1.17uur:
Er is rookontwikkeling zichtbaar bij de voordeur. De voordeur wordt van binnen geopend. Vrijwel gelijk nadat de voordeur werd geopend ontstaat een ontploffing. Na de ontploffing is de deur dicht. Na de ontploffing is een rookwolk te zien. Door de explosie/drukgolf wordt het alarm van de auto geactiveerd.
31 mei 2020 te 01:16:55 uur:
Op de bewegende beelden is te zien dat de dader gebruikt maakt van, kennelijk, een aansteker. Het licht in de keuken staat aan.
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 5] van 19 juli 2020 (dossierpagina’s 1238 tot en met 1253):
[verdachte] heeft mij een Cobra 6 gegeven en ik deed hem in de brievenbus. Ik had hem aangestoken. Hij gaf die Cobra die hij helemaal schoonmaakte met alcohol. Ik moest twee blauwe handschoentjes aan. Ik deed het in de brievenbus en dat ding klapte dicht. [verdachte] bedacht het idee. Hij vroeg of ik de Cobra in de brievenbus wilde stoppen. Het idee kwam van [verdachte] , ik ging ermee akkoord. [verdachte] vroeg het alleen aan mij. [verdachte] liet mij de Cobra zien.
“Wil jij die brievenbus eruit blazen?”
V: Was dat nadat hij die Cobra liet zien?
A: Ervoor. Hij zei dat ik er gewoon naartoe moest gaan. Hij zei dat ik hem niet op de mat moest leggen, maar op dat tussenstukje zodat de deur kapot ging. Hij gaf het met zijn trui over zijn hand, omdat anders zijn DNA op de Cobra zou zitten. Hij had de Cobra eerst gedesinfecteerd met alcohol.
Toen ik naar die deur liep stond die Cobra al aan. Ik deed hem in de brievenbus.
Ik vertelde over die school. Daar ging ik in de hoek staan en pakte ik zicht op de straat en wachtte ik tot het licht uit ging. Toen zag ik dat het licht uitging bij de buurvrouw en toen ben ik erheen gegaan.
V: Zag je ook licht bij [slachtoffer 1] ?
A: Een klein woonkamerlampje achterin de hoek.
Hij bood het me aan. Ook voor geld. € 100,-. Dat heeft hij zelf gegeven.
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 5] van 7 augustus 2020 (dossierpagina’s 1256 tot en met 1271):
[verdachte] vroeg of ik het in de brievenbus wou gooien. Het was gewoon van: “Je weet waar het huis is en de Cobra leg je in de brievenbus.”
V: Hoe is [verdachte] aan die Cobra 6 gekomen?
A: [verdachte] pakte de Cobra uit een kastje in de schuur. Die gaf hij aan mij. [verdachte] heeft die Cobra ook nog schoongemaakt met alcohol. Voordat ik naar de [weg] ging om het te doen, was ik bij [verdachte] en toen heb ik de Cobra gekregen. Ik denk dat ik een half uur voor het incident ben gaan observeren. Toen had ik de Cobra al. Ik ben vlakbij die school gaan staan op de [weg] om te zien of ik het licht dat ik zag branden bij de overbuurvrouw van [slachtoffer 1] uit ging. Toen ik zag dat het licht uit was, ben ik naar de woning van [slachtoffer 1] gelopen en heb ik de Cobra 6 in de brievenbus gedaan.
- de verklaring van verdachte, ter terechtzitting van 16 maart 2021 afgelegd:
U houdt mij voor dat [medeverdachte 5] heeft verklaard dat hij de Cobra van mij heeft gekregen. Dat klopt. U houdt mij voor dat ik aan een van hen vroeg of ze de Cobra wilden hebben. Dat klopt. [medeverdachte 5] zou de Cobra in de brievenbus van de woning van [slachtoffer 2] doen. Ik heb niet geprobeerd hem tegen te houden.
- het proces-verbaal van aangifte van [naam] van 15 juni 2020 (dossierpagina’s 1890 en 1891):
Ik woon te [plaats] en had op 14 juni 2020 mijn auto geparkeerd staan voor mijn woning aan de [straat] te [plaats] . Mijn auto betreft een [naam] met kenteken [kenteken] . Wij hoorden een harde knal. Toen ik naar buiten keek, zag ik dat mijn auto in de fik stond. Ik zag hoge vlammen aan de voorzijde van mijn auto.
