Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
‘Op zaterdag 5 september jl. was jij boodschappen aan het doen in ons filiaal in [plaats] . Tijdens het doen van jouw boodschappen legde jij boodschappen uit de winkel in jouw tas, die open in de winkelwagen stond, zonder deze boodschappen vervolgens bij de kassa af te rekenen. De Filiaalmanager is hierop gewezen waarna er intern onderzoek heeft plaatsgevonden.
‘Doel van het onderzoek is vast te stellen of en zo ja, aan welke strafbare feiten de medewerkster zich schuldig heeft gemaakt. Tevens is doel van het onderzoek om deze feiten te laten ophouden.’
‘de beeldanalyse kon op 23 september 2020 worden afgerond en beschikbaar worden gesteld aan de opdrachtgever. De beeldanalyse heeft dermate veel tijd in beslag genomen omdat het beelden van de hele dag betreft. De opsporing van de betrokkene hierin heeft veel tijd gekost.’De rapporteur concludeert ten slotte:
‘Uit de in dit onderzoek vastgestelde feiten en omstandigheden blijkt dat [werkneemster] zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van goederen uit het filiaal van haar werkgever Vomar te [woonplaats] . Vanuit de beeldanalyse is vast komen te staan dat zij dit herhaaldelijk en met een grote frequentie heeft gedaan. Hierbij heeft zij allerlei verschillende handelingen verricht om de artikelen op de winkelvloer al aan het zicht te onttrekken. Hieruit blijkt duidelijk de intentie van [werkneemster] om de artikelen niet af te willen rekenen.’Vomar heeft op 10 november 2020 opdracht gegeven om het onderzoek te sluiten.
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
op staande voetzou ontslaan.