3.4Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
1.
hij op 12 september 2015 te Den Helder tezamen en in vereniging met anderen, met voorbedachten rade, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft mishandeld door die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal:
- tegen het hoofd en/of het lichaam te slaan en stompen en schoppen en
- met een wapen tegen het hoofd te slaan en
- vast te pakken en te duwen en over de grond te slepen en
- met knuppels en met scheppen tegen het hoofd en/of tegen het lichaam te slaan, ook terwijl die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] op de grond lagen;
2:
hij op 12 september 2015 te Den Helder, tezamen en in vereniging met een ander, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers is/zijn verdachte en/of zijn mededader opzettelijk dreigend:
- om die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] heen gaan staan en blijven staan, terwijl die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] op de grond lagen
en
heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader daarbij opzettelijk dreigend:
- een wapen op (het hoofd van) die [slachtoffer 1] en die [slachtoffer 2] gericht en gericht gehouden en
- daarbij die [slachtoffer 1] toegevoegd de woorden: "Ik schiet je door je kop, ik schiet je door je kop" en "je komt mijn vrouw en kind bedreigen, ik pak jouw vrouw en je kind" en
- daarbij die [slachtoffer 2] toegevoegd de woorden: "Zie je wel, ik zei nog, speel niet met ons" en "ik maak je dood, ik maak je dood" en "Moet ik je doodmaken, moet ik je doodmaken".
Hetgeen aan verdachte onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.