- het proces-verbaal van forensisch onderzoek vervoersmiddel ( [merk] ) van 15 juni 2020 (dossierpagina’s 1898 tot en met 1900):
Wij zagen dat voornamelijk de voorzijde van de auto door hitte en vuur was aangetast. De voorbanden waren gescheurd en voornamelijk door hitte en vuur aangetast aan de zijde gericht naar de voorbumper. Hot motorcompartiment was zwaar aangetast door hitte en vuur. De voorruit van de auto was kapot net als de ruit aan de bijrijderszijde. In de auto troffen wij een hoeveelheid (gesmolten) glasscherven aan. Op de grond buiten de auto troffen wij aan één zijde beroete glasdelen aan. Het interieur van de auto was licht aangetast door hitte en vuur. Wij zagen dat voornamelijk de hoger gelegen delen van de auto, zoals het plafond en de rugzittingen van de stoelen aan de voorzijde, waren aangetast door hitte en vuur. Nabij de linker voorband werd een indicatie verkregen voor de aanwezigheid van een brandversnellend middel. Door ons werd een zandmonster onder de stoeptegel nabij de linker voorband veiliggesteld en voorzien van [monster] . Het bijbrengen of achterlaten van vuur aan de voorzijde van de auto is de meest waarschijnlijke oorzaak. Hierbij is waarschijnlijk gebruik gemaakt van een ontbrandbare vloeistof.
- de verkorte rapportage over onderzoek naar ontbrandbare vloeistoffen naar aanleiding van een brand in [plaats] op 14 juni 2020 van het NFI van 14 juli 2020 (dossierpagina’s 1905 tot en met 1910):
In het monster [monster] zijn vluchtige stoffen aangetoond die afkomstig zijn van motorbenzine. Daarnaast zijn vluchtige stoffen aangetoond die vrijkomen tijdens verbranding en/of pyrolyse van kunststoffen.
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 5] van 19 juli 2020 (dossierpagina’s 1238 tot en met 1253):
V: De autobrand?
A: Ik heb dat ook gedaan.
Ik moest het alleen op de motorkap doen. Hij (de rechtbank begrijpt: verdachte) zei: “gooi alles in één keer op het raam, dan loopt het via het raam naar beneden, dan steek je het aan.” De fles heb ik op de motorkap laten liggen.
V: Hoeveel geld heb je daarvoor gekregen?
A: Ik heb dat nog niet gekregen. Hij zei letterlijk: “komt later.”
Het is in de nacht dat ik de auto voor de deur van [naam] in de fik heb gestoken.
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 5] van 7 augustus 2020 (dossierpagina’s 1256 tot en met 1271):
Toen zag ik een auto met ‘ [kenteken] ’ staan en die heb ik toen gedaan en dat bleek achteraf de juiste te zijn. Ik heb toen dat goedje eroverheen gespoten en aangestoken. Het was denk ik een donkere kleur. [slachtoffer 1] had een kleinere versie en de moeder van [slachtoffer 1] een grotere versie auto. [verdachte] vertelde dat ik het op de voorkant en op de banden moest doen. Ik heb het alleen op het raam gegooid. [verdachte] had gezegd dat het een goed goedje was, dus ik heb het er gewoon overheen gegooid en aangestoken. De fles heb ik wel achtergelaten.
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 5] van 12 oktober 2020 (dossierpagina’s 1285 tot en met 1289):
Wij waren met zijn drieën. Ik ging op het kenteken [kenteken] af. Deze auto moest ik dan in de brand steken.
V: Wie gaf dan het kenteken [kenteken] aan jou door?
A: Dat was [medeverdachte 2] . Hij gaf niet het merk door. Het moest een [merk] met kenteken [kenteken] zijn. Dat heeft [medeverdachte 2] face-to-face aan mij doorgegeven, volgens mij of bij [medeverdachte 2] thuis of bij [verdachte] in de schuur. Wij waren op dat moment met zijn drieën.
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 5] van 12 oktober 2020 (dossierpagina’s 1298 tot en met 1303):
Ik heb de bivakmuts van [verdachte] gekregen voordat ik de auto van [naam] in de brand heb gestoken op 14 juni 2020. Hij had hem in de zak gedaan waar het goedje en de fles in zat die [verdachte] bij zijn buurvrouw in de tuin had verborgen.
