Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Inleiding
4.Bewijs
5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de sancties
- het op naam van verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 15 februari 2021, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor enig strafbaar feit;
- het Pro Justitia triple onderzoeksrapport, gedateerd 6 januari 2021, van [psychiater] (psychiater), [GZ-psycholoog] (GZ-psycholoog) en [forensisch milieuonderzoeker] (forensisch milieuonderzoeker);
- het over verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport, ontvangen 8 maart 2021, van [raadsonderzoeker] en [raadsonderzoeker] , als raadsonderzoekers verbonden aan de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad).
- hij zich houdt aan de aanwijzingen van de gecertificeerde instelling te weten de Jeugd- en Gezinsbeschermers te Haarlem (hierna: JGB);
- hij meewerkt aan (forensische) behandeling vanuit de Waag of een soortgelijke instantie;
- hij zich inzet voor een dag- en vrijetijdsbesteding;
- hij op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met de aangever en de medeverdachten, met uitzondering van het mediationtraject en tenzij contact de wens van de aangever is;
- hij meewerkt aan een mediationtraject;
- hij geen alcohol, verdovende middelen of andere middelen, die zijn gedrag in negatieve zin kunnen beïnvloeden, zal gebruiken voor de periode van 12 maanden (eventueel vergezeld van verplichte medewerking aan urineonderzoek);
- hij zich houdt aan het locatiegebod: dagelijks volledig huisarrest [adres] Haarlem waarbij hij onder regie van de JGB vrijheden kan verdienen door zijn dag- en vrijetijdsbesteding die door de JGB is goedgekeurd;
- hij zich ter controle van het locatiegebod onder elektronisch toezicht zal stellen van de JGB voor de maximale duur van drie maanden, conform bijgaand advies,
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
- daggeldvergoeding ziekenhuisopname van € 195,-;
- kosten huishoudelijke hulp van € 442,50;
- kosten littekenbehandeling schoonheidsspecialiste van € 1.930,-;
- eigen risico zorgverzekering van € 385,-;
- overige medische kosten van € 83,56;
- kosten huur onderduikadres van € 1.070,25;
- reiskosten van € 203,73;
- kosten verstrekking ontbrekende medische stukken van € 44,83;
- begroting kosten reconstructie kaak en gebit van € 11.796,61;
- begroting kosten correctie littekens aangezicht en hals van € 1.099,07;
- begroting kosten correctie onderlip van € 2.346,97;
- toekomstige materiële schade van € 30.000,-
- immateriële schade van € 15.000,- en
- toekomstige immateriële schade van € 10.000,-.
- daggeldvergoeding ziekenhuisopname van € 195,-;
- kosten huishoudelijke hulp van € 442,50;
- kosten littekenbehandeling schoonheidsspecialiste van € 1.930,-;
- eigen risico zorgverzekering van € 385,-;
- overige medische kosten van € 83,56;
- kosten huur onderduikadres van € 1.070,25;
- kosten beveiliging woning van € 537,22;
- reiskosten van € 196,55;
- kosten verstrekking ontbrekende medische stukken van € 44,83;
- begroting kosten reconstructie kaak en gebit van € 6.796,61;
- begroting kosten correctie littekens aangezicht en hals van € 1.099,07;
- begroting kosten correctie onderlip van € 2.346,97;
reiskostendie betrekking hebben op het bijwonen van de zittingen, zullen worden toegewezen als proceskosten. Met betrekking tot de gevorderde
kosten voor reconstructie en correctie, overweegt de rechtbank dat deze voldoende zijn onderbouwd middels het concept behandelplan en de daarbij gegeven toelichting door de kaakchirurg en toelichting ter zitting door de benadeelde partij. Voor zover deze kosten zien op een frameprothese (totaal € 700,-) worden ze door verdachte niet betwist, zodat de helft daarvan in ieder geval kan worden toegewezen zoals gevorderd, nu verdachte voor die schade voor de helft aansprakelijk is. De enkele weerlegging dat de begrote kosten voor het overige onzeker zijn, wordt door de rechtbank gepasseerd gezien de door benadeelde partij gegeven onderbouwing en de evidentie van de noodzaak tot het maken van die kosten. Dat geldt evenwel niet voor de begrote kosten (totaal € 10.000,-) voor ‘onderhoud en vervanging voorzieningen’, nu een deugdelijke onderbouwing daarvan ontbreekt. Tegenover de enkele mededeling dat dit een bedrag betreft ‘voor het (jarenlange) onderhoud en mogelijke vervanging van (onderdelen van) de implantaten en de kronen’, volstaat de kale betwisting van die kosten door verdachte. In dat deel van de vordering zal de benadeelde partij dan ook niet-ontvankelijk worden verklaard.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
veertien (14) maanden.
nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van twee jaren.
- zich gedurende de proeftijd meldt bij de jeugdreclassering van De Jeugd- en Gezinsbeschermers, gevestigd aan [adres] , op door de jeugdreclassering te bepalen plaatsen en tijden, zo frequent en zo lang de jeugdreclassering dat noodzakelijk acht;
- gedurende de proeftijd de aanwijzingen van de jeugdreclassering betreffende zijn gedrag zal opvolgen;
- gedurende de proeftijd meewerkt aan (forensische) behandeling vanuit De Waag of een soortgelijke instelling, zolang de jeugdreclassering dit in overleg met die instelling noodzakelijk acht;
- zich inzet voor een dag- en vrijetijdsbesteding;
- voor de duur van twaalf maanden geen alcohol, verdovende middelen of andere middelen die zijn gedrag in negatieve zin kunnen beïnvloeden zal gebruiken en daartoe zal meewerken aan urinecontroles als de jeugdreclassering dat noodzakelijk acht;
- zich gedurende drie maanden zal houden aan een locatiegebod, inhoudende dat hij tussen 20.00 uur en 07.00 uur aanwezig zal zijn op zijn woonadres [adres] , of zoveel eerder als veroordeelde zijn woning dient te verlaten om tijdig aanwezig te zijn op zijn werk, te bepalen door de jeugdreclassering;
- gedurende de proeftijd zich niet zal bevinden binnen een straal van 100 meter van [adres] ;
- gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met de hieronder genoemde personen, tenzij het contact met toestemming van het Openbaar Ministerie plaatsvindt:
- [medeverdachte 1] ;
- [medeverdachte 4] ;
- [medeverdachte 2] ;
- [medeverdachte 3] .
tweehonderd (200) urentaakstraf in de vorm van een werkstraf, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door honderd (100) dagen jeugddetentie.
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 30.127,56, bestaande uit € 15.127,56 voor de materiële en € 15.000,- voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van € 3.041,41 vanaf 15 maart 2021 en over een bedrag van € 15.000,- vanaf 23 mei 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, aan Leeuwerke voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 26 mei 2020 (dossierpagina’s 2365 en 2366);
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 26 mei 2020 (dossierpagina’s 2377 en 2378);
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 11 juni 2020 (dossierpagina’s 1864 en 1865);
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] van 31 juli 2020 (dossierpagina’s 225 tot en met 232);
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] van 16 oktober 2020 (dossierpagina’s 233 tot en met 235).
[…] Er zit een gat in mijn trommelvlies links. […]
- Flitspoeder op de klep van de brievenbus en de restanten van de blauwe plastic dop;
- Zwart buskruit in de bemonstering van het roet op de wand naast de voordeur.
V: Waar is daar?
A: Bij [slachtoffer 2] .
U houdt mij voor dat de aangever heeft verklaard dat de lichten aan waren en dat u verbaasd bent dat ik heb verklaard dat de lichten uit waren. Ik heb gekeken naar de overkant van de straat en zag alle lichten uitgaan. U houdt mij voor dat het erop leek dat ik vooral heb gekeken of niemand mij zou kunnen snappen maar dat ik vergeten ben te kijken of er iemand in de woning was. Ja, eigenlijk wel. Dat is weer dat roekeloze gedrag, zonder na te denken uit stress, denk ik. Ik ben door de poort gegaan. Ik stak hem aan. Ik zag het buitenlicht aan staan. Ik keek een seconde naar binnen. In mijn beleving zag ik alleen een licht achter aan, een beetje schemerlicht. U houdt mij voor dat ik inmiddels niet meer terug had gekund al had er iemand recht voor de deur gestaan, want de Cobra was al aan. Dat klopt. U vraagt mij of ik daarover niet heb nagedacht, over welke schade ik aan zou richten. Ik heb er niet over nagedacht, omdat ik dacht dat ik alleen de deur kapot zou maken en niet iemands hele leven.
U houdt mij voor dat ik eerder zowel over een half uur als over 8 minuten observeren heb verklaard. Ik heb daar in elk geval een tijdje gestaan.
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 4 juni 2020 (dossierpagina’s 1688 tot en met 1690);
- de letselrapportage Forensische Geneeskunde inzake [slachtoffer 1] van 4 juni 2020 (dossierpagina’s 1694 tot en met 1710);
- het explosievenonderzoek naar aanleiding van een explosie bij de voordeur van een woning op 31 mei 2020 van het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI) van 10 oktober 2020 (dossierpagina’s 1725 tot en met 1733);
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] dan wel een van hen van 14 juli 2020 inclusief bijlage 1 (dossierpagina’s 1793 tot en met 1796);
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 3 juni 2020 inclusief fotobijlagen (dossierpagina’s 1745 tot en met 1756);
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] van 17 november 2020 (dossierpagina’s 1099 tot en met 1136).
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het proces-verbaal van aangifte van [medeverdachte 1] van 15 juni 2020 (dossierpagina’s 1890 en 1891);
- het proces-verbaal van forensisch onderzoek vervoersmiddel ( [merk] ) van 15 juni 2020 (dossierpagina’s 1898 tot en met 1900);
- de verkorte rapportage over onderzoek naar ontbrandbare vloeistoffen naar aanleiding van een brand in Haarlem op 14 juni 2020 van het NFI van 14 juli 2020 (dossierpagina’s 1905 tot en met 1910);
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] van 17 november 2020 (dossierpagina’s 1099 tot en met 1136).
panic attack. Ik heb de aansteker ook nooit uit mijn broekzak gehaald. Volgens mij kwam er ook een beetje benzine over mijn schoenen. U houdt mij voor dat de politie leek te denken dat ik was gestopt omdat ik benzine over mezelf heb gegooid. Ik wilde het huis ook écht niet in de fik steken. Ik zei die avond tegen hem dat het was gelukt. U houdt mij voor dat ik appcontact heb gehad met [medeverdachte 2] waarin ik aangeef “Nog niks tegen s zeggen.” Dat klopt. Ik was bang dat [medeverdachte 1] door zou blijven zeuren, als hij wist dat ik het niet gedaan had.
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 6 juli 2020 (dossierpagina’s 2071 en 2072);
- het proces-verbaal van forensisch onderzoek woning [adres] van 10 juli 2020 (dossierpagina’s 2073 tot en met 2075);
- de verkorte rapportage over onderzoek naar ontbrandbare vloeistoffen naar aanleiding van een brand in Haarlem op 6 juli 2020 van het NFI van 5 augustus 2020 (dossierpagina’s 2090 tot en met 2093);
- het explosievenonderzoek naar aanleiding van een aantal mogelijk gerelateerde explosies in Haarlem in 2020 van het NFI van 28 november 2020 (dossierpagina’s 2096 tot en met 2122);
- het rapport DNA-onderzoek naar aanleiding van een brandstichting in Haarlem op 6 juli 2020 van het NFI van 25 augustus 2020 (met als kenmerk aanvrager PL1100-2020140088-12);
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 13 juli 2020 (dossierpagina’s 2134 tot en met 2139);
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 3 september 2020 (dossierpagina’s 2165 tot en met 2170);
- het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant] van 22 juli 2020 (dossierpagina’s 2171 tot en met 2175);
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] van 17 november 2020 (dossierpagina’s 1099 tot en met 1136).