Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
FR Delicatessen Holding N.V.
1.Het procesverloop
2.De feiten
[dochter van vrouw van bestuurder van gedaagde] (hierna: [X] ). [X] woont samen met haar vriend [vriend van dochter van vrouw van bestuurder van gedaagde] (hierna: [vriend van X] ) aan [adres 2] .
Goedemiddag [vriend van X] , we willen de factuur graag verwerken. Kun je mij de gegevens even doorgeven?”
U gaf aan dat [vriend van X] de afhandeling van de tuin met mij zou afstemmen. Ik heb hem diverse keren benaderd en gesproken, maar krijg geen respons. In uw mail van 19-03-2019 heeft u opdracht gegeven voor de betreffende werkzaamheden. Het is voor mij geen enkel probleem om nu een factuur te sturen, maar ik bespreek liever eerst nog even alle details. Ik wil dit nu graag afronden. (…)”.
Ik heb de kwestie kort na ons vorige contact met [vriend van X] besproken maar geen terugkoppeling ontvangen. Ik heb uw email doorgestuurd met het verzoek de kwestie af te wikkelen.”
We wachten het tot dit weekend even af. Ik zal na het weekend de factuur sturen aan [X] (conform de eerder toegestuurde factuur van het eerste gedeelte grondkering) en u een kopie doen toekomen.”
Wij sturen u factuur [factuurnummer 3] dd heden in de bijlage toe. We zullen vandaag ook een exemplaar van de factuur in de brievenbus op het adres [adres 2] stoppen.”
“
Dit is nu precies het arrangement dat wij met mevrouw [X] zijn overeengekomen. De tuinaanleg kan aan ons worden gefactureerd en zij betaalt ons in termijnen terug. Daarvoor is het wel noodzakelijk dat wij een correcte factuur ontvangen (met de juiste omschrijving) en dat onze klant tekent voor akkoord met de werkzaamheden. Uw cliënt is vanaf dag 1 ervan op de hoogte dat onze Holding de factuur gaat betalen, dus het is van geen enkel belang welke namen in uw dossier voorkomen. (…) Ergens in november of december 2019 heeft uw cliënt mij gebeld. Hij wilde toen overgaan tot factureren. Bij die gelegenheid heb ik hem terug verwezen naar de heer [vriend van X] omdat het mij toen al ten gehore was gekomen dat er allemaal klachten waren over de uitgevoerde werkzaamheden die eerst opgelost moesten worden. Tot op de dag van vandaag is er geen overeenstemming over die werkzaamheden, noch heeft er een oplevering plaatsgevonden (…)”
[bestuurder] heeft [eiser] de kans geboden hierop te reageren of zelf reparaties uit te voeren. [eiser] heeft hier geen gehoor aan gegeven.
3.De vordering
FR komt daarom geen beroep toe op opschorting en/of ontbinding van de overeenkomst.
FR heeft ondanks diverse aanmaningen de verschuldigde facturen niet voldaan.
4.Het verweer en de tegenvordering
5.De beoordeling
Bij gebreke van tijdige keuring en aanvaarding dan wel weigering onder aanwijzing van gebreken door de opdrachtgever, wordt deze laatste geacht het werk stilzwijgend te hebben aanvaard. Na de aanvaarding wordt het werk als opgeleverd beschouwd en komt het voor risico van de opdrachtgever (artikel 7:758 lid 1 en 2 BW).
De kantonrechter acht het dan ook onwaarschijnlijk dat FR pas in april 2020 bekend is geraakt met de factuur van [eiser] .
6.De beslissing
dagvaarding € 88,17
griffierecht € 236,00
salaris gemachtigde € 746,00 ;