Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[bedrijfsnaam]
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft eiser, [eiser], een vordering ingesteld tegen gedaagde, [gedaagde], wegens het niet betalen van facturen die voortvloeien uit een overeenkomst tot financiële dienstverlening. De overeenkomst, gesloten op 14 december 2012, hield in dat [eiser] als assurantietussenpersoon particuliere schadeverzekeringen zou onderbrengen bij verzekeraar Reaal. Na beëindiging van de overeenkomst heeft [eiser] twee facturen gestuurd aan [gedaagde], maar deze weigerde te betalen. Eiser vorderde in totaal € 1.055,35, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
Gedaagde betwist de vordering en stelt dat er geen rechtsgrond is voor de betaling, omdat [eiser] al provisie heeft ontvangen voor zijn werkzaamheden. Gedaagde vindt het onredelijk om naast de ontvangen provisie ook een eenmalige vergoeding van € 75,00 per verzekering te betalen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst rechtsgeldig was en dat gedaagde op de hoogte was van de voorwaarden. De kantonrechter oordeelde dat de vordering van [eiser] terecht was en dat gedaagde de facturen moest betalen, inclusief de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten werden ook aan gedaagde opgelegd.
De kantonrechter heeft de vordering van [eiser] toegewezen en gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente. De proceskosten zijn voor rekening van gedaagde, omdat hij ongelijk kreeg in deze procedure.