In deze zaak hebben eisers, een echtpaar, gedaagde opdracht gegeven om verbouwingswerkzaamheden aan hun nieuwe woning uit te voeren. Er ontstond onenigheid over de werkzaamheden die gedaagde zou uitvoeren en de bijbehorende kosten. Eisers vorderden terugbetaling van teveel betaalde facturen, terwijl gedaagde betaling van openstaande facturen vorderde. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een aannemingsovereenkomst is ontstaan, maar dat de afspraken over de prijs en de werkzaamheden onvoldoende specifiek waren. De rechtbank oordeelde dat de e-mail van gedaagde met een globaal bedrag niet als richtprijs kon worden beschouwd. Hierdoor werden de vorderingen van eisers in conventie afgewezen. In reconventie werd de vordering van gedaagde tot betaling van openstaande facturen toegewezen, omdat eisers niet voldoende hadden onderbouwd dat zij meer hadden betaald dan het door gedaagde erkende bedrag. De rechtbank veroordeelde eisers in de proceskosten.