- de verklaring van verdachte, ter terechtzitting van 16 maart 2021 afgelegd:
Ik heb hem een bivakmuts gegeven. Die met Bluf erop.
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 4 juli 2020 (dossierpagina’s 1969 tot en met 1972):
Ergens rond 01:15 à 01:30 uur hoorde ik sirenes. Ik keek meteen op mijn telefoon waarop ik de camera’s kan bekijken. Ik zag een moker, een spuitbus (de rechtbank begrijpt: een bidon) en glas liggen. De camera die ik bekeken heb is de camera die aan de gevel hangt. Ik zag om 01:11:26 uur iemand aan komen lopen vanuit de richting van de [weg] . Ik zag dat deze persoon ter hoogte van mijn woning stopt en bij het keukenraam uitgebreid naar binnen kijkt. Daarna ik dat hij met een moker in één slag de buitenste ruit inslaat waardoor deze breekt. Vervolgens zie ik dat hij met iets wat lijkt op een spuitbus iets tegen dan wel tussen mijn ruiten spuit. Daarna worden de moker en het voorwerp op de grond gelegd. Nadat hij de spullen op de grond legt, rent hij weer weg.
- het proces-verbaal van forensisch onderzoek woning [adres] van 5 juli 2020 (dossierpagina’s 1977 tot en met 1979):
Ik zag een moker (vuistje) en een aluminium bidon. De bidon had geen deksel. Ik rook een sterke benzinegeur aan de bidon. Rond de moker en bidon zag ik glasscherven liggen. Aan een van de glasscherven zat een stukje van de kitrand waarmee het glas in de sponning had gezeten. Boven de glasscherven zat een raam in de gevel. Ik zag dat de buitenste ruit van het dubbelglas stuk was. De binnenste ruit was nog intact.
Gezien de aangetroffen situatie is het aannemelijk dat een persoon de ruit heeft ingeslagen om de woning in brand te steken met behulp van benzine.
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 22 juli 2020 (dossierpagina’s 2022 tot en met 2026):
Het betreft de telefoon van verdachte [verdachte] . Ik bekeek van deze telefoon de opgeslagen notities vanuit de applicatie ‘Samsung notes.’ Zo zag ik in de notitie van 8 juli 2020 onder andere de volgende tekst staan:
“Voor paar meijer wat benzine in je tent
Beter doe gelijk
Beter doe het vlug
Ik ben vlugger dan vlug daarom dat ik zonder moker vlucht”
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 5] van 18 juli 2020 (dossierpagina’s 1222 tot en met 1234):
[verdachte] heeft aan mij gevraagd of ik zijn (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 2] ) huis in de fik wilde steken. Ik heb op dat moment gewoon ja gezegd. Ik ben daarnaartoe gegaan. Hij vroeg of het was gelukt en ik zei ‘ja,’ maar ik was erheen gegaan, ik sloeg het raam, ik goot het eroverheen maar ik heb het niet aangestoken. Ik heb uit stress de moker en bidon laten liggen. Met de rechterhand had ik geen handschoen aan, dus mijn DNA staat op die moker. Met mijn linkerhand had ik een handschoen aan. [verdachte] is ook nog boos geworden want hij hoorde achteraf dat het niet was gelukt. Ik heb dat raam er niet helemaal uitgeslagen, alleen het voorste stukje. Ik heb niet doorgeslagen tot het hele raam eruit was. Ik had eigenlijk die afspraak met [verdachte] gedaan, maar ik wilde het eigenlijk zelf niet.
Het was volgens mij niet heel laat in de nacht. Een beetje in het begin.
V: Over welk huis hebben we het nu?
A: Het huis van [slachtoffer 1] . [verdachte] is eigenlijk de opdrachtgever van alles. Alles komt van [verdachte] , hij geeft opdrachten voor geld. Niet een klein beetje ook.
Hij zei: “Als je nu dat huis in de fik steekt krijg je € 500,-.” Ik heb dat niet gedaan. Volgens mij is dat ook op de camera te zien dat ik een klap gaf met de hamer, dat ik dat spul eroverheen deed en toen wegliep.
V: Hoe sprak jij [verdachte] hierover?
A: Face-to-face in de schuur. Het was de dag dat ik het heb gedaan besproken. Ik heb het er 3 of 4 juli met hem over gehad om het te doen. Op 5 juli kwam hij erachter dat ik het huis niet in de brand had gestoken en toen werd hij boos.
