In deze zaak hebben de passagiers, die een vervoersovereenkomst hadden gesloten met de luchtvaartmaatschappij Transportes Aereos Portugueses S.A., compensatie geëist voor een vertraging van meer dan drie uur van hun vlucht van Amsterdam naar Lissabon op 13 juli 2018. De passagiers, vertegenwoordigd door Claimingo B.V., hebben een verzoek ingediend tot betaling van € 1.200,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan en voerde aan dat de vertraging het gevolg was van een buitengewone omstandigheid, namelijk de plotselinge ziekte van de piloot.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is en heeft de vordering van de passagiers beoordeeld. De rechter oordeelde dat de ziekte van de piloot inderdaad een buitengewone omstandigheid kan zijn, die niet onder de invloed van de vervoerder valt. De vervoerder had een vervangende piloot laten overvliegen om de vlucht uit te voeren, wat de rechter als een redelijke maatregel beschouwde om de vertraging te beperken.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering tot compensatie afgewezen, omdat de vervoerder had aangetoond dat zij alle redelijke maatregelen had genomen om de vertraging te voorkomen. De passagiers werden veroordeeld tot betaling van de proceskosten, omdat zij ongelijk kregen in hun verzoek. De beschikking is gegeven door kantonrechter mr. C.E. van Oosten-van Smaalen en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier. Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open.