Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.Feiten
€ 38.024,28 incl. btw.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Mercuur Bouw B.V. een vordering ingesteld tegen een ZZP-er, aangeduid als [gedaagde], met betrekking tot de uitvoering van een aannemingsovereenkomst. De vordering is ingesteld op 5 oktober 2020, en op 12 mei 2021 heeft de kantonrechter uitspraak gedaan. Mercuur vorderde onder andere betaling van € 25.000,00 en verwijdering van negatieve online reviews. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen duidelijke afspraken waren gemaakt over de aanneemsom of de oplevertermijn, en dat er geen sprake was van een tekortkoming aan de zijde van [gedaagde]. De kantonrechter oordeelde dat Mercuur onvoldoende bewijs had geleverd voor haar vorderingen en dat de vordering tot schadevergoeding niet kon worden toegewezen. Ook de vordering tot verwijdering van de reviews werd afgewezen, omdat [gedaagde] niet de persoon was die deze had geplaatst. Mercuur werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].