Hij had weer spullen in de poort gelegd. Ik ben vanaf mijn huis naar zijn huis gelopen. Ik heb die spullen gepakt. Ik bleef bij de school kijken tot het licht van de buren tegenover [slachtoffer 1] , helemaal op de rechterhoek, uit waren en toen ging ik erheen.
V: Wat had je opgehaald bij [verdachte] ?
A: Een bidon, die was gevuld met benzine. Er zat geen dop op de bidon, maar wel een plastic handschoentje eroverheen. Toen ik daarnaartoe liep heb ik die handschoen eraf getrokken en weggegooid. Een blauw doktershandschoentje zat erop. [verdachte] heeft dat in zijn schuur, omdat hij altijd vieze handen krijgt. Ik had ook de moker. [verdachte] had de bidon en moker op dezelfde plek neergelegd als waar hij de bom neergelegd had, maar dan zonder vuilniszak dus achter een struik bij de buurvrouw. Als je voor zijn poortdeur staat één tuin naar links. Hij gaf een zippo aansteker, eentje die ik op het vuur moest laten liggen. Die hield ik in mijn broek. Op de zippo stond “born to raise dead” en die heb ik de dag erna teruggegeven. De aansteker had hij er ook bijgelegd.
V: Wat voor vloeistof zat erin?
A: Hij heeft een jerrycan in zijn schuur met benzine. Ik denk gewoon benzine.
Ik liep naar een poort bij de [straat] . Ik keek om de hoek en zag dat alleen het licht van [slachtoffer 1] brandde en ging er toen heen. Ik heb naar binnen gekeken en zag niemand. Ik ging er toen heen en sloeg één keer met mijn rechterarm. Ik liet volgens mij eerst de moker vallen, toen de bidon. Ik was er best wel blij mee dat het niet naar binnen kon lopen, omdat het raam er niet helemaal uit was. [verdachte] wilde dat ik het huis in de fik zou steken.
V: Kwam er nog wat op jou?
A: Ja, klopt. Op mijn schoenen. Daarom schoot ik zo in de stress op dat moment en liet ik die spullen achter. Er kiepte ook nog wat op mijn broek. Ik wist eigenlijk niet of benzine schadelijk was voor je huid.
V: Wat is de reden dat je stopte?
A: Omdat ik het voelde.
V: Niet omdat je dacht: “het is een beetje stom wat ik aan het doen ben?”
A: Ja, dat ook wel.
V: Had je nog een jas aan?
A: Ja, een regenjas. Die heb ik van [verdachte] gekregen. Hij zei tegen mij: “Doe dit aan. Het is veilig.” Dat heeft hij er ook bij gelegd op 4 juli. De handschoenen kwamen ook bij [verdachte] vandaan.
V: Waarom deed je dit?
A: Voor geld.
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] van 17 november 2020 (dossierpagina’s 1099 tot en met 1136):
Ik heb [medeverdachte 5] die moker en die bidon gegeven. Ik gaf hem een hamer en moker.
V: Wat zat er in die bidon?
A: Benzine. Ik heb benzine uit mijn scooter gehaald en in die bidon gedaan.
V: Hij wilde een bidon met benzine en hij vroeg aan jou of jij dat kon regelen, zodat hij die woning in de fik kon steken?
A: Ja.
V: Wetende dat hij de woning ermee in de fik ging steken.
A: Ja.
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 4 augustus 2020 (dossierpagina’s 2017-2021):
Uit het digitaal onderzoek van verdachte [medeverdachte 5] ’ Samsung mobiele telefoon blijkt onder andere kort na de poging brandstichting (04 juli) onderstaand Whatsapp contact tussen [medeverdachte 5] ( [nummer] ) en [medeverdachte 2] ( [nummer] onder de naam ' [medeverdachte 2] '). [...]
4 juli 2020 01:41:41 [medeverdachte 5] : Nog niks tegen [verdachte] zeggen
4 juli 2020 01:42:20 [medeverdachte 2] : Ik weet neeff [...]
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 6 juli 2020 (dossierpagina’s 2071 en 2072):
Op 6 juli 2020 omstreeks 08:00 uur hoorde ik een harde knal. Ik heb direct op mijn telefoon gekeken, omdat ik daar naar de beveiligingsbeelden kan kijken van de camera’s die op mijn woning gericht staan. Ik zag dat er een stoel in mijn achtertuin scheef stond. Ik zag dat er twee ligstoelen in de achtertuin in de fik stonden. Op de beelden is een jongen te zien. Ik zag dat hij iets in zijn handen had en zag dat hij dat met – ik denk – een aansteker in zijn linkerhand aan wilde steken. Hierna gooide hij met zijn rechterhand dat ding over het hek zo mijn achtertuin in. Mijn twee stoelen zijn stuk en in een tuintegel zitten barsten. Verder heeft mijn achterpui brand/rookschade opgelopen, wat niet meer te herstellen is.
- het proces-verbaal van forensisch onderzoek woning [adres] van 10 juli 2020 (dossierpagina’s 2073 tot en met 2075):
Ik zag dat de achtergevel deels zwartgeblakerd was. In het ligbed zaten twee gaten in de rugleuning en een gat in de zitting. Ik zag dat de randen van de gaten verkoold waren. Wat meer de tuin in stond nog een ligbed. De verstelbare rugleuning hiervan was op de zitting geklapt. Na het omdraaien van dit ligbed zag ik een stuk kunststof, kennelijk een restant van een plastic flesje, tussen het frame en het doek van de zitting geklemd zitten. Het was deels met het doek versmolten. Ik zag dat een van de achterpoten van dit bed omgebogen en geplet was. Ik zag tegen de achtergevel aan een soortgelijk flesje als het geklemde fles liggen. Het was deels gesmolten en vervormd. Tussen de schutting die de tuin afschermde van de tuin van woning [huisnummer] , de achtergevel en de ligbedden zag ik een verfrommeld blikje. Bij het blikje zag ik een stervormige roetaanslag op de tegels. Ongeveer in het midden hiervan zag ik wat gesmolten kunststof. In de achtertuin zag ik her en der verspreid stukje grijskleurig tape, blik en schroeven. De schroeven waren 22 mm lang en 4,5 mm dik. Het betroffen kruiskopschroeven met boorpunt. In totaal werden door mij 39 schroeven gevonden. In de achtertuin van woning 96 trof ik een stukje tape aan. In de steeg op circa 12 meter vanaf de stervormige aanslag lag een schroef soortgelijk aan de eerder aangetroffen schroeven.
De bewoner van een woning recht achter de woning [huisnummer] liet mij een stukje metaal zien dat hij op de bank in de achtertuin had aangetroffen en op de daarbij staande tafel had gelegd. De bank stond op circa 16 meter vanaf de stervormige aanslag. Het stukje metaal was een scherf met scherprandige uiteinden.
In de achtertuin van perceel [huisnummer] heeft een explosie plaatsgevonden. De grootste kracht is opgevangen door de achterpoot van het ligbed, waardoor deze geplet en verbogen is. Er werden delen van het explosief aangetroffen op circa 12 en 16 meter vanaf de explosieplek. De explosie had volgens meldingen plaatsgevonden omstreeks 08.00 uur ’s morgens, een tijdstip dat mensen naar hun werk gaan en kinderen naar school.
Gezien de filmbeelden heeft de persoon bij het hek het explosief gegooid. Hij kon van die plek niet zien of er mensen zich in de achtertuin bevonden. Gezien de oranjekleurige flits, de roetaanslag op de achtergevel en de gaten in het ligbed heeft er een korte brand gewoed. De schade in de achtertuin is beperkt gebleven omdat de grootste kracht is opgevangen door de poot van het ligbed. De boorkop aan de schroeven was scherp waardoor ernstig letsel aan personen te verwachten was.
Het volgende spoor en sporendragers werden veiliggesteld:
SIN: [monster]
Object: Fles
Aantal/eenheid: 2 stuks
Bijzonderheden: restanten met 2 doppen. De doppen zijn bemonsterd op DNA en herverpakt in een brandpot.
- de verkorte rapportage over onderzoek naar ontbrandbare vloeistoffen naar aanleiding van een brand in [plaats] op 6 juli 2020 van het NFI van 5 augustus 2020 (dossierpagina’s 2090 tot en met 2093):
In het monster [monster] zijn vluchtige stoffen aangetoond die afkomstig zijn van motorbenzine.
- het explosievenonderzoek naar aanleiding van een aantal mogelijk gerelateerde explosies in [plaats] in 2020 van het NFI van 28 november 2020 (dossierpagina’s 2096 tot en met 2122):
Wanneer een pyrotechnisch mengsel (ordegrootte 30 tot 100 gram) dat zit opgesloten in een metalen container wordt ontstoken, zal binnen zeer korte tijd de gasdruk in de container zo ver oplopen dat het metaal uit elkaar barst en fragmenteert. De explosie gaat gepaard met een drukgolf, een harde knal en hitte. De metaalscherven van de container worden door de drukgolf met hoge snelheid tot meerdere meters ver weggeslingerd. Hetzelfde geldt voor de aanwezige fragmentatiematerialen (zelftapschroeven). Verder zullen de flessen met motorbenzine door de explosie openbarsten en wordt de motorbenzine verspreid en deels verneveld. Door de hitte van de explosie wordt deze nevel en de verspreide motorbenzine ontstoken en ontstaan een vuurbal en brandende plekken met motorbenzine. Door de drukgolf, hitte, metaalscherven en projectielen, de vuurbal en de verspreide brandende motorbenzine kunnen materialen en objecten in de directe nabijheid beschadigen. In deze zaak zijn in ieder geval een tuintegel en twee tuinstoelen zwaar beschadigd.
Het gevaar voor personen is sterk afhankelijk van waar die persoon zich bevindt ten tijde van de explosie. Bij direct lichaamscontact met de explosieve constructie treedt er (afhankelijk van de plek op het lichaam) zeer ernstig tot dodelijk letsel op door de drukgolf, de hitte, de metalen scherven en de metalen projectielen. Tot op enkele meters afstand van de explosie bestaat de kans op (zeer) ernstig tot dodelijk lichamelijk letsel door penetratie van de metalen scherven en projectielen en door brandwonden door de vuurbal en de verspreide brandende motorbenzine. Ook is er binnen meerdere meters gevaar voor (al dan niet permanente) gehoorschade.
De explosieve constructie in deze zaak heeft bestaan uit een metalen kruidenstrooier met een in de dichte stand (met schroeven) gefixeerde strooikop. In deze strooier zat in de ordegrootte van 30 tot 100 gram pyrotechnische lading met flitspoederachtige eigenschappen. In en/of aan deze strooier zaten minimaal achtendertig (zelftap)schroeven als fragmentatiemateriaal. Tegen deze kruidenstrooier zaten twee 500 milliliter colaflessen gevuld met motorbenzine, bevestigd met grijs ducttape. Ongeacht de exacte opbouw kan deze constructie geclassificeerd worden als een geïmproviseerde explosieve constructie (IED), waaraan een hoeveelheid brandbare vloeistof is toegevoegd, een zogenaamde brandbom met fragmentatiemateriaal.
De kruidenstrooier van bestand 1 (zie foto’s 28 tot en met 30) is vrijwel zeker hetzelfde type kruidenstrooier dat gebruikt is in de explosieve constructie. Wel is duidelijk te zien dat de strooikop zichtbaar op de telefoonbeelden, niet gefixeerd is met schroeven.
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 13 juli 2020 (dossierpagina’s 2134 tot en met 2139):
Onder ander is er een camera in de achtertuin geplaatst die zicht heeft op de aldaar gelegen steeg. Deze steeg is voorzien van een afsluitbaar ijzeren hek. Op de bovengenoemde beelden is onder andere te zien dat:
- Er om 07.56 uur een persoon aan komt lopen.
- Deze persoon voor het hek in zijn linkerhand vermoedelijk een aansteker heeft en iets in zijn rechterhand probeert aan te steken.
- Deze persoon met zijn rechterhand iets over het ijzeren hek richting de achtertuin van de aangeefster gooit.
- Er een projectiel door de lucht vliegt richting de achtertuin van de aangeefster.
Op de camerabeelden gericht op de achtertuin van het genoemde perceel is onder andere te zien dat:
- Er een projectiel uit de richting van de steeg richting de achtertuin door de lucht vliegt.
- Het projectiel twee flessen met ducttape aan elkaar geplakt betreft.
- Er om 17:57 uur (De rechtbank begrijpt: 07.57 uur) de explosie plaatsvindt.
