verklaart verder dat [gedaagde] in haar optiek onjuist heeft gehandeld, omdat [gedaagde] ingreep in een situatie waarvan zij dit niet had verwacht en vervolgens de auto heeft stopgezet, dat [gedaagde] haar angst niet onderkende en haar na enige tijd heeft gevraagd “
Zullen we zo weer doorrijden?”. Hieruit kan naar het oordeel van de kantonrechter niet, althans onvoldoende, worden opgemaakt dat sprake is geweest van (meerdere) paniekaanvallen en ook niet dat die voor een levensbedreigende situatie hebben gezorgd. [eiser] heeft ook niet toegelicht wanneer de gestelde paniekaanvallen zich hebben voorgedaan en evenmin tot welke levensbedreigende situatie dat heeft geleid. Daarbij komt dat uit de door [gedaagde] overgelegde WhatsApp berichten van [dochter van eiser] blijkt dat zij positief was over de rijlessen. In die berichten wordt met geen woord gerept over angsten. Ook in de WhatsAppberichten die [dochter van eiser] , [eiser] en [gedaagde] hebben uitgewisseld in de periode oktober 2018 tot januari 2019 (zie 2.7, 2.8 en 2.9) hebben [dochter van eiser] noch [eiser] aan [gedaagde] laten weten dat [dochter van eiser] stopte met de rijlessen vanwege paniekaanvallen. Deze berichten onderschrijven eerder het standpunt van [gedaagde] dat [dochter van eiser] stopte met de rijlessen omdat zij geen tijd meer had, niet meer gemotiveerd was en mogelijk naar [plaats] zou verhuizen. Gezien het voorgaande had het op de weg van [eiser] gelegen om zijn stelling dat sprake was van paniekaanvallen nader te concretiseren. [eiser] heeft dat nagelaten. De kantonrechter ziet dan ook geen aanleiding om [eiser] toe te laten tot nadere bewijslevering. Aangezien de gestelde paniekaanvallen niet zijn komen vast te staan kan ook niet worden geoordeeld dat [gedaagde] daarop onvoldoende adequaat heeft gereageerd, wat daar verder ook van zij. Nu geen van beide verwijten zijn komen vast te staan ontbreekt alleen al daarom grond voor het oordeel dat in zoverre sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst.