Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde sub 1]
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering
4.Het verweer en de tegenvordering
5.De beoordeling
Onze reactie op je e-mail van 16 november”, gereageerd met een gemotiveerd tegenbod van € 13.019,60. Daarbij zijn in de berekening die [gedaagde sub 1] c.s. daaraan ten grondslag hebben gelegd de bedragen expliciet vermeld inclusief btw. De kantonrechter gaat voorbij aan het verweer van [eiser] dat hij de e-mail met als bijlage de brief van [gedaagde sub 1] c.s. van 23 november 2018 niet heeft ontvangen. Uit het onderwerp van de door [eiser] op 2 december 2018 aan [gedaagde sub 1] c.s. verstuurde e-mail volgt namelijk dat zijn e-mail een reactie is op voornoemde e-mail van [gedaagde sub 1] c.s. van 23 november 2018 te weten: “
Onderwerp: Re: Onze reactie op je e-mail van 16 november”. Bovendien heeft [eiser] in zijn factuur van 2 december 2019 exact het bedrag opgenomen zoals door [gedaagde sub 1] c.s. in hun brief van 23 november 2018 staat vermeld, waarbij [eiser] over dit bedrag nog btw heeft berekend.
volgende week komen de kozijnen..”. [gedaagde sub 1] c.s. hebben onder verwijzing naar een foto van 6 november 2018 van de bestelde kozijnen aangevoerd dat ze deze toen pas voor het eerst gezien hebben en dat deze niet voldoen aan hetgeen is overeengekomen. [eiser] heeft niet betwist dat [gedaagde sub 1] c.s. pas ná de opzegging van 1 november 2018 de kozijnen voor het eerst hebben gezien, zodat ze daarover niet eerder hebben kunnen klagen. Nu in elk geval vast staat dat de kozijnen nooit geleverd zijn en [gedaagde sub 1] c.s. daar dus geen profijt van hebben, had van [eiser] mogen worden verwacht dat hij gemotiveerd zou toelichten dat partijen kozijnen met borstwering zijn overeengekomen, dat deze in zoverre voldoen aan de overeenkomst en dat om die reden geen sprake is van een besparing omdat het enkel aan de opzegging is te wijten dat [gedaagde sub 1] c.s. daar geen profijt van hebben. [eiser] heeft dat nagelaten. Het moet er dan ook voor worden gehouden dat [eiser] de kosten van deze kozijnen en de kosten voor het plaatsen daarvan heeft bespaard. Deze kosten van € 2.497,50 exclusief btw
(€ 3.021,96inclusief btw) zullen op de vordering in mindering worden gebracht.
Ps graag antwoord over kozijnen zo snel mogelijk anders worden de kozijnen voor garage en fietsenhok besteld met horizontale lijnen waar al goed keuring voor is gegeven per app wij zijn bevrijd om die te laten veranderen in lijnen die wij hebben aangegeven”. Daarop heeft [gedaagde sub 1] als volgt gereageerd: “
Waar praat je over. We hebben nooit horizontale lijnen goedgekeurd. Ook de openslaande deuren hebben we nooit mogen zien. (…) En je hoeft verder niks te bestellen.” Op 8 november 2018 om 18:49 uur heeft [eiser] vervolgens nog het volgende WhatsAppbericht gestuurd: “
Hey [gedaagde sub 1] ik heb begrepen dat je niet de kozijnen wilde die ik je verstuurd heb… Terwijl ik het met jou heb besproken en laten zien en je heb een ja woord opgegeven dus ze zijn al besteld en in de maak (kozijn van garage en fietsenhok)...” Uit het bericht van [eiser] van 1 november 2018 volgt dat de kozijnen op dat moment nog niet besteld waren terwijl uit zijn bericht van 8 november lijkt te volgen dat hij de kozijnen toen wel besteld had. Gezien de opzegging van de overeenkomst op 1 november 2018 en de mededeling van [gedaagde sub 1] c.s. op diezelfde dag dat er niks meer besteld moest worden, lag het echter niet meer in de rede om nadien alsnog de kozijnen te bestellen. Voor zover [eiser] heeft bedoeld te betogen dat hij deze kozijnen al vóór 1 november 2018 had besteld had het op zijn weg gelegen om die stelling nader te onderbouwen, bijvoorbeeld met een bestelformulier of een bevestiging van de leverancier. [eiser] heeft dat nagelaten. De door [eiser] gevorderde kosten voor deze kozijnen en de plaatsing daarvan heeft [eiser] aldus bespaard en komen niet voor vergoeding in aanmerking. Dit betreft een bedrag van € 5.500,00 exclusief btw
(€ 6.655,00inclusief btw).
aan brengen van wandcontact dozen opbouw voor kat 5 kabels” en “
wcd in bouw per stuk kost 50€ ex btw meer werk”. In de eindfactuur is voor deze post onder meer opgenomen zes keer wandcontactdoos á € 50,00, exclusief 21% btw. [gedaagde sub 1] c.s. hebben deze post betwist, omdat het aanbrengen van wandcontactdozen al onderdeel uitmaakte van de overeenkomst en er geen opdracht is verstrekt voor meer wandcontactdozen. [eiser] heeft daar tegenin gebracht dat partijen in de offerte zijn overeengekomen dat een wandcontactdoos € 50,00 exclusief btw per wandcontactdoos extra kost en dat er in totaal zes wandcontactdozen in de keuken zijn ingebouwd. [gedaagde sub 1] c.s. hebben dat niet meer betwist. Deze post dient dan ook door [gedaagde sub 1] c.s. te worden betaald.
(€ 181,50inclusief btw). Dat zal in mindering worden gebracht op de vordering. Voor het overige hebben [gedaagde sub 1] c.s. tegenover de betwisting door [eiser] niet onderbouwd dat sprake zou zijn van meer ontbrekende schoten. Voor zover [gedaagde sub 1] c.s. hebben bedoeld schadevergoeding te vorderen wegens wanprestatie geldt dat zij niet hebben gesteld dat zij [eiser] in gebreke hebben gesteld ten aanzien van de uitvoering van de vervanging van de schoten. [eiser] is dan ook niet in verzuim zodat geen sprake is van wanprestatie en [gedaagde sub 1] c.s. geen schadevergoeding toekomt.
€ 400,00en
€ 300,00zullen dan ook in mindering worden gebracht op de vordering van [eiser] .
€ 10.022,29.
€ 10.022,29.
(€ 5.169,87inclusief btw).
6.De beslissing
€ 932,50(2.5 punten x tarief € 373,00)