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 22 juli 2020 (dossierpagina’s 2171 tot en met 2175):
Het betreft de telefoon van verdachte [verdachte] . Ik bekeek van deze telefoon de opgeslagen notities vanuit de applicatie ‘Samsung notes.’ Zo zag ik in de notitie van 8 juli 2020 onder andere de volgende tekst staan:
“Word wakker luide knal dat is weer een incident
De bom blaast cement je fundament”
- het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 5] van 17 juli 2020 (dossierpagina’s 1211 tot en met 1221):
Ik heb het gedaan omdat ik heel veel geld kreeg aangeboden. Toen hebben we vuurwerk leeggehaald. Ik heb kruit aan hem (de rechtbank begrijpt: verdachte) gegeven, dat had hij nodig. Ik had 100 thunderkings over van dit jaar met Oud en Nieuw. Dit lag bij mij in de zoutbak om de hoek. Hij had het nodig, maar hij heeft nooit verteld dat er schroeven of bouten in zaten. Ik kreeg 1250 aangeboden. Ik zou het op 5 juli ’s nachts moeten doen. Ik had nee gezegd. Hij bleef zo doorzeiken dat ik uiteindelijk besloten had om het de volgende ochtend te doen. Mijn vader had mij die dag om half 8 wakker gemaakt en ik ben toen om 07.40 uur de deur uitgegaan.
[verdachte] had het in een vuilniszak gelegd bij zijn buurvrouw in de bosjes. Hij had er benzine in gedaan. Hij heeft toen een 500 ml flesje aan vastgebonden.
Waar u mij zag op de camera, daar stond ik eventjes om het aan te steken en gooide het in de tuin.
V: Eerst moest je het 5 juli doen?
A: We hadden afgesproken dat we het 5 juli in de nacht doen.
V: Wie is we?
A: [verdachte] en ik. Dat ging gewoon face-to-face. Hij bood mij ook € 1000,- aan en 250 sjanz (extraatje) aan.
V: Waar bood hij dat aan?
A: In de schuur en hij zei dat ik het verdeeld kreeg over vier maanden. Hij bood het aan op 3 juli.
V: Stond dat projectiel, stond dat er al?
A: Het was al klaar op die dag. Hij heeft het in de poort gelegd en ik heb het gewoon gepakt.
Hij vroeg: “Wil je geld verdienen?” Ik vroeg: “Hoe?” Hij zei toen dat ik een bommetje ter grootte van een koffiekopje in de tuin van [slachtoffer 2] moest gooien. Eerst was het alleen dat en later zei hij dat er ook nog een beetje benzine bij kwam en dat hij mij dan sjanz zou geven. Dit was in het schuurtje en alle telefoons stonden op vliegtuigstand.
Hij zei dat ik het in de tuin moest gooien en ik moest zelf uitzoeken hoe ik het moest doen. Hij wilde per se de achtertuin.
Ik had een plastic bakje mee en brak de Thunderkings buiten open. Er zit flitspoeder, zilverpoeder en kruit. Als dat veel is, is dat heftig. Ik had iets minder dan 30 stuks opengebroken en al dat spul heb ik erin gedaan. Het was nog ongeveer 50-60 gram. Dat heb ik uitgerekend omdat er 2 gram per stuk in zit.
Op 4 juli, de dag erna, heb ik het geprepareerd. Ik heb het buiten in mijn eentje gedaan. Ik denk dat het minder dan 50 gram was want ik denk dat 2/5 uit het bakje was geblazen.
Hij heeft het in elkaar gemaakt. Ik kreeg een ijzeren bakje terug ter grootte van een koffiekopje, omwikkeld met tape. Er zat een fles aan, toen nog meer tape eromheen. Hij had twee lange lonten erin gestopt met ijzer eromheen zodat het niet uitging.
Vijf juli heb ik hem in de middag gesproken. Hij zei tegen mij dat zijn buurvrouw bosjes had. Hij had een struik eruit getrokken en daarachter een vuilniszak geplaatst. Ik heb op 6 juli in de ochtend die vuilniszak gepakt, opengemaakt en meegenomen. Er is mij wel verteld dat ik het bij zijn buurvrouw in de poort moest pakken. Ik weet niet of dat telefonisch was of face-to-face.
V: Waarom wilde hij dat je dat ging doen?
A: Omdat [zoon van slachtoffer 1] die nitraat in zijn tuin gooide, dus hij vond dat er wat terug moest gebeuren. Dat kon niet wachten.
V: Heb je een idee waar die schroeven en bouten vandaan komen?
A: Uit de schuur. Die jongen heeft daar alles liggen.
V: Wanneer zou hij jou voor de eerste keer geld geven?
