Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Inleiding
2.De procedure
- het tussenvonnis van 11 november 2020 van de sector Handel van deze rechtbank onder zaak/rolnummer 306898/ HA ZA 20-571, waarbij deze procedure van de sector handel is verwezen naar de sector kanton,
- het tussenvonnis van 9 december 2020 waarbij een mondelinge behandeling is gelast;
- de brief van 16 maart 2021 met producties, genummerd 12 tot en met 14 van [H].
3.De feiten
“alle gelden, geldswaarden, vorderingen en roerende zaken (geen registergoederen), die de derde gearresteerde verschuldigd is en/of zal worden aan en/of onder zijn/haar berusting mocht hebben en/of verkrijgen van [B] (..) meer in het bijzonder, doch niet beperkt tot de maandelijkse huurpenningen met betrekking op het door u gehuurde pand van [B], zulks ter verzekering en om betaling te verlangen van: (..) € 51.743,77, alles onverminderd de verdere gerechts- en executiekosten.”
4.Het geschil
5.De beoordeling
onderhuurt. Die onderhuur zou tot 1 augustus 2020 duren en vanaf dat moment zou [H] rechtstreeks van [B] gaan huren.
heeft dat niet gedaan.
buitengerechtelijke verklaring. De herkansingsmogelijkheid, die de wet aan [H] biedt, beoogt uiteraard niet om haar in een gunstiger positie te plaatsen dan waarin zij zich bevond voordat zij in gebreke was.
Gelet op een en ander is de kantonrechter van oordeel dat [H] nu een gerechtelijke verklaring heeft afgelegd. Die houdt in dat er op 9 september 2019 geen rechtsverhouding bestond tussen [H] en [B].
721,00(1 punt × tarief € 721,00)
.496,00(2,0 punt × tarief € 748,00)
6.De beslissing
[H]in de proceskosten die zijn veroorzaakt door het aanvankelijk niet afleggen van een derdenverklaring en het niet verschijnen, aan de zijde van de curator begroot op € 1.884,04,
de curatortot (terug)betaling van een bedrag van € 1.075,- aan [H],
de curatorin de kosten van de verzetprocedure, aan de zijde van [H] tot op heden begroot op € 1.832,89 te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de 15e dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,