In deze zaak heeft Claimingo B.V. een vordering ingesteld tegen Kenya Airways Limited, de vervoerder, na een annulering van een vlucht en een daaropvolgende vertraging. De passagier had een vervoersovereenkomst met de vervoerder voor een vlucht van Amsterdam naar Harare via Nairobi. De vlucht van Nairobi naar Harare werd geannuleerd, en de passagier miste de aansluitende vervangende vlucht door een vertraging van de eerdere vlucht. Claimingo vorderde compensatie op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die regels vaststelt voor compensatie en bijstand aan luchtreizigers. De kantonrechter oordeelde dat de vervoerder compensatie verschuldigd was voor de vertraging op de eindbestemming, maar dat de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten niet kon worden toegewezen. Het verstekvonnis van 11 december 2019 werd gedeeltelijk vernietigd, en de vervoerder werd veroordeeld tot betaling van € 600,00 aan Claimingo, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.