A: 20 juli voor de eerste keer en dan vier maanden. Hij zei dat die vier maanden voor de € 1000,- was en de sjanz kreeg ik daarna.
V: En dit is allemaal afgesproken op 3 juli?
A: Ja.
V: Hoe zou hij betalen?
A: Contant.
V: Waar zou hij jou betalen?
A: In de schuur.
Ik liep de poort door en daar staat een blauw hek op slot. Ik moest toen over twee tuinen heen gooien. Het zijn tralies en gewoon een deur, je kan er niet doorheen.
V: Zijn de schuttingen hoog?
A: Hoger dan ik.
V: Kon je in die tuin kijken?
A: Nee.
Het was een ijzeren zoutpot, je kan aan de bovenzijde eraan draaien dat er grote of kleine gaatjes komen.
- het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 5] van 18 juli 2020 (dossierpagina’s 1222 tot en met 1234):
[verdachte] zei, omdat ik het 5 juli niet wilde doen, tegen mij: óf morgenochtend, óf niet.
V: Was het face-to-face?
A: Ja, het was face-to-face.
Ik heb het kruit in een bakje gedaan en naar [verdachte] gebracht.
Hij gebruikte een ijzeren zoutbakje, waarbij je een klein en groot kan verstellen aan de bovenzijde. Ik denk dat hij een groot gat erin heeft geboord. Het was een cilindervormig. Het was volgens mij van ijzer of aluminium. Er zat eerst keukenzout in, zei hij.
V: Wanneer was het eerste moment dat je hem zag?
A: Toen ik hem ophaalde uit de steeg, toen hij in de zak zat. Toen zat er ook zo’n fles aan. Ik zag de lont en ik zag heel veel ducttape eromheen. Een flesje, de zoutpot en ducttape. Ik zag dat het flesje en zoutpotje aan elkaar was vastgemaakt (geplakt). Het flesje was hoger dan het zoutvaatje. Het flesje was namelijk 500 milliliter. Ik denk dat de lont 10-12. Viscolont, groen, er zat ijzer omheen. Het waren twee lonten in één, eromheen gewikkeld.
V: Hoe weet je dat allemaal?
A: Omdat [verdachte] mij dat naderhand heeft verteld.
V: Welke kleur had het tape?
A: Grijs. Ducttape.
V: Hoe zag de fles eruit?
A: Die heb ik niet gezien, dat zat helemaal ingewikkeld in ducttape. Ik zag alleen de dop.
V: Je vertelde dat de fles iets hoger kwam dan het zoutvaatje, heb je dan wel de bovenkant gezien?
A: Een stukje van de bovenkant plus de dop wel ja. Die fles zat niet helemaal gevuld. Ik denk dat er ongeveer 300-350 milliliter in zat. Hij zat niet helemaal vol.
V: Leek die fles nog ergens op?
A: Een drinkfles. Ik denk 500 milliliter flesjes.
Ik wilde alleen dat bommetje doen en hij heeft die benzine eraan gedaan, anders zou ik het geld niet krijgen. Hij wilde dat ik dat echt ging doen op die manier met die flesjes, anders kreeg ik het geld niet.
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] van 17 november 2020 (dossierpagina’s 1099 tot en met 1136):
Hij had een potje nodig, dus ik heb hem een zoutvaatje gegeven. Hij had ook boutjes en dingetjes nodig dus toen gaf ik hem boutjes met boorkopjes.
De twee flesjes die eraan zaten kwamen bij mij uit de keukenkast.
V: Wie heeft die flesjes gepakt?
A: Die heb ik voor hem gepakt.
[medeverdachte 5] wilde hem (de rechtbank begrijpt: de fragmentatiebom) gooien. Hij zei dat er een hek bij de poort stond en dat hij hem over dat hek heen wilde gooien.
De rechtbank heeft vastgesteld dat ten aanzien van het als feit 12 bewezen verklaarde feit sprake is van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering. Gelet daarop zal voor dit feit worden volstaan met de volgende opgave van de bewijsmiddelen op grond waarvan de rechtbank tot een bewezenverklaring is gekomen:
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het proces-verbaal van onderzoek wapen van verbalisant [verbalisant] van 28 juli 2020 (dossierpagina’s 2215 tot en met 2220);
- het proces-verbaal van onderzoek wapen van verbalisant [verbalisant] van 27 juli 2020 (dossierpagina’s 2221 tot en met 2226).