ECLI:NL:RBNHO:2021:412

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
20 januari 2021
Publicatiedatum
19 januari 2021
Zaaknummer
C/15/304058 / FA RK 20-3084
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herroeping van adoptie en behoud van geslachtsnaam in het kader van het recht op privé- en familieleven

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 20 januari 2021 uitspraak gedaan over het verzoek van een geadopteerde om haar adoptie te herroepen en haar geslachtsnaam te behouden. De verzoekster, geboren in India, heeft aangegeven dat zij zich nooit onderdeel heeft gevoeld van het gezin van haar adoptieouders en dat er sprake was van psychisch geweld in de ouder-kindrelatie. De rechtbank heeft vastgesteld dat de biologische ouders van verzoekster onbekend zijn, wat zou betekenen dat herroeping van de adoptie zou leiden tot het ontbreken van een geslachtsnaam voor verzoekster. Dit zou in strijd zijn met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), dat het recht op privé- en familieleven waarborgt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de herroeping van de adoptie in het kennelijk belang van verzoekster is en heeft het verzoek tot herroeping toegewezen. Tevens is vastgesteld dat verzoekster haar huidige geslachtsnaam zal behouden, aangezien de adoptieouders geen bezwaar hebben gemaakt tegen dit verzoek. De rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand opgedragen om de herroeping van de adoptie te registreren, en heeft de griffier opgedragen om een afschrift van de beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Alkmaar
herroeping adoptie
zaak-/rekestnr.: C/15/304058 / FA RK 20-3084
beschikking van de enkelvoudige kamer voor familiezaken van 20 januari 2021
in de zaak van:
[verzoekster] ,
wonende te [plaats] ,
hierna mede te noemen: verzoekster,
advocaat: mr. E.P.J. Appelman, kantoorhoudende te Alkmaar,
--tegen--
[de adoptiemoeder],
wonende te [plaats] ,
hierna mede te noemen: de adoptiemoeder,
en
[de adoptievader],
wonende te [plaats] ,
hierna mede te noemen: de adoptievader,
advocaat: mr. E. van Haasteren, kantoorhoudende te Leiden,
strekkende tot de herroeping van haar adoptie.

1.Procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, met bijlagen, van verzoekster, ingekomen op 5 juni 2020;
- het verweerschrift, met bijlagen, van de adoptievader, ingekomen op 4 december 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgevonden op 8 december 2020 in aanwezigheid van verzoekster bijgestaan door mr. E.P.J. Appelman en haar partner, [partner] , en de adoptievader bijgestaan door mr. E. van Haasteren.

2.Feiten en omstandigheden

2.1.
Verzoekster is op [geboortedatum] geboren te [plaats] , India. De biologische ouders van verzoekster zijn onbekend.
2.2.
Bij beschikking van de rechtbank Alkmaar van 16 februari 2000 is de adoptie van verzoekster door de adoptieouders uitgesproken.

3.Het verzoek

3.1.
Verzoekster verzoekt dat de rechtbank bij beschikking de door de rechtbank Alkmaar op 16 februari 2000 uitgesproken adoptie zal herroepen en daarbij vast te stellen dat verzoekster de geslachtsnaam [geslachtsnaam] houdt.
3.2.
Ter onderbouwing van haar verzoek stelt verzoekster dat zij zich nimmer onderdeel heeft gevoeld van het gezin bij haar adoptieouders. Er is sprake geweest van psychisch geweld in de ouder-/kindrelatie. Verzoekster voelde zich gedwongen de zorg voor de andere gezinsleden op zich te nemen, wat haar emotioneel welbevinden en haar schoolprestaties negatief heeft beïnvloed.
3.3.
Verzoekster stelt dat zij heeft geprobeerd volwaardig onderdeel uit te maken van het gezin van de adoptieouders, maar zij heeft geen emotionele band met hen en heeft er geen belang bij de juridische band in stand te laten. Verzoekster hoopt door de herroeping van de adoptie haar verleden een plek te kunnen geven en zich te kunnen richten op haar toekomst.

4.Standpunt adoptieouders

4.1.
De adoptievader heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van het verzoek tot herroeping van de adoptie. Hij heeft, mede namens de adoptiemoeder, naar voren gebracht dat zij de wens van verzoekster respecteren, maar dat verzoekster gevoelsmatig altijd hun dochter zal blijven voor hen.

