Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[passagier sub 1] ,
2. [passagier sub 2]
3. [passagier sub 3]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
- € 1.800,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 juli 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 363,00, althans aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten.
4.Het verweer
5.De beoordeling
ATFM duet o ATC EN-ROUTE DEMAND/CAPACITY, standard demand capacity problems”.Anders dan de passagiers is de kantonrechter van oordeel dat de vervoerder door de bij conclusie van antwoord overgelegde producties en zijn toelichting daarop de vertragingscode voldoende heeft onderbouwd. De vervoerder heeft ook aangetoond dat de luchtverkeersleiding als gevolg van code 81 nieuwe CTOT’s aan het toestel heeft opgelegd. De gewijzigde CTOT’s hebben in dit geval te gelden als een besluit van het luchtverkeersbeheer voor een specifiek vliegtuig op een specifieke dag, zoals bedoeld in overweging 15 van de considerans van de Verordening. Het toestel kon hierdoor niet eerder vertrekken, omdat de instructie van de luchtverkeersleiding altijd moet worden opgevolgd. Anders dan door de passagiers wordt gesteld, is niet gebleken dat de luchtverkeersleiding de CTOT’s heeft opgelegd door toedoen van de vervoerder. Voorts stellen de passagiers dat de
groundhandlingop luchthavens handelend ten behoeve van de luchtvaartmaatschappij ook een omstandigheid is en kan zijn voor de nieuwe “slots”. De passagiers hebben niet gesteld waaruit zou moeten blijken dat in het onderhavig geval sprake was van nieuwe “slots” wegens de
groundhandling, waardoor de kantonrechter voorbij zal gaan aan die stelling. De vervoerder heeft immers gemotiveerd onderbouwd dat het toestel vanaf 03:00 UTC nieuwe slottijden wegens code 81 kreeg opgelegd. Gelet op het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat de vertraagde aankomst van de passagiers op de eindbestemming het gevolg is van een buitengewone omstandigheid.