3.4Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
1
hij op 14 juni 2020 te Limmen en Castricum tezamen en in vereniging met een of meer anderen, een groot geldbedrag, te weten € 4.690, dat aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [het slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat weg te nemen geldbedrag onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door pintransacties uit te voeren met gebruikmaking van de bankpas op naam van die [het slachtoffer 1] en de aan die pas gekoppelde pincode;
2
hij op 14 juni 2020 te Limmen, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [het slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van zijn pinpas (inclusief pincode), door
- [het slachtoffer 1] in zijn rug te trappen en
- een vuurwapen, althans op een vuurwapen gelijkend voorwerp (voorzien van geluidsdemper) te richten op [het slachtoffer 1] en
- voornoemd vuurwapen, althans op een vuurwapen gelijkend voorwerp, door te laden en te richten op [het slachtoffer 1] en
- met voornoemd vuurwapen, althans op een vuurwapen gelijkend voorwerp, [het slachtoffer 1] op zijn neus, althans zijn lichaam, te slaan en
- [het slachtoffer 1] meerdere malen tegen het gezicht en/of hoofd (met gebalde vuist) te slaan;
3
hij op 14 juni 2020 te Limmen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met smaad en/of smaadschrift en of het openbaren van een geheim [het slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van zijn pinpas (inclusief pincode), toebehorende aan [het slachtoffer 1] , welke bedreiging met smaad en/of smaadschrift en/of het openbaren van een geheim hierin bestond dat hij en/of zijn mededader(s) heeft/hebben gedreigd te openbaren dat [het slachtoffer 1] een afspraak had (gemaakt) om seks te hebben met een (zogenaamd) minderjarige meisje (te weten [de medeverdachte 1] );
4
hij op 26 mei 2020 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, een groot geldbedrag te weten € 1.250, dat aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [het slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat weg te nemen geldbedrag onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door een pintransactie uit te voeren met gebruikmaking van de bankpas op naam van die [het slachtoffer 2] en de aan die pas gekoppelde pincode;
5
hij op 26 mei 2020 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [het slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een bankpas (inclusief pincode), die aan [het slachtoffer 2] toebehoorde, door
- [het slachtoffer 2] een vuurwapen, althans op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te tonen en
- naar [het slachtoffer 2] dreigend te zwaaien met een mes en
- [het slachtoffer 2] meerdere malen te slaan in het gezicht;
6
hij op 26 mei 2020 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met smaad en/of smaadschrift en/of het openbaren van een geheim [het slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van zijn pinpas (inclusief pincode), toebehorende aan [het slachtoffer 2] , welke bedreiging met smaad en/of smaadschrift en/of het openbaren van een geheim hierin bestond dat hij en/of zijn mededader(s) heeft/hebben gedreigd openbaar te maken dat [het slachtoffer 2] een afspraak had (gemaakt) om seks te hebben met een (zogenaamd) minderjarige meisje (te weten [de medeverdachte 1] ).
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.