In deze zaak heeft Uitvaartcentrum Zuid B.V. een vordering ingesteld tegen gedaagde, die de uitvaart van zijn moeder heeft geregeld. De kantonrechter heeft op 10 maart 2021 uitspraak gedaan in deze civiele zaak, waarin de vraag centraal stond of gedaagde gehouden was tot betaling van de factuur van het uitvaartcentrum. Gedaagde betwistte de vordering en stelde dat hij de kostenopgave pas na de uitvaart had ontvangen en deze onder druk had getekend. De kantonrechter oordeelde echter dat gedaagde op de hoogte was van de kosten en de dekking van de uitvaartpolis, en dat hij opdracht had gegeven voor bijkomende kosten. De rechter concludeerde dat gedaagde zijn betalingsverplichting niet was nagekomen en veroordeelde hem tot betaling van € 3.994,71, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever in het geval van uitvaartkosten en de noodzaak om afspraken duidelijk te maken en na te komen.