Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
de besloten vennootschap Tio Teach B.V.
[gedaagde]
De gronden van de beslissing
in beginselgaat om 25%. Daarmee komt het annuleringsbeding in strijd met artikel 7:408 lid 1 BW en 7:411 BW. Er is sprake van een aanzienlijke verstoring van het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen, die in strijd is met de goede trouw. Gelet op het voorgaande is de conclusie dat het annuleringsbeding in de verhouding tussen de student en Tio onredelijk bezwarend is als bedoeld in artikel 6:233 aanhef en onder a BW en daarmee oneerlijk in de zin van de Richtlijn. De kantonrechter vernietigt het beding en de student is er daarom niet aan gebonden.
De beslissing