ECLI:NL:RBNHO:2021:2268

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 maart 2021
Publicatiedatum
22 maart 2021
Zaaknummer
C/15/305772 / HA ZA 20-481
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over onbetaalde facturen en herstelwerkzaamheden tussen partijen in de elektrotechnische sector

In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Holland is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee besloten vennootschappen over onbetaalde facturen en de kwaliteit van geleverde installatiewerkzaamheden. Eiseres, een elektrotechnisch bedrijf, heeft in opdracht van FMWB c.s. diverse elektronische materialen geleverd en installatiewerkzaamheden verricht voor twee bedrijfspanden. Eiseres heeft een totaalbedrag van € 751.679,15 in rekening gebracht, waarvan een bedrag van € 34.375,04 onbetaald bleef. FMWB c.s. betwistte de facturen en stelde dat de werkzaamheden niet deugdelijk waren uitgevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de facturering niet in overeenstemming was met de afspraken tussen partijen, waardoor de vordering van eiseres werd afgewezen. In reconventie vorderde FMWB c.s. schadevergoeding voor herstelwerkzaamheden, maar ook deze vordering werd afgewezen omdat eiseres niet in verzuim was. De rechtbank oordeelde dat de partijen niet in staat waren om de juistheid van de facturen te controleren door het tijdsverloop tussen de werkzaamheden en de facturatie. Uiteindelijk werden de vorderingen in zowel conventie als reconventie afgewezen, en de proceskosten werden gecompenseerd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
Zittingsplaats Alkmaar
zaaknummer / rolnummer: C/15/305772 / HA ZA 20-481
Vonnis van 17 maart 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[bedrijf] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. C.I.M. Molenaar te Watergang,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FMWB BEHEER B.V.,
gevestigd te Tuitjenhorn, gemeente Schagen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
F.B. HOUTDISTRIBUTEUR B.V.,
gevestigd te Tuitjenhorn, gemeente Schagen,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
F.B. HOUTPRODUCTIE B.V.,
gevestigd te Dirkshorn, gemeente Schagen,
gedaagden in conventie,
eiseressen in reconventie,
advocaat mr. J.W.L. Vader te Alkmaar.
Partijen worden hierna [eiseres] en FMWB c.s. genoemd. Gedaagden in conventie, eiseressen in reconventie worden ook respectievelijk FMWB, FB Houtdistributeur en FB Houtproductie genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties,
  • het rolbericht van 24 juli 2020 met productie 5 van [eiseres] ,
  • de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie met producties,
  • het vonnis van 23 september 2020,
  • de akte overlegging aanvullende producties tevens houdende vermeerdering van eis in reconventie met producties van FMWB c.s.,
  • de conclusie van antwoord in reconventie met producties,
  • de akte overlegging aanvullende producties met producties van FMWB c.s. en
  • de mondelinge behandeling van 5 februari 2021 en de daarbij overgelegde spreekaantekeningen van mr. Vader.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] heeft in opdracht van FMWB c.s. diverse elektronische materialen geleverd en installatiewerkzaamheden verricht ten behoeve van twee bedrijfspanden van FMWB c.s.
2.2.
[eiseres] heeft aan FMWB c.s. een bedrag van totaal € 751.679,15 inclusief btw in rekening gebracht voor deze werkzaamheden. Van dit totaalbedrag heeft FMWB c.s. een bedrag van € 34.375,04 inclusief btw niet betaald aan [eiseres] . De twaalf niet betaalde facturen dateren van 30 december 2018 en zijn door [eiseres] in juli 2019 aan FMWB c.s. overhandigd. Daarna heeft [eiseres] FMWB c.s. verschillende malen verzocht en gesommeerd tot betaling over te gaan.
2.3.
FMWB c.s. heeft zich op het standpunt gesteld dat [eiseres] niet de benodigde documentatie had overgelegd en dat de door [eiseres] uitgevoerde werkzaamheden niet deugdelijk waren. Op 17 september 2019 heeft Elektropartners BV (hierna: Elektropartners) in opdracht van FMWB c.s. een rapport uitgebracht. In het rapport is de door [eiseres] aangebrachte installatie beoordeeld. Elektropartners heeft op 5 november 2019 een offerte opgesteld voor de herstelwerkzaamheden naar aanleiding van het inspectierapport van de elektronische installatie. In november 2019 zijn voornoemd rapport en de offerte aan [eiseres] verstrekt.
2.4.
