2.3.Aan de deskundige, de heer Kwantes, is de navolgende vraagstelling voorgelegd. De door de deskundige gegeven antwoorden staan hieronder achtereenvolgens cursief weergegeven:
1. op welk bedrag waardeert u per datum van de taxatie de waarde in het economisch verkeer van de navolgende percelen nabij het [straat] [nr] te [plaats] :
- Een perceel grond, kadastraal bekend als gemeente [plaats] , sectie B nummer [B] , groot 14,35 are;
- Een perceel grond, kadastraal bekend als gemeente [plaats] , sectie B nummer [A] , groot 105,95 are.
Gelet de informatie van de gemeente [plaats], die aangeeft dat de huidige bebouwing niet storend is, (eis ruimte voor ruimte) en voorts aangeeft dat hiervoor minimaal 1500 m2 benodigd is, hetgeen niet voldoet, geeft niet veel ruimte voor deze ontwikkeling.
Wel spreekt de gemeente zich uit dat de wens aanwezig is om in de toekomst de naastgelegen sportterreinen te ontwikkelen naar woningbouw. Dit gegeven ligt wel in de toekomst.
Niet uit te sluiten valt dat het perceel [straat] alsdan mede betrokken zou kunnen worden in die ontwikkeling. Blijft wel een onzeker gegeven.
Gelet het bovengemelde meent de deskundige dat de aangegeven waarde in het economisch verkeer met de agrarische bestemming (WEVAB), feitelijk geheel gekaderd in de vigerende bestemming, geen recht doet aan de mogelijkheden die dit object intrinsiek toch met zich mee draagt.
Motiverend
De omliggende buurpercelen hebben een ruimere bestemming dat agrarisch is, de achter buurman heeft een bedrijfsbestemming en de buurman aan de andere zijde heeft ook een
bedrijfsbestemming. De agrarische bestemming is feitelijk een eiland tussen bedrijvigheid enerzijds en sportbestemming aan de andere zijde.
Gelet de VAB (Vrijkomende Agrarische Bebouwing) regeling zouden er maximaal twee eenheden gerealiseerd kunnen worden indien er voldoende m2 ter vervanging aanwezig zijn. De gemeente geeft aan dat in het kader van de VAB regeling de invulling van andere bestemmingen mogelijk wordt, kleine bedrijvigheid ed.
Het feit dat tot het onderhavig tuindersbedrijf (kas en schuur) weliswaar een huis heeft behoord maar dat daar nu geen sprake meer van is, is de invulling van alternatieve bestemmingen niet eenvoudig.
Door de centrale ligging van dit bedoelde woonhuis, ook nog binnen het bestaande agrarisch bouwblok, wordt de wijziging van bestemmingen niet bepaald eenvoudig.
Feitelijk zou de eigenaar van het woonhuis de meest aangewezen partij zijn ter overname van kas en schuur.
Resumerend naar de twee waarden enerzijds €. 225.000,-- terwijl er toch toekomstige meerwaarde kan zijn van €. 350.000,-- bij een mogelijke ruimte voor ruimte, achten wij een middenweg als een reëel gegeven voor de huidige waarde in het economisch verkeer (WEV).
WAARDE IN HET ECONOMISCH VERKEER (WEV) PER 1 SEPTEMBER 2020
€. 287.500,---
(..)”
2. in welke mate betrekt u mogelijke toekomstige ontwikkelmogelijkheden op de door u onder 1 genoemde waarden, graag zo specifiek mogelijk per perceel aangeven;
“De toekomstige ontwikkelingen zijn door de gemeente via de Buch, als reactie op de aanvragen VB management, uitgaande van de geactualiseerde scan scherp aangegeven en negatief beantwoord.
Tevens geeft de ruimte voor ruimte regeling (nu feitelijk de VAB regeling) momenteel geen kansen. Enerzijds te kort m2 en anderzijds geen storende bebouwing.
Het geheel maakt in de huidige constellatie ook een vriendelijke indruk en in overeenstemming met het gebied.
Vanzelfsprekend geeft de ligging aan de rand van het dorp, gekoppeld aan de toekomstige plannen van de Gemeente ter ontwikkeling van de sportterreinen, de indruk van behoorlijke meerwaarde t.o.v. alleen de agrarische bestemming.
Realiserend dat de uitoefening van een agrarisch bedrijf op deze locatie en in deze omvang niet meer rendabel kan zijn, zal toch gezocht moeten worden naar alternatieve ontwikkelingen.
De huidige beleidskaders geven dit ook als mogelijkheden aan, doch het negatieve effect van de niet tot deze gewaardeerde onroerende zaken (de bedrijfswoning), frustreren dit.
Het feit dat de gemeente in de toekomst plannen overweegt om de naast gelegen sport terreinen te bestemmen voor woningbouw én in de brief met afwijzing evenwel heeft aangegeven dat mogelijk, met alle voorzichtigheid, bedoelde gronden betrokken zouden kunnen zijn bij deze plannen, heeft de deskundige een plus aangegeven in de waarde van de achter de gebouwen gelegen gronden.”
3. Heeft u nog overige opmerkingen die voor de beoordeling van de zaak van belang zouden kunnen zijn?
“Gelet het feit dat de bedrijfswoning is gelegen midden in het bouwblok van de onderhavige
onroerende zaak, zullen de ontwikkelingen agrarisch en/of door de VAB regelingen wat uitgebreidere kleinschalige bedrijvigheid moeilijk uitvoerbaar zijn.
Dit ontstaat door een mogelijk veto van de huidige eigenaar van deze woning.
Een en ander geldt natuurlijk ook voor andere ontwikkelingen rondom deze woning, welke zijn
aangegeven in het voorgaande. Dit zal de overdracht naar derden mijn inziens niet positief
beïnvloeden.
Door VB management is voorts d.m.v. een mailbericht aangegeven dat er een definitief voorstel zou worden uitgebracht na inventarisatie bij de gemeente.
De beantwoording was duidelijk; geen ontwikkeling voor woningbouw. Derhalve heeft ons geen
definitieve bieding zonder enig voorbehoud bereikt. Wel is bij monde van een mailbericht een
bieding binnen gekomen van de heer [gedaagde1] , welke is aangehecht, doch deze heeft een
voorbehoud dus mijn inziens niet relevant.
Tot slot bereikte ons nog een bericht van SMC consultants, met de mededeling van een mogelijk
voorstel. Wij namen dit voor kennisgeving aan (mail wordt als bijlage toegevoegd).”