5.Beoordeling

Herroeping adoptie
5.1.
Ingevolge artikel 1:231 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan de adoptie op verzoek van de geadopteerde worden herroepen. Het verzoek kan alleen worden toegewezen indien de herroeping in het kennelijk belang van de geadopteerde is, de rechter van de redelijkheid van de herroeping is overtuigd en het verzoek is ingediend niet eerder dan twee jaren en niet later van vijf jaren na de dag waarop de geadopteerde meerderjarig is geworden.
5.2.
Verzoekster was ten tijde van de indiening van het verzoek 22 jaar oud, zodat het verzoek binnen de gestelde termijn is ingediend en zij ontvankelijk is.
5.3.
Gelet op de stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling naar voren is gebracht, is de rechtbank van oordeel dat herroeping van de adoptie redelijk en in het kennelijk belang van verzoekster is. Daarbij neemt de rechtbank het volgende in aanmerking. Uit de door verzoekster overgelegde verklaringen van de Psychologen Praktijk van 30 oktober 2013 en Dokter [dokter] van 17 januari 2019, blijkt dat de gezinssituatie bij de adoptieouders voor verzoekster problematisch was. Zij voelde zich alleen en werd te zwaar belast. Hoewel de adoptieouders een andere beleving hebben van de gezinssituatie en de gebeurtenissen in het verleden, doet dit niet af aan de wens en behoefte van verzoekster om het voor haar negatieve verleden in het adoptiegezin af te sluiten. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende gebleken dat verzoekster zich bewust is van de gevolgen van de herroeping van de adoptie en heeft zij het besluit om het onderhavige verzoek in te dienen, weloverwogen genomen. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het verzoek tot herroeping van de adoptie toewijzen.
Geslachtsnaam
5.4.
Met betrekking tot de geslachtsnaam van verzoekster overweegt de rechtbank dat verzoekster bij de adoptie in 2000 de geslachtsnaam van de adoptievader heeft gekregen. Door herroeping van de adoptie worden de familierechtelijke betrekkingen met de adoptieouders en hun bloedverwanten verbroken en herleven de familierechtelijke betrekkingen met de biologische ouders en hun bloedverwanten weer. Dit zou betekenen dat verzoekster de geslachtsnaam zou krijgen van de biologische ouders.
5.5.
Uit de beschikking van de rechtbank Alkmaar van 16 februari 2000 blijkt echter dat de identiteit van de biologische ouders van verzoekster onbekend is gebleven en dat verzoekster enkel een voornaam heeft gekregen bij haar geboorte. De herroeping van de adoptie zou in zoverre meebrengen dat verzoekster geen geslachtsnaam meer heeft. Het ontbreken van een geslachtsnaam is in strijd met het recht op een privé- en familieleven van verzoekster als bedoeld in artikel 8 EVRM en het daaronder begrepen recht op naam. Gelet hierop, alsmede gezien de wens van verzoekster om haar huidige geslachtsnaam te behouden – waartegen de adoptiefouders overigens geen bezwaar hebben gemaakt –, zal de rechtbank het verzoek toewijzen als hierna te melden.

6.Beslissing

De rechtbank:
6.1.
herroept de adoptie van
[verzoekster], geboren op [geboortedatum] te [plaats] , India, door [de adoptiemoeder] en [de adoptievader] ;
6.2.
stelt vast dat de geslachtsnaam van verzoekster [geslachtsnaam] zal blijven;
6.3.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [gemeente] een latere vermelding van de herroeping van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;
6.4.
draagt de griffier op niet eerder dan drie maanden na de dag van de uitspraak van deze beschikking -en indien daartegen geen hoger beroep is ingesteld- een afschrift van deze beschikking te zenden aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente
[gemeente] .
Deze beschikking is gegeven door mr. D.H. Steenmetser-Bakker, rechter, in tegenwoordigheid van T. Jelierse als griffier en in het openbaar uitgesproken op 20 januari 2021.
Tegen deze beschikking kan – voor zover er definitief is beslist – door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Amsterdam. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.