Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 11 november 2020 en de daarin genoemde stukken;
- de mondelinge behandeling van 25 maart 2021 en de daarbij door mr. Jawaheri en mr. Knoester overgelegde pleitnotities.
2.De feiten
3.Het geschil
- een verklaring voor recht dat Gopisingh van Os, althans een aan haar ondergeschikte notaris, niet heeft gehandeld zoals een goed notaris betaamt, dan wel dat zij onrechtmatig heeft gehandeld;
- een verklaring voor recht dat Gopisingh van Os (daarom) aansprakelijk is voor de schade die [eiser] als gevolg daarvan heeft geleden;
- Gopisingh van Os te veroordelen tot vergoeding van [eiser]’s schade ad € 57.210,36; en
- Gopisingh van Os te veroordelen in de proceskosten en nakosten, vermeerderd met rente.
- de notaris heeft haar ministerieplicht geschonden door de leveringsakte terzake de woning aan de [adres] niet (tijdig) te passeren, terwijl de gelden beschikbaar waren. Er bestond geen aanleiding te veronderstellen dat de transactie mogelijk verband hield met witwassen of het financieren van terrorisme, omdat (i) de verkoopprijs van de woning marktconform was, (ii) alle gelden giraal ter beschikking zijn gesteld en (iii) de financiering van GSFP enkel diende ter overbrugging van de periode tot 25 maart 2019, op welk moment Nieuwenhuis een financiering met hypotheekrecht aan kopers zou verstrekken. Als zij toch enige twijfel had gehad, had de notaris kunnen volstaan met het doen van een melding bij FIU-Nederland;
- de notaris heeft ten onrechte geen gehoor gegeven aan het verzoek van [eiser] om het passeren van de leveringsakte door te verwijzen naar een andere notaris;
- de notaris heeft ten onrechte geweigerd het door GSFP overgemaakte bedrag van € 235.000 (tijdig) aan haar te retourneren zodat kopers dit bedrag rechtstreeks konden overmaken, terwijl de notaris een rechtstreekse overboeking bij de waarborgsom wel accepteerde;
- de notaris heeft ten onrechte de waarborgsom als boete aan verkoper uitgekeerd, aangezien [eiser] meermaals kenbaar heeft gemaakt de verschuldigdheid te betwisten en nog in onderhandeling te zijn met de verkoper. Daarmee heeft de notaris partijdig gehandeld.
zoals een goed notaris betaamtniet toewijsbaar is en betwist zij overigens onzorgvuldig of onrechtmatig jegens [eiser] te hebben gehandeld:
- ten aanzien van haar ministerieplicht voert zij aan op grond van de WWFT gehouden te zijn de herkomst van gelden te verifiëren en de door haar verzochte informatie op te vragen. Aan de beoordeling of zij wel of niet ministerie moest weigeren, is de notaris niet toegekomen, omdat de verkoper de koopovereenkomst al had ontbonden voordat kopers de verzochte informatie hadden aangeleverd;
- op grond van artikel 21 lid 3 van de Wet op het notarisambt (hierna: Wna) is het niet toegestaan werkzaamheden door te verwijzen naar een andere notaris wanneer het werkzaamheden van algemeen gebruikelijke aard betreffen, zoals in onderhavig geval;
- omdat de notaris ermee bekend was dat de betaling van € 235.000 in feite van GSFP afkomstig was – en zij de herkomst daarvan dient te verifiëren – was ook bij een rechtstreekse overboeking door kopers de verzochte informatie over GSFP benodigd voordat de leveringsakte kon worden gepasseerd;
- ingevolge artikel 11.5 sub a van de koopovereenkomst was de notaris verplicht de waarborgsom als boete aan verkoper te voldoen, nu verkoper kopers (herhaald) in gebreke heeft gesteld, zij in verzuim waren geraakt en verkoper de koopovereenkomst rechtsgeldig buitengerechtelijk had ontbonden.
4.De beoordeling
2.228,00(2,0 punten × tarief € 1.114)