Vervolgens vindt e-mailcorrespondentie plaats tussen de advocaten van beide partijen. Per e-mail van 6 december 2019 van de advocaat van [eiseres] aan FMWB c.s. staat onder meer:
“Cliënte is wel bereid om samen met u de in het rapport genoemde onvolkomenheden/gebreken na te lopen om gezamenlijk vast te stelen welke daarvan zij op haar kosten dient te herstellen. Na het bereiken van een akkoord daaromtrent zal cliënte de betreffende herstelwerkzaamheden zo spoedig als mogelijk uitvoeren. Cliënte stelt daarbij wel als voorwaarde dat u per e-mail aan mij bevestigt dat u tot betaling van de hiervoor genoemde openstaande facturen zult overgaan, nadat cliënte de gezamenlijk vast te stellen gebreken heeft hersteld.”
2.5.
Bij e-mail van 29 januari 2020 bericht de advocaat van [eiseres] aan de advocaat van FMWB c.s. onder meer:
“De meeste herstelwerkzaamheden betreffen min of meer regulier onderhoud en cliënte is en blijft breeid die voor haar rekening te nemen. Uw cliënte dient cliënte daartoe rechtens ook in staat te stellen.
Daarom wil ik u en uw cliënte opnieuw uitnodigen om het rapport op korte termijn samen door te nemen en te komen tot een definitieve lijst van herstelwerkzaamheden die door cliënte moeten worden verricht. In dat kader nodig ik u uit om enkele dagen en tijden op te geven dat we op het bedrijf van uw cliënte (op het werk) de kwestie kunnen doornemen. Cliënte zal daarna direct met het herstel aan de slag gaan.
Nogmaals zij herhaald, cliënte is en blijft bereid de daadwerkelijke herstelwerkzaamheden die voor haar rekening komen zo spoedig mogelijk te verrichten.”
2.6.
De gebreken waarvoor FMWB c.s. [eiseres] aansprakelijk acht, zijn inmiddels hersteld.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eiseres] vordert dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
FMWB veroordeelt aan [eiseres] te betalen de hoofdsom van € 32.736,15, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 augustus 2019, althans vanaf de door de rechtbank in goede justitie bepalen datum, tot aan de dag der algehele voldoening, en de incassokosten volgens het Besluit BIK ad € 1.102,36;
FB Houtproductie veroordeelt aan [eiseres] te betalen de hoofdsom van € 1.598,96, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 augustus 2019, althans vanaf de door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag der algehele voldoening, en de incassokosten volgens het Besluit BIK ad € 239,70;
FB Houtdistributeur veroordeelt aan [eiseres] te betalen de hoofdsom van € 39,93, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 1 augustus 2019, althans vanaf de door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag der algehele voldoening, en de incassokosten volgens het Besluit BIK ad € 40,-;
FMWB c.s. veroordeelt aan [eiseres] te betalen de nakosten ten bedrage van € 131,- zonder betekening van dit vonnis, vermeerderd met € 68,- in geval van betekening;
FMWB c.s. veroordeelt in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf 14 dagen na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.
[eiseres] legt aan haar vorderingen – kort gezegd – het volgende ten grondslag. [eiseres] heeft in opdracht van FMWB c.s. materialen en diensten geleverd aan FMWB c.s. FMWB c.s. weigert – ondanks meerdere verzoeken en sommaties – de hierop betrekking hebbende openstaande facturen te voldoen. FMWB c.s. is daardoor ook de buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke handelsrente verschuldigd.
3.3.
FMWB c.s. concludeert tot afwijzing van de vorderingen en voert hiertoe – kort gezegd – het volgende aan. Volgens FMWB c.s. heeft zij geen opdracht gegeven voor de werkzaamheden zoals genoemd in de openstaande facturen, dan wel zijn deze werkzaamheden al in eerdere facturatie meegenomen, dan wel zijn de werkzaamheden geheel niet verricht door [eiseres] . Gelet op het tijdsverloop sinds afronding van de werkzaamheden, de omvang van de al betaalde facturen en de mededeling van [eiseres] dat de facturatie afgerond was, mocht FMWB c.s. erop vertrouwen dat er geen facturen meer zouden volgen vanaf 2018. Doordat de facturen bovendien pas in juli 2019 zijn overhandigd aan FMWB c.s., was en is het voor FMWB c.s. niet meer mogelijk de gestelde werkzaamheden c.q. facturatie te controleren op de wijze zoals partijen overeengekomen waren. Dat komt voor rekening van [eiseres] . Bovendien is [eiseres] toerekenbaar tekortgeschoten, dan wel heeft zij onrechtmatig gehandeld bij de uitvoering van de opdracht. Dit heeft geleid tot kosten en schade aan de zijde van FMWB c.s. Die kosten en schade overtreffen een eventuele betalingsverplichting van FMWB c.s. tegenover [eiseres] .
in reconventie
3.4.
