ECLI:NL:RBNHO:2021:3890

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 mei 2021
Publicatiedatum
10 mei 2021
Zaaknummer
8909765 CV 20-10236
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van reissom door consument na annulering van cruise vanwege corona

In deze zaak vordert de eiser, een consument, terugbetaling van de reissom van € 7.531,50 van de reisorganisator Pied a Terre Reizen & Lezingen B.V. De annulering van de cruise vond plaats op 2 maart 2020, vanwege de zorgen rondom het corona-virus. De reisorganisator betwist de vordering en stelt dat de eiser op basis van de algemene voorwaarden 100% van de reissom verschuldigd was bij annulering korter dan 65 dagen voor vertrek. De kantonrechter oordeelt dat Pied a Terre niet heeft voldaan aan haar informatieverplichtingen volgens het Europees consumentenrecht. De informatie over de annuleringsvoorwaarden was niet duidelijk en begrijpelijk gepresenteerd, wat leidt tot de vernietiging van de pakketreisovereenkomst. De kantonrechter wijst de vordering van de eiser toe en veroordeelt Pied a Terre tot terugbetaling van de reissom, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. De proceskosten komen voor rekening van Pied a Terre.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8909765 CV 20-10236
Uitspraakdatum: 12 mei 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
[eiser]
wonende te [woonplaats]
eiser
verder te noemen: [eiser]
gemachtigde: mr. T.A. Heemstra
tegen
Pied a Terre Reizen & Lezingen B.V.
gevestigd te Overveen
gedaagde
verder te noemen: Pied a Terre
gemachtigde: mr. D. Simons
Samenvatting van de zaak en het vonnis
Deze zaak gaat over de vraag of [eiser] recht heeft op terugbetaling van Pied a Terre van de reissom van € 7.531,50 nadat [eiser] de reis vanwege de ontwikkeling van het corona-virus heeft geannuleerd. Volgens Pied a Terre is dit niet het geval, omdat [eiser] blijkens de toepasselijke algemene voorwaarden op het moment van annuleren 100% van de reissom verschuldigd was. Omdat [eiser] kan worden aangemerkt als consument, dient de kantonrechter ambtshalve te toetsen of is voldaan aan de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht. Een van die regels houdt in dat Pied a Terre [eiser] op een begrijpelijke, duidelijke en in het oog springende wijze moet informeren over (onder meer) de annuleringsvoorwaarden. Aangezien Pied a Terre deze niet in het boekingsformulier, maar enkel in haar algemene voorwaarden heeft vermeld – en bovendien drie sets van algemene voorwaarden met verschillende annuleringsvoorwaarden van toepassing heeft verklaard – heeft zij niet aan deze wettelijke plicht voldaan. De kantonrechter vernietigt daarom de overeenkomst en wijst [eiser] vordering toe.

1.Het procesverloop

1.1.
[eiser] heeft bij dagvaarding van 30 november 2020 een vordering tegen Pied a Terre ingesteld. Pied a Terre heeft op 13 januari 2021 schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 20 april 2021 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting heeft Pied a Terre bij brieven van 12 april 2021 en 19 april 2021 nog aanvullende stukken toegezonden.

2.Feiten

2.1.
[eiser] heeft op 22 juli 2019 een twaalfdaagse cruise voor twee personen naar Egypte, Israël, Griekenland en Italië geboekt bij Pied a Terre. De reissom betrof € 7.531,50, die [eiser] volledig aan Pied a Terre heeft voldaan. Bovenaan het boekingsformulier stond over de toepasselijkheid van algemene voorwaarden het volgende vermeld:

Door te boeken gaat u akkoord met de Algemene Voorwaarden van Pied a Terre Reizen. Daarnaast gaat u akkoord met de aanvullende voorwaarden zoals deze gelden voor deze NRC-Bootreis.
2.2.
Verder is onderaan het boekingsformulier vermeld:

Door te boeken gaat u akkoord met de Algemene Voorwaarden van Pied a Terre Reizen. Daarnaast gaat u akkoord met de aanvullende voorwaarden zoals deze gelden voor deze NRC-Bootreis. Deze voorwaarden kunt u bovenaan deze pagina nalezen.
2.3.
De Algemene Voorwaarden van Pied a Terre (hierna: Pied a Terre AV) bepalen onder meer:

