ECLI:NL:RBNHO:2021:3348

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 maart 2021
Publicatiedatum
22 april 2021
Zaaknummer
8878560
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van opzegvergoeding uit een zakelijk energiecontract

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Holthausen Clean Energy B.V., h.o.d.n. Clean Energy, een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor de betaling van een opzegvergoeding uit een zakelijk energiecontract. De overeenkomst voor de levering van gas en elektriciteit was aangegaan voor een periode van drie jaar, met een startdatum van 6 september 2019 en een einddatum van 5 september 2022. De vader van [gedaagde] heeft de overeenkomst digitaal ondertekend. Clean Energy heeft de overeenkomst beëindigd per 21 januari 2020, nadat [gedaagde] zich had aangemeld bij een andere leverancier. Clean Energy heeft een eindnota gestuurd met een openstaand bedrag van € 543,63, inclusief een opzegvergoeding van € 600,00. Ondanks aanmaningen is dit bedrag niet voldaan.

Clean Energy vordert primair betaling van € 666,40, inclusief wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten. Subsidiair vordert zij een lager bedrag van € 193,62, voor het geval de rechtbank zou oordelen dat er sprake is van reflexwerking en [gedaagde] als kleine ondernemer een beroep doet op het consumentenrecht. [gedaagde] betwist de vordering en stelt dat het contract bedoeld was voor het woonhuis van zijn vader en dat hij niet op de hoogte was van de voorwaarden.

De kantonrechter oordeelt dat er een geldige overeenkomst is gesloten en dat [gedaagde] de opzegvergoeding verschuldigd is. Het verweer van [gedaagde] wordt verworpen, en de kantonrechter wijst de vordering van Clean Energy toe, inclusief de proceskosten. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8878560 / CV EXPL 20-9686
Uitspraakdatum: 17 maart 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Holthausen Clean Energy B.V., h.o.d.n. Clean Energy,
gevestigd te Groningen
eiseres
verder te noemen: Clean Energy
gemachtigde: LAVG B.V. (Groningen)
tegen
[gedaagde] , h.o.d.n. [XX],
wonende te [woonplaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: [gemachtigde]

1.Het procesverloop

1.1.
Clean Energy heeft bij dagvaarding van 10 november 2020 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft mondeling geantwoord.
1.2.
Clean Energy heeft hierop schriftelijk gereageerd en haar rechtsgrond aangevuld, waarna [gedaagde] een mondelinge reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde] is eigenaar van de eenmanszaak [XX] , die blijkens het uittreksel van de Kamer van Koophandel (KvK) is gevestigd op het adres [straatnaam] te [vestigingsplaats] . Blijkens het uittreksel van de KvK is [gedaagde] ook woonachtig op dat adres. De gemachtigde van [gedaagde] is zijn vader (hierna te noemen: de vader van [gedaagde] ) en is eveneens woonachtig op het vestigingsadres van de eenmanszaak van [gedaagde] .
2.2.
Clean Energy heeft een overeenkomst gesloten voor de levering van gas en elektriciteit op het leveringsadres [straatnaam] te [vestigingsplaats] De overeenkomst is aangegaan voor drie jaar en heeft als startdatum 6 september 2019 en als einddatum 5 september 2022. De vader van [gedaagde] heeft op 5 augustus 2019 een digitale handtekening gezet onder de overeenkomst. Clean Energy heeft een bevestigingsbrief van de overeenkomst gericht aan de vader van [gedaagde] gestuurd middels het e-mail adres dat op de overeenkomst is genoemd.
2.3.
In de overeenkomst is een opzegvergoeding opgenomen die luidt:
De opzegvergoeding die Clean Energy u per contract in rekening kan brengen bedraagt 15% van de (verwachte) waarde van de overeenkomst met een minimum van 100 euro per Aansluiting of Allocatiepunt per niet uitgediend jaar.
2.4.
Clean Energy heeft via een automatisch bericht van het landelijk registratie systeem van de netbeheerders doorgekregen dat [gedaagde] zich per 21 januari 2020 heeft aangemeld bij een andere leverancier. Op grond van dat bericht heeft Clean Energy de overeenkomst met [gedaagde] per 21 januari 2020 beëindigd.
2.5.
Clean Energy heeft op 14 februari 2020 een gespecificeerde eindnota gestuurd aan [XX] (t.a.v. de vader van [gedaagde] ). Deze nota heeft betrekking op zowel de termijnvergoedingen van de levering van gas en elektriciteit over de periode van 6 september 2019 tot 21 januari 2020 als op de opzegvergoeding van totaal € 600,00. Na verrekening stond een bedrag open van € 543,63.
2.6.
Clean Energy heeft op 2 en 9 maart 2020 aanmaningen en op 24 maart 2020 een ingebrekestelling gestuurd aan [XX] . Alle brieven zijn geadresseerd op het leveringsadres ter attentie van de vader van [gedaagde] .
2.7.
Het in de eindnota genoemde bedrag van € 543,63 is niet voldaan.