FMBW c.s. vordert – na vermeerdering van eis – dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht verklaart en vaststelt dat [eiseres] gehouden is tot (vervangende en/of aanvullende) schadevergoeding aan FMWB en/of FB Houtdistributeur en/of FB Houtproductie, één en ander met verwijzing naar hetgeen daaromtrent is aangevoerd in het lichaam van de conclusie;
[eiseres] veroordeelt om tegen toereikend bewijs van kwijting aan FMWB en/of FB Houtdistributeur en/of FB Houtproductie te betalen een schadevergoeding (in het kader van herstelwerkzaamheden), deze vergoeding vaststelt op een (netto) bedrag van € 39.534,-, althans een schadebedrag dat de rechtbank in redelijkheid en billijkheid vaststelt c.q. schat, al dan niet – indien de rechtbank van oordeel mocht zijn dat de schadeomvang nog nader zal dienen te worden begroot – met de bepaling en verwijzing dat de schade, al dan niet gedeeltelijk, nader wordt begroot en opgemaakt bij staat en wordt vereffend volgens de wet, deze schade (telkens) te vermeerderen met de handelsrente, althans de wettelijke rente vanaf de dag der schadeplichtigheid tot aan de dag der voldoening;
[eiseres] daarbij veroordeelt om tegen toereikend bewijs van kwijting aan FMWB en/of FB Houtdistributeur en/of FB Houtproductie te betalen een schadevergoeding (in het kader van de te maken kosten), deze vergoeding vaststelt op een (netto) bedrag van € 4.680,-, althans een een schadebedrag dat de rechtbank in redelijkheid en billijkheid vaststelt c.q. schat, al dan niet – indien de rechtbank van oordeel mocht zijn dat de schadeomvang nog nader zal dienen te worden begroot – met de bepaling en verwijzing dat de schade, al dan niet gedeeltelijk, nader wordt begroot en opgemaakt bij staat en wordt vereffend volgens de wet, deze schade (telkens) te vermeerderen met de handelsrente, althans de wettelijke rente vanaf de dag der schadeplichtigheid tot aan de dag der voldoening;
[eiseres] veroordeelt tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van FMWB en/of FB Houtdistributeur en/of FB Houtproductie, primair op basis van de daadwerkelijk door FMWB en/of FB Houtdistributeur en/of FB Houtproductie inmiddels gemaakte en betaalde kosten, subsidiair tot een beloop van € 1.142,14, althans een bedrag dat de rechtbank in redelijkheid en billijkheid vaststelt;
[eiseres] veroordeelt tot betaling van de kosten van dit geding, waaronder de kosten van de tenuitvoerlegging en de nakosten, evenals de handelsrente, althans de wettelijke rente over de gevorderde bedragen.
3.5.
FMWB c.s. legt aan haar vorderingen – kort gezegd – het volgende ten grondslag. [eiseres] is FMWB c.s. toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen en/of heeft onrechtmatig gehandeld. [eiseres] heeft namelijk meerdere verzoeken tot het overleggen van de benodigde documentatie onbeantwoord gelaten. FMWB c.s. heeft - mede om die reden - de door [eiseres] uitgevoerde werkzaamheden moeten laten controleren en keuren door Elektropartners, zodat zij over een officieel keuringsrapport kon beschikken en een nieuwe verzekering kon afsluiten. Uit het rapport van Elektropartners blijkt bovendien dat [eiseres] haar werkzaamheden ondeugdelijk heeft uitgevoerd. Deze ondeugdelijke uitvoering heeft voor gevaar gezorgd en stond bovendien certificering in de weg. FMWB c.s. heeft haar vordering tot nakoming omgezet en vordert daarom nu vervangende schadevergoeding ter hoogte van de herstelkosten die zij heeft moeten maken als gevolg van het ondeugdelijke werk van [eiseres] .
3.6.
[eiseres] concludeert tot afwijzing van de vorderingen en voert hiertoe – kort gezegd – het volgende aan. [eiseres] heeft in juni 2018 de keuringsrapporten en overige documentatie overgelegd en heeft bovendien geen ondeugdelijk werk geleverd. [eiseres] was uit coulance bereid om de gestelde gebreken samen met FMWB c.s. na te lopen om vast te stellen wat [eiseres] eventueel zou moeten herstellen. FMWB c.s. wilde daar niet aan meewerken. [eiseres] is niet in de gelegenheid gesteld de gestelde gebreken zelf te constateren en eventueel tot herstel over te gaan. Als gevolg hiervan is [eiseres] niet in verzuim geraakt en kan zij niet gehouden worden de (herstel)kosten te betalen.