Tenzij anders vermeld zijn op al onze reizen de ANVR reizigersvoorwaarden van toepassing.Klik hierom deze voorwaarden te lezen.”
2.4.
Op 2 maart 2020, te weten 34 dagen voor vertrek, heeft [eiser] de cruise geannuleerd vanwege zorgen over (de ontwikkeling van) het corona-virus. Acht dagen later, op 10 maart 2020, heeft Pied a Terre de cruise zelf geannuleerd.
2.5.
[eiser] heeft op 30 september 2020 Pied a Terre verzocht 35% van de reissom terug te betalen, waartoe Pied a Terre niet is overgegaan. Op 27 oktober 2020 heeft [eiser] verzocht tot terugbetaling van de gehele reissom. Ook hier is Pied a Terre niet toe overgegaan.

3.De vordering

3.1.
[eiser] vordert dat de kantonrechter Pied a Terre veroordeelt tot betaling van € 7.531,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 september 2020. Daarnaast vordert [eiser] betaling van buitengerechtelijke incassokosten van € 743,60, evenals de proces- en nakosten.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat hij recht heeft op terugbetaling van de reissom, omdat hij de cruise heeft geannuleerd vanwege het uitbreken van het corona-virus. Volgens [eiser] mocht hij de overeenkomst kosteloos ontbinden, omdat het uitbreken van het corona-virus een onvoorziene en onvermijdelijke omstandigheid is, die aanzienlijke gevolgen voor zijn reis had. Zo konden cruiseschepen niet meer overal aanmeren en was het besmettingsrisico op schepen hoog. Daarnaast stelt [eiser] dat de redelijkheid en billijkheid meebrengen dat Pied a Terre de reissom geheel aan [eiser] dient terug te betalen. Verder zijn de verschillende sets van algemene voorwaarden volgens [eiser] niet op de juiste manier digitaal ter hand gesteld, omdat hij de link niet kon openen vanwege een veiligheidsmelding. Ook waren de annuleringsvoorwaarden steeds verschillend. [eiser] heeft alleen willen ontbinden in de veronderstelling dat hij (in ieder geval een gedeelte van) de reissom terug zou krijgen. Tot slot stelt [eiser] buitengerechtelijke kosten te hebben gemaakt.

4.Het verweer

4.1.
Pied a Terre betwist de vordering. Zij voert aan – samengevat – dat [eiser] op grond van de aanvullende voorwaarden voor de NRC-Bootreis (hierna: NRC-Bootreis AV) de gehele reissom is verschuldigd bij een annulering korter dan 65 dagen voorafgaand aan vertrek. Verder had volgens Pied a Terre het corona-virus op de dag dat [eiser] annuleerde, te weten op 2 maart 2020, nog geen grote gevolgen voor de uitvoering van de cruise. De door de Rijksoverheid afgegeven reisadviezen (“code geel”) noopten toen nog niet tot (ingrijpende) aanpassingen van de reis en de geplande excursies konden (grotendeels) doorgaan. Dit was volgens Pied a Terre geheel anders op 10 maart 2020, toen zij de cruise annuleerde.