3.De vordering

3.1.
Clean Energy vordert primair, na aanvulling van haar rechtsgrond, – samengevat – dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 666,40, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 543,63 vanaf 4 november 2020 tot de dag van de algehele voldoening. Subsidiair vordert Clean Energy veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 193,62 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 20 januari 2021. Zowel primair als subsidiair vordert Clean Energy veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de proceskosten.
Het bedrag van de primaire vordering bestaat uit € 543,63 aan hoofdsom, € 41,23 aan wettelijke handelsrente berekend tot 4 november 2020 en € 81,54 aan buitengerechtelijke incassokosten.
3.2.
Clean Energy legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij via een tussenpersoon ( [YY] ) met [gedaagde] , in de uitoefening van zijn eenmanszaak [XX] op 5 augustus 2019 een overeenkomst heeft gesloten voor de periode van 6 september 2019 tot 6 september 2022 betreffende de levering van gas en elektriciteit. Omdat [gedaagde] zich tijdens de looptijd van de overeenkomst heeft aangemeld bij een andere leverancier heeft Clean Energy de overeenkomst met [gedaagde] per 21 januari 2020 beëindigd. [gedaagde] is op grond van de overeenkomst een opzegvergoeding verschuldigd van totaal € 600,00. Deze vergoeding heeft Clean Energy opgenomen en verrekend in de eindnota van 14 februari 2020. [gedaagde] heeft deze eindnota, ondanks aanmaning, onbetaald gelaten. Daarnaast vordert Clean Energy wettelijke handelsrente en buitengerechtelijke incassokosten als schadevergoeding.
3.3.
Clean Energy heeft de subsidiaire vordering ingesteld voor zover de rechtbank meent dat er sprake is van reflexwerking en [gedaagde] als kleine ondernemer een beroep doet op het consumentenrecht. In dat geval geldt de opzegvergoeding van € 125,00 per product, dus totaal € 250,00.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert aan – samengevat – dat het energiecontract met Clean Energy bedoeld was voor het woonhuis van de vader van [gedaagde] , maar dat Clean Energy [gedaagde] heeft aangeraden om de overeenkomst zakelijk af te sluiten, zodat hij iets met de btw kon doen. [gedaagde] betwist iets op papier te hebben gekregen. Verder voert [gedaagde] aan dat hij de algemene voorwaarden voor het eerst bij de dagvaarding heeft gezien. Ook voert [gedaagde] aan dat hij het bedrag aan opzegvergoeding veel te hoog vindt. In de consuwijzer staat dat een opzegvergoeding varieert van € 50,00 tot maximaal € 125,00 en dat de nieuwe energieleverancier die boete voor zijn rekening neemt. Tot slot heeft [gedaagde] aangevoerd dat zowel zijn bedrijf als dat van de vader van [gedaagde] alleen staan ingeschreven op het woonadres, maar dat daar geen werkzaamheden voor hun transportbedrijven worden gedaan.

5.De beoordeling

5.1.
Vaststaat dat er een overeenkomst is gesloten voor de levering van gas en elektriciteit voor het leveringsadres [straatnaam] te [vestigingsplaats] voor een periode van drie jaar met ingang van 6 september 2019. Op de door Clean Energy bij dagvaarding overgelegde overeenkomst staat dat deze op naam is gesteld van [XX] met het KvK nummer en het bezoek- en correspondentie adres dat gelijk is aan het leveringsadres. Dat adres correspondeert met het in het KvK opgenomen adres. Dat sprake is van een ander adres waar [gedaagde] zijn bedrijf uitoefent is gesteld noch gebleken. Daarmee staat naar het oordeel van de kantonrechter vast dat het een zakelijk contract betreft.
5.2.
[gedaagde] heeft niet betwist dat de vader van [gedaagde] een digitale handtekening onder de overeenkomst heeft gezet. Ook heeft [gedaagde] niet betwist dat de vader van [gedaagde] daartoe bevoegd zou zijn. Dat betekent dat (de vader van) [gedaagde] kennis heeft kunnen nemen van de inhoud van de overeenkomst en deze heeft kunnen downloaden, opslaan en eventueel afdrukken. Het verweer dat [gedaagde] niets op papier heeft gekregen maakt niet dat de overeenkomst niet geldig is of dat hij niet akkoord is gegaan met hetgeen in de overeenkomst is opgenomen. Dat verweer wordt dan ook gepasseerd.
5.3.
In de overeenkomst is een bepaling over de opzegvergoeding opgenomen. [gedaagde] heeft niet betwist tijdens de duur van de overeenkomst te zijn overgestapt naar een andere leverancier. [gedaagde] heeft ook niet betwist op zich een opzegvergoeding verschuldigd te zijn, maar wel de door Clean Energy gevorderde hoogte van die vergoeding. Voor zover [gedaagde] met zijn verweer over de hoogte van de opzegvergoeding heeft bedoeld dat hij als eenmanszaak gelijk moet worden behandeld als een consument (de zogenoemde reflexwerking), wordt dat verweer verworpen. Deze reflexwerking heeft immers alleen betrekking op algemene voorwaarden. De door Clean Energy gevorderde opzegvergoeding is echter gebaseerd en opgenomen in de overeenkomst. De conclusie is dan ook dat [gedaagde] de opzegvergoeding verschuldigd is op basis van de in de overeenkomst opgenomen bepaling. Omdat [gedaagde] geen verweer heeft gevoerd tegen de andere posten van de eindnota, zal de gevorderde hoofdsom van € 543,63 worden toegewezen.
5.4.
De buitengerechtelijke kosten zullen als onweersproken en op de wet gegrond worden toegewezen. Hetzelfde geldt voor de gevorderde wettelijke handelsrente.
5.5.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Clean Energy van € 666,40 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 543,63 vanaf 4 november 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Clean Energy tot en met vandaag vaststelt op € 833,85, te weten:
dagvaarding € 86,85
griffierecht € 499,00
salaris gemachtigde € 248,00;
6.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en op 17 maart 2021 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter