ECLI:NL:RBNHO:2021:3091

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
7 april 2021
Publicatiedatum
14 april 2021
Zaaknummer
8811793 CV EXPL 20-5323
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van incassokosten en abonnementskosten voor zakelijk glasvezel internetpakket

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Solcon Internetdiensten B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde die een abonnement had afgesloten voor een zakelijk glasvezel internetpakket. De gedaagde betwistte de vordering, omdat hij stelde dat er geen aansluiting was gerealiseerd en dat hij geen profijt had van het abonnement. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde had gekozen voor een 'doe-het-zelf-installatie' en dat Solcon voldoende had gedaan om de aansluiting te realiseren. De kantonrechter wees de vordering van Solcon toe, waarbij de gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 2.821,66, inclusief rente en proceskosten. De kantonrechter concludeerde dat de gedaagde zijn verplichtingen niet was nagekomen en dat Solcon haar verplichtingen wel was nagekomen. De gedaagde had onvoldoende onderbouwd dat hij recht had op opschorting van zijn betalingsverplichting en zijn verweer werd verworpen. De kantonrechter verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 8811793 \ CV EXPL 20-5323 KB
Uitspraakdatum: 7 april 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
De besloten vennootschap Solcon Internetdiensten B.V.
gevestigd te Dronten
eiseres
verder te noemen: Solcon
gemachtigde: Flanderijn gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde]
wonende en zaakdoende te [plaats]
gedaagde
verder te noemen: [gedaagde]
procederende in persoon

1.Het procesverloop

1.1.
Solcon heeft bij dagvaarding van 28 september 2020 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Solcon heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde] een schriftelijke reactie heeft gegeven.

2.De zaak in het kort

2.1.
Deze zaak gaat [gedaagde] een door [gedaagde] bij Solcon afgesloten abonnement voor een Zakelijk Glasvezel Internet pakket. [gedaagde] voert het verweer dat hij geen profijt heeft van het abonnement, omdat Solcon geen monteur heeft geregeld en er in de woning geen aansluiting is gerealiseerd. De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] gekozen heeft voor een ‘doe-het-zelf-installatie’ en Solcon voldoende heeft gedaan om de aansluiting in de woning te realiseren. Zij is haar verplichtingen nagekomen. [gedaagde] moet de gevorderde kosten van de aanleg en aansluiting en de abonnementskosten daarom betalen.

3.Feiten

3.1.
[gedaagde] heeft via de website van Solcon een aanvraag ingediend voor een abonnement voor zijn bedrijf. Op 19 november 2018 heeft Solcon [gedaagde] een orderbevestiging gestuurd voor een Zakelijk Glasvezel Internet Pakket start 100/100.
3.2.
Bij brief van 19 december 2019 heeft Solcon aan [gedaagde] meegedeeld dat hij zijn Solcon pakket kan gaan gebruiken. In de brief staat de informatie om het pakket te activeren, waaronder een kopje ‘Doe-het-zelf-installatie’.
3.3.
Op 13 januari heeft Solcon [gedaagde] een factuur gezonden en aangekondigd dat een bedrag van € 2.118,88 automatisch van de rekening van [gedaagde] wordt afgeschreven. [gedaagde] heeft dit bedrag, na de automatische afschrijving, gestorneerd.
3.4.
Op 15 januari 2020 heeft Solcon bij e-mail aan [gedaagde] laten weten dat het abonnement vanaf 19 december 2019 definitief is opgeleverd en dat hij vanaf die datum gebruik kan maken van de diensten van Solcon. Solcon geeft daarbij aan dat zij, ondanks dat [gedaagde] een doe het zelf installatie heeft aangevraagd in plaats van een monteur om de installatie uit te voeren, uit coulance de afspraak met een monteur op 100% korting zal zetten.

4.De vordering

4.1.
Solcon vordert, na wijziging van eis, dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 2.821,66. Dit bedrag bestaat uit een hoofdsom van € 2.429,63, een bedrag ter zake de buitengerechtelijke incassokosten van € 365,94, een bedrag ter zake rente van € 26,09 berekend tot 28 september 2020 en proceskosten.
4.2.
Solcon legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat zij de aanvraag van [gedaagde] voor het abonnement heeft bevestigd en [gedaagde] bij de aanvraag akkoord is gegaan met de algemene voorwaarden van Solcon. Solcon heeft de overeengekomen prijs in rekening gebracht. [gedaagde] heeft nagelaten, ondanks ingebrekestelling, de facturen van Solcon te voldoen.

5.Het verweer

5.1.
[gedaagde] betwist de vordering. Hij voert aan – samengevat – dat hij het bedrag van € 2.118,88 heeft gestorneerd, omdat de aansluiting naar de computer nog niet was aangelegd. Solcon was vergeten om een monteur te regelen. Dat is vervolgens gebeurd, althans [gedaagde] moest dat zelf regelen met het bedrijf dat de aansluitingen voor Solcon verzorgt (Guidion). In maart 2020 heeft [gedaagde] contact opgenomen met Solcon, omdat monteur van Guidion nog steeds niet geweest was. Nadat [gedaagde] tevergeefs geprobeerd had om het iemand anders te laten doen, heeft hij weer contact opgenomen met Solcon, maar die wilde geen afspraak met een monteur van Guidion regelen. Daarop heeft [gedaagde] zijn abonnement met Solcon eind april opgezegd. [gedaagde] komt tot de conclusie dat Solcon niet klantvriendelijk is en haar belofte van een probleemloze overstap niet waarmaakt. [gedaagde] heeft geen vertrouwen meer in Solcon, omdat zij in gebreke is gebleven in haar verplichtingen jegens hem. De buren van [gedaagde] hoeven ook niet te betalen voor hun glasvezelaansluiting.
5.2.
[gedaagde] wil een abonnement bij een andere provider afsluiten. Als dat niet mogelijk is, wil [gedaagde] de aanlegkosten van Solcon betalen als Solcon alsnog haar verplichtingen om de aansluiting gebruiksklaar te maken, is nagekomen. De overige kosten behoren voor rekening van Solcon te komen.