5.De beoordeling

5.1.
Tussen partijen is in geschil of Pied a Terre de reissom die [eiser] voor de cruise heeft betaald, aan [eiser] dient terug te betalen.
5.2.
De door [eiser] geboekte cruise betreft een pakketreis in de zin van artikel 7:500 sub b van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Omdat [eiser] niet heeft gehandeld in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf is hij aan te merken als consument. Dit betekent dat voordat aan de vraag wordt toegekomen of [eiser] bij beëindiging van de overeenkomst al dan niet een vergoeding verschuldigd is, ambtshalve moet worden getoetst of Pied a Terre (ten aanzien van de annuleringsvoorwaarden) aan haar precontractuele informatieverplichtingen heeft voldaan. Deze informatieverplichtingen brengen onder andere mee dat Pied a Terre [eiser] dient te informeren dat hij de overeenkomst vóór het begin van de pakketreis te allen tijde kan beëindigen tegen een redelijke beëindigingsvergoeding, of, indien van toepassing, tegen een gestandaardiseerde beëindigingsvergoeding. Pied a Terre dient deze informatie zowel voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst (artikel 7:502 lid 1 sub g BW) als in de pakketovereenkomst zelf (artikel 7:504 lid 3 BW) te verstrekken. Dit moet Pied a Terre bovendien op een duidelijke, begrijpelijke en in het oog springende manier doen (artikel 7:502 lid 4 en 7:504 lid 5 BW).
5.3.
De mogelijkheid van ontbinding van de pakketreisovereenkomst en (de hoogte van) de beëindigingsvergoeding vormen een essentieel onderdeel van de precontractuele informatie. Ter zitting heeft Pied a Terre bevestigd dat zij, voorafgaand aan het tot stand komen van de overeenkomst, [eiser] niet op een andere manier dan in de (verschillende sets) algemene voorwaarden over de toepasselijke beëindigingsvergoedingen heeft geïnformeerd. Pied a Terre voert in dit verband aan dat (i) zowel bovenaan als onderaan het boekingsformulier melding wordt gemaakt van de toepasselijkheid van de NRC-Bootreis AV en de Pied a Terre AV en (ii) [eiser] deze voorafgaand aan de boeking kon inzien. Nog afgezien van het feit dat [eiser] betwist dat hij van de NRC-Bootreis AV en de Pied a Terre AV kennis heeft kunnen nemen omdat hij bij het openen daarvan een foutmelding kreeg, heeft Pied a Terre naar het oordeel van de kantonrechter de beëindigingsvergoedingen niet op een duidelijke, begrijpelijke en in het oog springende manier onder de aandacht gebracht. Pied a Terre heeft immers in het boekingsformulier geen melding gemaakt van de (hoogte van de) beëindigingsvergoedingen, maar enkel verwezen naar de NRC-Bootreis AV en de Pied a Terre AV.
5.4.
Daar komt bij dat Pied a Terre drie sets van algemene voorwaarden op de overeenkomst van toepassing heeft verklaard, die alle verschillende beëindigingsvergoedingen bevatten. Zo bepalen de Pied a Terre AV, voor zover relevant:

(…) Wij hanteren de ANVR-annuleringsvoorwaarden tenzij anders vermeld.
Indien een overeenkomst wordt geannuleerd, kan de reisorganisator de reiziger naast eventueel verschuldigde reserveringskosten de volgende annuleringskosten in rekening brengen: (…)

Bij annulering vanaf de 42e kalenderdag (inclusief) tot de 28e kalenderdag (exclusief) vóór de vertrekdag: 35% van de reissom (…).”
5.5.
De NRC-Bootreis AV bepalen, voor zover relevant:

De wijzigings- en annuleringskosten van deze reis wijken af van de ANVR voorwaarden.
(…) Indien u de door u geboekte bootreis moet annuleren dan worden er kosten in rekening gebracht. Het betreft dan de reissom inclusief de door u geboekte excursies. De volgende bedragen worden in rekening gebracht: (…) vanaf 65 dagen voor vertrek 100% van de reissom.”
5.6.
Tot slot bepalen de ANVR-reizigersvoorwaarden, voor zover relevant:

9.2. Tenzij de organisator afwijkende bepalingen met jou overeenkomt, gelden de hieronder afgesproken percentages (gefixeerde schade) die zijn gebaseerd op het tijdstip van opzegging, de eventueel te verwachten kostenbesparingen en inkomsten die de organisator verkrijgt uit het alsnog verkopen van de door jou geannuleerde reis, naast de eventueel verschuldigde reserveringskosten: (…)