4.De beoordeling

in conventie

4.1.
Kern van het geschil is of FMWB c.s., gezien het tijdsverloop tussen de afronding van de werkzaamheden en de daadwerkelijke facturatie, voldoende in staat was de juistheid van de facturen te controleren.
4.2.
FMWB c.s. heeft aangevoerd dat partijen voor alle werkzaamheden overeengekomen waren dat partijen de facturen steeds kort na het uitvoeren van de werkzaamheden samen doorliepen en dat aan de hand daarvan regelmatig correcties werden doorgevoerd. In het geval van de openstaande facturen kon dat niet meer kon, omdat ze pas veel later (ongeveer 1,5 jaar na de betreffende werkzaamheden) overhandigd werden aan FMWB c.s.
4.3.
[eiseres] heeft de door FMWB c.s. genoemde werkwijze en gang van zaken niet betwist, maar gesteld dat zij de facturen niet eerder kon sturen, omdat directeur [eiseres] ernstig ziek werd. [eiseres] kon de facturatie alleen zelf afhandelen, omdat er destijds materiaal van twee projecten tegelijk teruggestuurd werd en hij als enige wist welk materiaal bij welk project hoorde en wat er op grond daarvan gefactureerd moest worden.
4.4.
De rechtbank overweegt als volgt.
4.4.1.
Tussen partijen staat vast dat [eiseres] op een bepaald moment in 2017 gestopt is met factureren voor de werkzaamheden vanaf oktober 2017 (week 42). FMWB c.s. heeft ook onbetwist gesteld dat de werkwijze van partijen was dat kort nadat het werk was uitgevoerd, de daarmee samenhangende factuur werd doorgenomen. Het staat dan ook vast dat partijen zijn overeengekomen dat steeds kort na de uitvoering van de werkzaamheden de facturen samen werden doorgelopen. Die werkwijze kunnen partijen nu (en in juli 2019 ook al) niet meer uitvoeren, aangezien het gaat om werkzaamheden die in 2017 of 2018 al waren uitgevoerd. [eiseres] is dan ook afgeweken van de normale werkwijze.
4.5.
Zonder af te willen doen aan de ernst van de ziekte van [eiseres] , oordeelt de rechtbank dat het om die reden niet nakomen door [eiseres] van de tussen partijen overeengekomen afspraken over het samen doornemen facturen voor haar risico komt. Dit geldt temeer omdat [eiseres] FMWB c.s. destijds niet op de hoogte heeft gesteld of laten stellen van de persoonlijke situatie van [eiseres] . Als [eiseres] dit wel had gedaan, dan had FMWB c.s. er rekening mee kunnen houden dat er nog facturen zouden komen (en dat partijen dus nog moesten nalopen of deze klopten met het uitgevoerde werk). De stelling dat er twee projecten door elkaar dreigden te lopen met materialen die terugkwamen, komt ook voor risico van [eiseres] .
Kortom, partijen zijn een werkwijze overeengekomen met betrekking tot de facturatie, [eiseres] is deze werkwijze niet nagekomen met betrekking tot de openstaande facturen en dit komt voor haar risico. De conclusie is dat FMWB c.s. niet gehouden kan worden de openstaande facturen alsnog te betalen. De vorderingen in conventie worden dan ook afgewezen.
in reconventie
4.6.
Kern van het geschil is of [eiseres] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst met FMWB c.s. dan wel of zij onrechtmatig heeft gehandeld door niet alle benodigde documentatie te overleggen en doordat de geplaatste installatie gebreken zou vertonen. De rechtbank beantwoordt deze vraag ontkennend en licht dit als volgt toe.
4.7.
Het meest verstrekkend verweer van [eiseres] tegen de vordering op grond van toerekenbare tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst, namelijk dat zij niet in verzuim was, slaagt. Dit komt hierna wat betreft de al dan niet verstrekte documentatie en de gestelde gebreken afzonderlijk aan de orde.
Documentatie
4.7.1.