6.De beoordeling

6.1.
Op 24 en 25 maart 2021 heeft [gedaagde] een e-mail aan de rechtbank gestuurd, waarin hij nader ingaat op de zaak. De kantonrechter laat deze e-mails wegens strijd met de eisen van een goede procesorde buiten beschouwing, omdat de zaak al sinds 17 februari 2021 voor vonnis staat en Solcon niet meer op de e-mails heeft kunnen reageren.
6.2.
De vraag die in deze zaak moet worden beantwoord is of [gedaagde] de facturen van Solcon voor, kort gezegd, de aanleg en aansluiting van de glasvezelkabel en de abonnementskosten vanaf 1 juni 2020 voor onbeperkt bellen en het Zakelijk Glasvezel Internet pakket Start 100/100 moet betalen.
6.3.
[gedaagde] erkent dat hij zich heeft aangemeld voor het glasvezelproject en dat er een glasvezelkabelaansluiting is aangelegd tot in zijn woning. In de zomer van 2019 is de kabel in de wegberm aangelegd en een paar maanden later tot in de woning van [gedaagde] . Door een monteur is vervolgens een glasvezelkastje aangebracht, aldus steeds [gedaagde] . Verder staat vast dat het abonnement op 19 december 2019 door Solcon is opgeleverd en klaar was voor gebruik. [gedaagde] moet Solcon hiervoor op zich dus betalen. Dat hem nooit een contract met handtekening is toegestuurd, zoals hij betoogt, maakt dat niet anders. [gedaagde] heeft verder te weinig gesteld om aan te nemen dat hij iets anders mocht verwachten.
6.4.
[gedaagde] voert het verweer dat hij de facturen niet hoeft te betalen, omdat de aansluiting in zijn woning niet werkte en Solcon geen monteur geregeld heeft om de aansluiting te verzorgen. Naar aanleiding van dit verweer stelt Solcon dat [gedaagde] bij de aanvraag heeft gekozen voor een ‘doe-het-zelf-installatie’. Dit wordt bevestigd door de brief van Solcon van 19 december 2019. Daarin verstrekt Solcon aan [gedaagde] informatie [gedaagde] de doe-het-zelf-installatie en merkt zij op dat, als [gedaagde] er tijdens de installatie niet uitkomt, hij alsnog een installateur kan inschakelen en om een monteur te bestellen contact kan opnemen met de afdeling sales of klantenservice. [gedaagde] betwist dat hij heeft gekozen voor een doe-het-zelf-installatie. Volgens [gedaagde] heeft hij meerdere keren aangegeven (telefonisch bij de aanmelding, bij het schouwen van zijn woning en bij de monteur die het glasvezelkastje heeft aangebracht) dat hij de aansluiting door een monteur wilde laten verzorgen. Maar [gedaagde] onderbouwt dit verweer niet. Dat had hij wel moeten doen, omdat uit de opdrachtbevestiging iets anders blijkt. De kantonrechter neemt daarom aan dat [gedaagde] bij het aangaan van de overeenkomst met Solcon heeft gekozen voor een doe-het-zelf installatie. Het is dus aan [gedaagde] om de monteur voor de aansluiting te regelen. Solcon is op dit punt niet tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen.
6.5.
Partijen zijn het erover eens dat zij op 15 januari 2020 hebben afgesproken dat Solcon een monteur voor [gedaagde] zou aanvragen en uit coulance de kosten van de monteur voor haar rekening zou nemen. In februari 2020 is er een monteur van Guidion in de woning van [gedaagde] geweest, maar er is geen aansluiting tot stand gekomen. Volgens [gedaagde] omdat de monteur het kabeltje niet bij zich had; volgens Solcon omdat er geen stopcontact in de meterkast zat. Omdat Solcon geen kosten voor deze periode vordert, kan de reden in het midden blijven. Vervolgens is er in maart 2020 opnieuw contact tussen partijen geweest [gedaagde] de monteur. Daarbij heeft [gedaagde] aangegeven dat hij ook zijn computer wilde laten aansluiten. [gedaagde] heeft Solcon op 4 maart 2020 gemaild:
“graag maak ik gebruik van de mogelijkheid om een monteur van Guidion de overige werkzaamheden uit te laten voeren”. Bij e-mail van 10 maart 2020 heeft Solcon aan [gedaagde] bericht dat hij met Guidion contact kan opnemen om een afspraak te maken. Daarbij adviseert Solcon [gedaagde] om telefonisch door te nemen wat zijn wensen zijn zodat zij kunnen kijken wat de monteur wel en niet kan doen. Volgens [gedaagde] is er vervolgens voor eind maart 2020 een afspraak gemaakt, maar mocht de monteur vanwege corona niet in zijn woning komen. Omdat Solcon geen kosten voor deze periode vordert, kan deze omstandigheid verder in het midden blijven. Deze gang van zaken levert geen tekortkoming van Solcon op.
6.6.
Solcon heeft vervolgens in haar e-mail van 20 april 2020 voorgesteld om de abonnementskosten [gedaagde] de maanden januari 2020 tot en met april 2020 te crediteren, maar dan moet [gedaagde] wel de overige kosten voldoen. Ook heeft Solcon aan [gedaagde] gevraagd of hij nog een monteur wenst voor het aansluiten van de hardware voor een bedrag van € 35,00. [gedaagde] is akkoord gegaan met dit voorstel. Hij schrijft in zijn e-mail van 20 april 2020: “
graag wil ik van dit aanbod gebruik maken, tenminste als het mogelijk is dat een monteur voor 1 mei de aansluiting op mijn PC kan realiseren, hij moet dan dus een draad door mijn telefoonaansluiting trekken en daar dus tijd en materiaal voor hebben.” Op 21 april 2020 heeft Solcon hierop geantwoord dat [gedaagde] contact kan opnemen met Guidion en uitgelegd welke werkzaamheden er in de basis installatie zitten. Daarbij geeft Solcon aan dat alle extra zaken die [gedaagde] wenst uit te voeren onder meerwerkkosten vallen en verwijst Solcon naar een link [gedaagde] de kosten en werkzaamheden die Guidion mag en kan uitvoeren. Vervolgens is er een monteur geregeld om werkzaamheden bij [gedaagde] te verrichten. Partijen verschillen van mening [gedaagde] wat er toen is gebeurd.
6.7.
Solcon stelt dat uit navraag bij Guidion is gebleken dat de monteur het werk niet heeft verricht, omdat [gedaagde] meerwerk wilde terwijl hij dat niet had aangegeven bij het maken van de afspraak. Daarbij verwijst Solcon naar haar e-mail van 20 mei 2020, waarin Solcon aan [gedaagde] bericht dat hij volgens Guidion meerwerk wil wat hij niet had aangegeven tijdens het maken van de afspraak en dat daarom de monteur het heeft afgewezen. [gedaagde] voert hiertegen aan dat de monteur in verband met de coronamaatregelen niet naar binnen mocht en alleen telefonisch advies kon geven. Daarbij verwijst [gedaagde] naar zijn e-mail van 20 april 2020, waarin hij heeft aangegeven dat er een kabel door zijn telefoonaansluiting moet worden getrokken. Hiermee betwist [gedaagde] niet dat het gaat om meerwerk en dat hij bij het maken van de afspraak met de monteur geen opdracht voor dit meerwerk heeft gegeven. [gedaagde] heeft zijn verweer op dit punt verder niet onderbouwd. Ook op dit punt is het de kantonrechter niet gebleken dat Solcon tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen.
6.8.
Uit de hierboven opgesomde omstandigheden volgt dat Solcon voldoende heeft gedaan om de aansluiting tot stand te laten komen. Zij heeft de monteur geregeld, de kosten voor de monteur voor haar rekening genomen en [gedaagde] gewezen op de eventuele meerwerkprocedure en -kosten. De omstandigheid dat het in mei 2020 weer niet is gelukt om een en ander aan te sluiten, is niet aan Solcon toe te rekenen. De kantonrechter vindt dat Solcon ook redelijk heeft gehandeld. Solcon heeft namelijk ook de abonnementskosten [gedaagde] de maanden januari tot en met mei 2020 gecrediteerd (€ 274,28 in totaal).
6.9.
[gedaagde] voert nog het verweer dat - als Solcon de aansluiting alsnog in orde maakt - hij vanaf die datum de aansluitkosten en de abonnementskosten zal voldoen. De kantonrechter begrijpt dat [gedaagde] hiermee een beroep doet op opschorting van zijn betalingsverplichting. Solcon heeft echter in de periode van januari tot en met mei 2020 al het mogelijke gedaan om de aansluiting bij [gedaagde] te (laten) realiseren. Dat het niet is gelukt is niet aan Solcon toe te rekenen. [gedaagde] kan in deze omstandigheden geen beroep op opschorting doen.
6.10.
[gedaagde] voert ook nog aan dat hij in april 2020 zijn abonnement heeft opgezegd. Dit komt de kantonrechter ongeloofwaardig voor, omdat er in mei nog contact is geweest tussen partijen. Daarnaast heeft [gedaagde] niet met stukken onderbouwd dat hij het abonnement heeft opgezegd. De kantonrechter concludeert dat het abonnement niet is opgezegd en dat [gedaagde] nog steeds een abonnement heeft bij Solcon.
6.11.
[gedaagde] verwijst daarnaast naar de situatie van zijn buren. Hij voert aan dat bij zijn buren de glasvezelkabel - gratis - tot in de meterkast is aangelegd en zij Solcon pas hoeven te betalen als zij een abonnement bij Solcon afsluiten. Hij heeft dit verweer - tegenover de betwisting door Solcon - onvoldoende toegelicht en onderbouwd. De kantonrechter kan hem daar dus niet in volgen.
6.12.
De conclusie is dat [gedaagde] de facturen van Solcon moet betalen. De kantonrechter zal de vordering van Solcon daarom toewijzen.
6.13.
Solcon vordert buitengerechtelijke incassokosten en rente. [gedaagde] heeft tegen deze vorderingen geen zelfstandig verweer gevoerd. Deze komen de kantonrechter ook niet ongegrond voor en zullen daarom worden toegewezen.
6.14.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde] , omdat hij ongelijk krijgt.

7.De beslissing

De kantonrechter:
7.1.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Solcon van € 2.821,66, te vermeerderen met de wettelijke rente [gedaagde] € 2.429,63 vanaf 28 september 2020 tot aan de dag van de gehele betaling;
7.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Solcon tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 86,85
griffierecht € 499,00
salaris gemachtigde € 436,00 ;
7.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
7.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H. Lips en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter