ECLI:NL:RBNHO:2021:2968

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
31 maart 2021
Publicatiedatum
12 april 2021
Zaaknummer
312662
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van een huwelijk en medewerking aan islamitische en Egyptische echtscheiding

In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 31 maart 2021 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen partijen die een huwelijk zijn aangegaan naar Nederlands recht. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. drs. J. el Hannouche, heeft op 11 januari 2021 een dagvaarding uitgebracht waarin zij de man verzoekt om medewerking te verlenen aan zowel de islamitische als de Egyptische echtscheiding. De gedaagde is niet verschenen, waardoor verstek is verleend. De rechtbank heeft de stukken in de zaak bestudeerd en is tot de conclusie gekomen dat de vorderingen van de eiseres grotendeels toewijsbaar zijn, met uitzondering van de gevorderde lijfsdwang, die is afgewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verwachting van de eiseres dat de gedaagde een veroordelend vonnis niet zal nakomen, onvoldoende grond biedt voor het toewijzen van dit dwangmiddel.

De rechtbank heeft de gedaagde gelast om binnen twee weken na betekening van het vonnis zijn medewerking te verlenen aan de ontbinding van het religieuze huwelijk door een ondertekende verklaring te sturen aan de eiseres. Daarnaast is de gedaagde verplicht om zijn medewerking te verlenen aan de Egyptische echtscheiding bij de ambassade in Den Haag. Indien de ambassade de echtscheiding niet kan bevestigen, moet de gedaagde de echtscheiding in Egypte aanvragen met behulp van een advocaat. Voor elke dag dat de gedaagde in gebreke blijft, is een dwangsom van € 250,00 opgelegd, met een maximum van € 10.000,00. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Locatie Alkmaar
WG/AH
zaak- en rolnummer: C/15/312662 / HA ZA 21/51
datum: 31 maart 2021
Vonnis van de enkelvoudige kamer voor de behandeling van burgerlijke zaken
in de zaak van:
[eiseres] te [woonplaats 1] ,
EISERES bij dagvaarding van 11 januari 2021,
advocaat: mr. drs. J. el Hannouche te Utrecht,
(toev.nr. 4OA3687)
tegen
[gedaagde] te [woonplaats 2] ,
GEDAAGDE,
n i e t v e r s c h e n e n
Tegen gedaagde is verstek verleend.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken.

1.HET VERLOOP VAN HET GEDING

Eiseres heeft gesteld en gevorderd als vermeld in de aan dit vonnis in fotokopie gehechte en als hier ingelast geldende dagvaarding.

2.DE BEHANDELING VAN DE ZAAK

2.1.
Het gevorderde komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor en kan derhalve worden toegewezen, behoudens het navolgende.
2.2.
De primair gevorderde lijfsdwang zal worden afgewezen. De rechtbank ziet in de enkele verwachting van eiseres dat gedaagde een veroordelend vonnis niet zal nakomen onvoldoende grond om dat dwangmiddel reeds nu toe te wijzen.
De (subsidiair) gevorderde dwangsommen zijn wel toewijsbaar. De dwangsommen zullen worden gemaximeerd als hierna vermeld.
2.3.
Gelet op de relatie tussen partijen zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

3.DE BESLISSING

De rechtbank:
Bij verstek
3.1.
Gelast gedaagde om binnen twee weken na betekening van dit vonnis zijn medewerking te verlenen aan de ontbinding van het religieuze huwelijk van partijen, meer in het bijzonder door aan eiseres per aangetekende post een door hem ondertekende brief te sturen met de tekst:
“Ondergetekende, de [gedaagde] geboren [geboortedatum 1] 1968 te [geboorteplaats 1] ( [land 1] ), verklaart hierbij te scheiden van [eiseres] , geboren op [geboortedatum 2] 1968 te [geboorteplaats 2] ( [land 2] ) wonende aan de [adres] te [woonplaats 1] en verleent haar hierbij de drievoudige definitieve en onherroepelijke islamitische echtscheiding: ‘anti taliqa, ‘anti taliqa, ‘anti taliqa (jij bent gescheiden, jij bent gescheiden, jij bent gescheiden), indien en voor zover vereist bevestigt ondergetekende hierbij dat de islamitische echtscheiding (talaaq) tevens mondeling op drie verschillende momenten is uitgesproken en in ieder geval definitief en onherroepelijk is”,
althans een zodanige handeling te verrichten die volgens islamitisch recht noodzakelijk is om het religieuze huwelijk tussen partijen te ontbinden, onder verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag dat gedaagde in gebreke blijft hieraan te voldoen, met een maximum van € 10.000,00.
3.2.
Gelast gedaagde om zijn medewerking te verlenen om de Egyptische echtscheiding uit te spreken bij de Egyptische ambassade te Den Haag door middel van het afleggen van een daartoe vereiste verklaring op de Egyptische ambassade tegen afgifte van een behoorlijk bewijs aan eiseres waaruit de definitieve onherroepelijke echtscheiding naar Egyptisch recht tussen partijen blijkt, althans al datgene te doen wat de Egyptische ambassade vereist van gedaagde om de echtscheiding definitief te maken, onder verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag dat gedaagde in gebreke blijft hieraan te voldoen, met een maximum van € 10.000,00.
3.3.
Gelast gedaagde indien de Egyptische ambassade te Den Haag de echtscheiding niet definitief kan maken om de Egyptische echtscheiding in Egypte te verzoeken door middel van het inschakelen van mr. E. El-Sharkawi, advocaat te Nederland en Egypte om namens gedaagde en eiseres de echtscheiding te bewerkstelligen in Egypte en zijn medewerking te blijven verlenen totdat de definitieve onherroepelijke echtscheiding naar Egyptisch recht is bewerkstelligd, waarbij gedaagde tevens dient af te geven een behoorlijk bewijs aan eiseres waaruit de definitieve onherroepelijke echtscheiding naar Egyptisch recht tussen partijen blijkt, onder verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag dat gedaagde in gebreke blijft hieraan te voldoen, met een maximum van € 10.000,00.
3.4.
Compenseert de kosten van het geding aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt.
3.5.
Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
3.6.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. A.C. Haverkate en uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 31 maart 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.