[eiseres] stelt zich op het standpunt dat zij in juni 2018 alle documentatie aan FMWB c.s. heeft afgegeven. Volgens FMWB c.s. was die overgelegde documentatie incompleet, maar (e-mail)correspondentie van FMWB c.s. waarin zij [eiseres] daarop wijst ontbreekt. FMWB c.s. heeft weliswaar verklaard dat dit te maken heeft met ziekte van één van de medewerkers, maar dit komt voor eigen risico van FMWB c.s. Evenmin is [eiseres] wat betreft de gestelde documentatie in gebreke gesteld, in die zin dat benoemd wordt welke stukken ontbraken en binnen welke termijn [eiseres] die alsnog diende te overleggen. De e-mail van [xx] namens FMWB c.s. aan [eiseres] van 27 mei 2019, waarnaar FMWB c.s. in dit verband heeft verwezen, is daarvoor onvoldoende. In die e-mail is – voor zover relevant – het volgende opgenomen:
“Een vraag waarmee jij ons wellicht kan helpen. Vanuit de verzekeraar hebben wij enkele vragen gehad rondom de technische installaties. Die als preventie en de uitwerkingen van de NEN-keuringen.
Heb jij mogelijk de tekeningen van onze locatie in Nederland (…) in een Auto-Cad-bestand?
Onze verzekeraars hebben een team van specialisten die de installaties en tekeningen nader willen beoordelen en hierin met (mogelijke) adviespunten komen. Op basis van de bestanden was het voor hun makkelijker om te beoordelen en te bekijken.
Wij krijgen dit aangeboden en derhalve is het voor ons interessant om het op deze wijze uit te voeren.”
Uit deze e-mail kan niet afgeleid worden dat [eiseres] heeft verzuimd bepaalde documenten aan te leveren. Aan hem wordt slechts gevraagd of hij de tekeningen in een bepaald format beschikbaar heeft, omdat dit beoordeling van de tekeningen, kennelijk in verband met door de verzekeraars van FMWB c.s. aangeboden advisering, zou vergemakkelijken. Van een ingebrekestelling is geen sprake.
Aangezien [eiseres] wat de gestelde ontbrekende documentatie niet in gebreke is gesteld als bedoeld in artikel 6:82, lid 1 BW, is zij op dit punt niet in verzuim.
Gestelde gebreken
4.8.
Ook wat betreft de gestelde gebreken heeft FMWB c.s. [eiseres] niet in gebreke gesteld als bedoeld in artikel 6:82 BW.
De rechtbank verwerpt het standpunt van FMWB c.s. dat sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 6:83 aanhef en onder c BW. Volgens FMWB c.s. kan uit de e-mail namens [eiseres] van 6 december 2019 (hiervoor geciteerd onder 2.4) afgeleid worden dat [eiseres] niet ging nakomen, omdat [eiseres] daarin betaling van de openstaande facturen als voorwaarde stelde voor het uitvoeren van herstelwerkzaamheden. Naar het oordeel van de rechtbank moet de e-mail van 6 december 2019 echter worden beschouwd als een schikkingsvoorstel. Het stond FMWB c.s. vrij om in reactie daarop bezwaar te maken tegen de koppeling van het aangeboden herstel met de betaling van de facturen en/of een ander voorstel te doen. Bij e-mail van 29 januari 2020 (geciteerd onder 2.5) heeft [eiseres] zich overigens nogmaals bereid verklaard de ‘daadwerkelijke herstelwerkzaamheden’ uit te voeren. FMWB c.s. heeft [eiseres] echter nimmer (noch vóór 6 december 2019, noch daarna) daartoe in de gelegenheid gesteld. Onder die omstandigheden heeft FMWB c.s. de e-mail van 6 december 2019 niet kunnen opvatten als mededeling van [eiseres] als bedoeld in artikel 6:83 aanhef en onder c BW, zodat [eiseres] ook wat betreft de gestelde gebreken niet in verzuim is komen te verkeren.
Conclusie
De conclusie is dat de vorderingen in reconventie op grond van toerekenbare tekortkoming in de nakoming worden afgewezen, omdat [eiseres] niet in verzuim was. Aan beoordeling van de overige verweren wordt niet toegekomen.
4.9.
FMWB c.s. heeft haar vorderingen tevens gebaseerd op onrechtmatige daad, maar heeft die grondslag niet nader onderbouwd. Aan beoordeling van die grondslag wordt daarom niet toegekomen.
in conventie en in reconventie
4.10.
Aangezien elk van partijen in het ongelijk is gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd op de hierna te vermelden wijze.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie en in reconventie
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.M. Auwerda en in het openbaar uitgesproken op 17 maart 2021. [1]

Voetnoten

1.type: IV