Bij annulering vanaf de 42e kalenderdag (inclusief) tot de 28e kalenderdag (exclusief) vóór de vertrekdag: 35% van de reissom (…)
5.7.
Met name de verhouding tussen de beëindigingsvergoedingen genoemd in de Pied a Terre AV en in de NRC-Bootreis AV blijkt onvoldoende duidelijk uit het boekingsformulier, dan wel uit de algemene voorwaarden zelf. Ook dit brengt mee dat Pied a Terre de toepasselijke beëindigingsvergoedingen niet op een duidelijke, begrijpelijke en in het oog springende manier onder de aandacht heeft gebracht.
5.8.
Het voorgaande betekent dat Pied a Terre niet aan haar wettelijke verplichtingen heeft voldaan en [eiser] niet naar behoren heeft geïnformeerd. Dat leidt tot het oordeel dat sprake is van een oneerlijke handelspraktijk. Op basis van vaste jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie dient een sanctie te volgen die evenredig, doelmatig en afschrikwekkend is. Met het oog op deze Europeesrechtelijke beginselen ziet de kantonrechter aanleiding om de pakketovereenkomst te vernietigen. Daarbij geeft de kantonrechter (mede) toepassing aan de artikelen 3:40 en/of 6:193d en 6:193f onder c BW. Niet is uit te sluiten dat [eiser] , indien hij in de precontractuele fase op een duidelijke en heldere wijze was gewezen op de toepasselijke beëindigingsvergoedingen, van de overeenkomst had afgezien, dan wel de overeenkomst niet zelf had beëindigd op 2 maart 2021 (maar communicatie van Pied a Terre had afgewacht). Door de betreffende informatie achterwege te laten, is [eiser] die mogelijkheid onthouden en dat dient voor rekening van Pied a Terre te komen.
5.9.
Met de vernietiging van de pakketreisovereenkomst is de grondslag voor de reissom komen te ontvallen. Hierdoor is Pied a Terre gehouden het bedrag van € 7.531,50 aan [eiser] terug te betalen, aangezien [eiser] dit bedrag onverschuldigd heeft betaald. De kantonrechter zal de vordering van [eiser] dan ook toewijzen.
5.10.
[eiser] vordert verder vergoeding van wettelijke rente vanaf 30 september 2020. De wettelijke rente is verschuldigd vanaf het moment dat Pied a Terre met de voldoening in verzuim is. [eiser] heeft Pied a Terre bij brief van 30 september 2020 gesommeerd een bedrag van € 4.895,47 uiterlijk binnen veertien dagen (oftewel 14 oktober 2020) te voldoen. Bij brief van 27 oktober 2020 heeft hij gesommeerd tot terugbetaling binnen veertien dagen (oftewel 10 november 2020) van het volledige bedrag. Dit brengt mee dat de wettelijke rente zal worden toegewezen over een bedrag van € 4.895,47 vanaf 14 oktober 2020 en over € 2.636,03 vanaf 10 november 2020.
5.11.
Tot slot vordert [eiser] vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 743,60. Artikel 6:96 lid 2 sub c BW bepaalt dat de redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte voor vergoeding in aanmerking komen. Anders dan [eiser] stelt, is niet het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing, maar het Rapport Voorwerk II, omdat Pied a Terres betalingsverplichting niet voortvloeit uit een overeenkomst. Omdat [eiser] stelt dat hij buitengerechtelijke kosten heeft moeten maken en Pied a Terre deze kosten niet betwist, zal de kantonrechter deze vordering toewijzen.
5.12.
De proceskosten komen voor rekening van Pied a Terre, omdat zij ongelijk krijgt. De proceskosten aan de kant van [eiser] worden tot en met vandaag vastgesteld op:
dagvaarding € 106,47
griffierecht € 236,00
salaris gemachtigde
€ 622,00(2 punten × tarief € 311,00);
totaal € 964,47
6.
De beslissing
De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt Pied a Terre tot betaling aan [eiser] van € 7.531,50, te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag van € 4.895,47 vanaf 14 oktober 2020 en over € 2.636,03 vanaf 10 november 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt Pied a Terre tot betaling aan [eiser] van € 743,60 aan buitengerechtelijke incassokosten;
6.3.
veroordeelt Pied a Terre tot betaling van € 964,47 aan proceskosten, bij gebreke waarvan voormeld bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van algehele betaling;
6.4.
veroordeelt Pied a Terre tot betaling van € 124 aan nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door [eiser] worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis;
6.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.6.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Hendriks en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter