Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
‘Ik zou geen kosten hebben bij Acibadem, de behandelperiode klopt niet en de factuurdatum klopt niet. Ik reageer hier verder niet op.’
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Stichting Acibadem International Medical Center (hierna: Acibadem) een vordering ingesteld tegen [gedaagde] voor betaling van facturen met betrekking tot medische behandelingen die [gedaagde] heeft ondergaan. De vordering is ingesteld op 26 augustus 2020, waarna een procesverloop volgde met schriftelijke antwoorden en reacties van beide partijen. De kern van de vordering betreft een factuur van 24 mei 2019 voor polikliniekbezoeken en een factuur van 20 mei 2020, waarvan Acibadem stelt dat deze niet is betaald door [gedaagde].
De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] in 2018 en/of 2019 een medische behandeling heeft ondergaan bij Acibadem, maar dat hij onvoldoende heeft gemotiveerd dat de behandeling kosteloos zou zijn, zoals hij heeft betoogd. De kantonrechter heeft de stellingen van [gedaagde] over de kosten en de facturen als onvoldoende onderbouwd beschouwd. De rechter heeft geoordeeld dat Acibadem voldoende bewijs heeft geleverd dat de zorgactiviteiten hebben plaatsgevonden en dat de facturen terecht zijn.
De vordering van Acibadem is toegewezen, waarbij de kantonrechter [gedaagde] heeft veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 817,78, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten zijn eveneens voor rekening van [gedaagde] gesteld. Dit vonnis is uitgesproken door mr. D.P. Ruitinga op 10 maart 2021.