ECLI:NL:RBNHO:2021:3156
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van administratiekantoor voor schade door niet-nakomen van overeenkomst inzake belastingaangiftes
In deze zaak heeft eiseres een vordering ingesteld tegen gedaagde, een administratiekantoor, wegens tekortkomingen in de uitvoering van een overeenkomst. Eiseres had gedaagde in 2016 ingeschakeld om de administratie over de jaren 2012 tot en met 2015 te verzorgen en belastingaangiftes in te dienen. Eiseres stelde dat gedaagde zijn verplichtingen niet is nagekomen, omdat er geen aangiftes zijn gedaan en geen uitstel is aangevraagd bij de belastingdienst. Gedaagde betwistte de vordering en voerde aan dat de aangeleverde administratie niet in orde was en dat hij niet aansprakelijk was voor de schade die eiseres had geleden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. Gedaagde had de verplichting om eiseres te informeren over ontbrekende stukken en om tijdig aangiftes en uitstelverzoeken in te dienen. De rechter oordeelde dat gedaagde onvoldoende had aangetoond dat hij aan zijn verplichtingen had voldaan en dat de schade die eiseres had geleden het gevolg was van zijn tekortkomingen. De vordering van eiseres tot schadevergoeding werd toegewezen, evenals de wettelijke rente en de kosten voor buitengerechtelijke incassokosten.
De kantonrechter heeft de tegenvordering van gedaagde afgewezen, omdat deze onvoldoende was onderbouwd. De proceskosten werden toegewezen aan eiseres, omdat gedaagde ongelijk kreeg in de procedure. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.